Dr. Bart Wallet hoogleraar Joodse Studies: „Hoop dat meer kennis leidt tot meer begrip”
Dr. Bart Wallet is benoemd tot hoogleraar Joodse studies: vroegmoderne en moderne Joodse geschiedenis, in het bijzonder in Amsterdam, aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Het is de eerste voltijds leerstoel voor Joodse geschiedenis in Nederland. De leerstoel is ingesteld in samenwerking met en met steun van de Stichting Menasseh ben Israel Instituut, een academisch samenwerkingsverband ter bevordering van Joodse Studies.
Wallet, zoon van de christelijke gereformeerde emerituspredikant A.K. Wallet, werd in 1977 geboren in Amstelveen. Hij studeerde Hebreeuws, Aramees en Joodse studies aan de UvA. In 2012 promoveerde hij aan de UvA op een proefschrift over vroegmoderne Jiddische historiografie in de noordelijke Nederlanden.
Sinds 2016 is Wallet als docent Midden-Oostenstudies, Hebreeuws en Joodse studies werkzaam aan de UvA. Hij combineert deze functie sinds 2018 met die van universitair docent politieke geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en directeur van het HDC Centre for Religious History. Wallet is tevens docent Joodse geschiedenis aan het Levisson Instituut en het Joods Educatief Centrum ‘Crescas’. Zijn nieuwe benoeming aan de UvA betekent dat Wallet vertrekt bij de VU en als directeur van het HDC.
Waar komt uw belangstelling voor het Jodendom vandaan?
„Vanaf de lagere school wilde ik al historicus worden, op mijn veertiende jaar werd ik gegrepen door de Joodse geschiedenis. Toen ik op die leeftijd bij mijn oom en tante in Nijkerk logeerde, ging ik naar het archief en vroeg ik om materiaal van de Joodse geschiedenis van Nijkerk. Dat deed ik omdat ik net een boek over de Joden gelezen had. Er ging een wereld voor me open toen ik las over de Nijkerkse Joden. Toen besloot ik om Joodse geschiedenis te gaan studeren. Dat hield in dat ik ook Hebreeuws, Jiddisch en Aramees ging studeren. Ik heb er geen spijt van gehad.”
Zijn er nog meer leerstoelen voor Joodse studies in Nederland?
„Aan de UvA heb ik twee collega’s die ook doceren over het Jodendom en de Joodse geschiedenis: Irene Zwiep en Emiel Schrijver. Daarnaast is de Israëlische romanschrijver en literatuurwetenschapper Yaniv Hagbi aan de UvA verbonden. Ook zijn bijvoorbeeld aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de universiteiten in Utrecht en Groningen collega’s verbonden die Joodse studies doceren. Al met al is het goed dat er in dit onderwerp wordt geïnvesteerd in de universitaire wereld.”
Waarop gaat u zich in het bijzonder richten?
„Ik ga me verder verdiepen in de geschiedenis van de Amsterdamse Joodse gemeenschap in een internationale context. Joden zijn betrokken op het land waar ze wonen maar ook op de bredere internationale Joodse wereld. Vanaf het einde van de zestiende eeuw vestigden Joden zich in Amsterdam en vanaf de zeventiende eeuw trokken ze vanuit Amsterdam naar allerlei landen in de wereld. In de achttiende eeuw was Amsterdam uitgegroeid tot de grootste Joodse stedelijke gemeenschap in de wereld.
Het andere speerpunt is de moderne Joodse geschiedenis. Na de Tweede Wereldoorlog concentreerden veel Joden in Nederland zich met name in Amsterdam. Ik richt me daarbij ook op actuele thema’s, zoals besnijdenis, ritueel slachten en antisemitisme.”
Levert u daarmee een bijdrage in de bestrijding van het antisemitisme?
„Dat hoop ik wel. Ik wil met de studenten ingaan op de actualiteit en dan vooral insteken op de lastigere en diepere vragen, zoals de plaats van de Joden in Nederland, de vraag wat antisemitisme is en de verhouding tot Israël. Ik hoop dat meer kennis leidt tot meer begrip.”
Is er veel belangstelling voor het Jodendom?
„Die is er zeker, zowel bij Joodse, christelijke, niet-religieuze, islamitische als internationale studenten. Ze willen weten wat er aan de hand is met het Jodendom. Ik geef al langer college, deels in het Nederlands, deels in het Engels. Ik heb zin om in mijn functie als hoogleraar een nog grotere bijdrage te kunnen leveren aan een beter begrip van de Joodse geschiedenis en de plek van Joden in de samenleving.”