Professor Henk Jochemsen: Uit VN-doelen klinkt verlangen door naar betere wereld
De duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties moeten voor een nieuwe wereldorde de richtlijn zijn, vindt het World Economic Forum. Prof. Henk Jochemsen verdiepte zich in deze doelen. „Ze geven vaak de goede richting aan, maar zijn soms erg utopisch.”
Armoede uitbannen, gelijke toegang tot goed onderwijs, schoon drinkwater. Met de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen, in het Engels aangeduid met Sustainable Development Goals (SDG’s), is op zich weinig mis, vindt Jochemsen. Volgens de onderzoekshoogleraar op de Lindeboomleerstoel aan de Theologische Universiteit Kampen bevatten veel doelen christelijke waarden. „Het verlangen naar een betere wereld klinkt erin door. Benoemd wordt dat onrecht en armoede niet goed zijn en dat daar iets tegen moet worden gedaan. Ik vind dat positief.”
De SDG’s vervingen in 2015 de millenniumdoelen. Wat de nieuwe doelen, aldus Jochemsen, beter maakt is dat ze niet top-down zijn vastgesteld, maar van onderop zijn geformuleerd en meer draagvlak hebben. Nog een pluspunt: in tegenstelling tot de millenniumdoelen spreken de SDG’s wél uit dat de bestaande ongelijkheid tussen landen moet verminderen.
Wringt SDG 5, het bevorderen van gendergelijkheid, niet met Bijbelse noties? Volgens Jochemsen is het mondiaal gezien schrijnend hoeveel onrecht vrouwen wordt aangedaan. „Hun positie proberen te verbeteren heeft niets met emancipatie of het ontkennen van man-vrouwverschillen te maken, juist niet. Ook is dit doel veel breder dan je inzetten voor rechtsbescherming van homo’s en transgenders. Met afwijzing van genderideologie kunnen ook christelijke hulporganisaties zich prima inzetten voor SDG 5.”
Hoewel Jochemsen vindt dat veel SDG’s de goede richting wijzen, hebben ze vaak „de trek van utopisme en maakbaarheid. Maar zonder geestelijke verandering gaat het allemaal niet lukken. De moederbelofte spreekt al van de strijd tussen het slangenzaad en vrouwenzaad. Laten christenen zich realiseren dat de wereld tot de wederkomst geen goede plek wordt. Tegelijk moet de strijd tegen kwaad wel worden gevoerd.”