Ds. Van den Dool: Vluchtelingen in huis nemen is mooie ervaring
Een grote pastorie met zeven slaapkamers. Ds. L. L. (Leon) van den Dool, hervormd predikant in Broek op Langedijk, en zijn vrouw Juliëtte voelden zich verlegen met al die ruimte. Het predikantsgezin, met een dochtertje van anderhalf jaar, neemt geregeld vluchtelingen in huis op.
Dringend gezocht: meer plek voor asielzoekers en statushouders. Door de toename van ontheemden uit onder meer Afghanistan dreigen de locaties van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) binnen enkele weken helemaal vol te zitten. Het kabinet riep gemeenten en provincies daarom woensdag in een brandbrief op meer opvangplekken voor asielzoekers en huisvesting voor statushouders te creëren.
In asielzoekerscentra verblijven nu ruim 27.000 personen, onder wie bijna 11.000 vluchtelingen met een verblijfsvergunning die –soms al vele maanden– wachten op een huis. Om de doorstroming vanuit de azc’s te bevorderen, zoekt de organisatie Takecarebnb gastgezinnen waar statushouders kunnen logeren totdat ze een woning krijgen. Daardoor komen er plekken vrij in azc’s. Dit jaar hadden er volgens een woordvoerster inmiddels honderd matches plaats, waarbij een of meer vluchtelingen tijdelijk bij Nederlanders introkken.
Iraans gezin
Ds. Van den Dool uit Broek op Langedijk, lid van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk, weet wat het is om vluchtelingen in huis te hebben. In juni 2019 betrok hij met zijn vrouw de pastorie in het Noord-Hollandse dorp, een 270 vierkante meter grote woning. De drie etages tellen een woonkamer, studeerkamer en zeven slaapkamers.
Al snel bezon het stel zich op mogelijkheden om hun woning met anderen te delen. Via een vriend hoorde ds. Van den Dool –geboren in Botswana, waar zijn ouders voor Woord en Daad werkten– van Takecarebnb. Na een oriënterend gesprek bracht deze organisatie hen in contact met een Iraans gezin. „Een leuk stel met een tienerdochter die lijdt aan een spierziekte.”
Zo’n anderhalf jaar geleden betrokken de christelijke vluchtelingen de bovenste etage van de pastorie, die was voorzien van sanitair. Na enige tijd werd er een tweedehandskeuken geplaatst. „Samen de keuken delen, is niet zo praktisch.”
Hoewel de Iraniërs zich volledig konden redden op hun etage, hadden ze vaak contact met de hoofdbewoners. „We vonden het allebei mooi om samen dingen te doen. Twee keer per week aten we met elkaar –de ene keer kookten zij, de andere keer wij– en soms dronken we samen koffie of thee. Ook hielpen we hen weleens met dingen, zoals het invullen van formulieren, of gingen we samen varen achter ons huis. Zij hielpen ons door op te passen op onze dochter Dana.”
Het echtpaar vond het bijzonder dat hun eerste gasten via Takecarebnb christenen waren. „Dat gaf een extra band. Samen naar de kerk gaan, was in coronatijd helaas lastig, maar we spraken veel met elkaar over het geloof en ervoeren daarbij een diepe verbondenheid. Deze mensen zijn in Iran christen geworden en vanwege hun geloof gevlucht. Ze moesten alles achterlaten.”
Uiteindelijk kreeg het gezin een woning in Amsterdam. Daar zijn ze nu betrokken bij Credo Church, een internationale kerk. „Het trof me hoezeer ze de samenkomsten en Bijbelstudies in coronatijd misten, soms meer dan dat ik dat bij Nederlanders merkte. We houden contact met hen. Ze hebben pas bijvoorbeeld nog een keer bij ons gegeten.”
Ook een Egyptisch vluchtelingengezin woonde een klein halfjaar in de pastorie. „Zij hadden een kind van dezelfde leeftijd als Dana. Die twee konden leuk samen spelen.” Het gezin, dat inmiddels woonruimte kreeg in een naburig dorp, is islamitisch. „Zij bekeken dingen soms vanuit een ander perspectief dan wij. Dat leidde geregeld tot gesprekken, bijvoorbeeld over Wie God is of over christenvervolging. Het is verrijkend om het gesprek daarover aan te gaan.”
Ramadan
In de pastorie maakten de vluchtelingen kennis met het christelijke leven. „Als ze bij ons aten, baden we gewoon en lazen uit de kinderbijbel. Dat hoort bij ons huishouden. Ik vind het mooi om op die manier, naast het leven van alledag, iets wat voor ons heel waardevol is met anderen te delen. Je hoopt dat zij de waarde daarvan gaan ontdekken, maar dat hebben wij niet in de hand. Zelf hielden deze mensen tijdens hun verblijf in de pastorie de ramadan. In die tijd konden we niet samen eten.”
Momenteel bezinnen de predikant en zijn vrouw zich op de vraag om een Eritrees gezin in huis te nemen. „We kregen ook een ander verzoek om iemand op te vangen, dus we denken erover na wat het beste bij ons en het gastgezin past en wat Gods weg hierin is.”
Zorg voor vluchtelingen ziet de predikant als Bijbelse opdracht. „De Heere Jezus is Zelf vluchteling geweest. En als christenen zijn we allemaal vreemdelingen op aarde.” Een van zijn doopnamen herinnert daaraan. „Toen ik in Mochudi in Botswana werd gedoopt, kreeg ik van de predikant de naam Moeng, naast de namen die mijn ouders me gaven. Dat betekent ”bezoeker” of ”vreemdeling”.”
Ds. Van den Dool zou het anderen zonder meer aanraden om zo mogelijk een vluchteling een periode onderdak te bieden. „Het is een goede, kleinschalige vorm van integratie. Ik gun iedereen zo’n leerervaring.”