„We hopen allemaal vurig, we bidden, dat hij deze aanslag overleeft. Dat is nu het belangrijkste.” Geen citaat van een predikant of een andere religieuze leider. Nee, het zijn de woorden die demissionair premier Mark Rutte sprak na de aanslag op Peter R. de Vries.
En Rutte was niet de enige. Ook demissionair minister Ferd Grapperhaus, oud-Kamervoorzitter Frans Weisglas en RTL-directeur Peter van der Vorst lieten weten te bidden voor De Vries, die bij de schietpartij zwaargewond raakte en nog altijd in levensgevaar verkeert.
Opvallend, vindt ds. A. T. Huijser, predikant van de gereformeerde gemeente in Sliedrecht. „Het kabinet heeft betreffende corona anderhalf jaar lang de Naam van God niet genoemd. Daarmee is het opmerkelijk dat Rutte en Grapperhaus spraken over hopen en bidden.”
Ds. A. Th. van Olst, christelijk gereformeerd predikant in Antwerpen en auteur van het pas verschenen boek ”Bidden kun je leren”, was verrast door de woorden van beide bewindslieden. „Ik vind het mooi dat het genoemd is en acht het niet nodig te speculeren over of en hoe ze dat praktiseren.”
Ds. Huijser, van wiens hand in 2018 het boek ”Leer ons bidden” verscheen, is benieuwd hoe Rutte en Grapperhaus hun woorden bedoeld hebben. „Onchristelijke mensen hebben het vaak over ergens voor duimen. Maar iemand die nog enig religieus besef heeft, wil toch bidden als er dingen gebeuren die zijn kunnen te boven gaan. Dat zie je nu ook bij deze ministers. Hoe ze dat invullen, weet ik niet. De vraag is of ze hiermee hun machteloosheid uitdrukken of dat ze doelen op wat bidden werkelijk is: omgang zoeken met God.”
Vermeende onafhankelijkheid
Bij Rutte en Grapperhaus is dat laatste niet het geval, vreest de Sliedrechtse predikant. „Ik zie niet dat Gods Woord zeggenschap heeft in hun leven. Toen de Heere met de coronacrisis blies in onze vermeende onafhankelijkheid, meenden ze alles in eigen hand te hebben.”
Dat Rutte en ook demissionair minister en D66-leider Sigrid Kaag lieten weten te bidden voor De Vries, vindt prof. dr. F. G. Immink, emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland, niet gek. „Kaag en Rutte zeggen immers in een christelijke traditie te staan.” Ook Grapperhaus is christelijk.
Overigens was de aanslag op De Vries niet het enige recente voorval waar bidden zo prominent een plek kreeg. Toen op 12 juni tijdens de voetbalwedstrijd Denemarken-Finland een van de spelers, Christian Eriksen, een hartstilstand kreeg en in elkaar zakte, zei analist en oud-voetballer Kenneth Perez: „Het is nu hopen en bidden voor Christian Eriksen.”
Zowel bij De Vries als bij Eriksen gaan levens langs het randje van de dood. Dat zet mensen aan tot bidden, zegt ds. Van Olst. Toch denkt hij niet dat nood in het algemeen leert bidden. „Nood kan ook een hele andere uitwerking hebben.”
Evangelist M. Vos van de evangelisatiepost van de gereformeerde gemeente in Amsterdam, zegt het zo: „In de meeste nood wordt er gevloekt en alleen God leert bidden. Maar als mensen op de rand van de dood liggen, zie je dat niet alles maakbaar is. En dan heb je iets nodig om op terug te vallen.”
Eyeopener
Precies dat is er aan de hand als seculiere mensen in een crisissituatie zeggen dat ze bidden, zegt prof. dr. Immink, die het boek ”Bidden in het besef van Gods tegenwoordigheid” schreef. „Wat onchristelijke mensen bidden noemen komt qua inhoud in de buurt van het voor iemand duimen of sterk aan iemand denken. Dat moeten we dus niet interpreteren vanuit het christelijk geloof. Veel mensen in onze maatschappij hebben een niet-religieuze levensstijl, maar volstrekt seculier leven is bijna niet vol te houden. Bijna iedereen heeft op de bodem van zijn hart een religieus gevoel dat op onbewaakte ogenblikken als bij zo’n schietpartij naar boven komt.”
In Amsterdam houdt de aanslag op De Vries de mensen bezig, ziet evangelist Vos. Het bidden van Rutte en Grapperhaus kan volgens hem een aanleiding vormen om over het gebed te beginnen, zegt hij. „Wel is het zo dat het in het inloophuis van de evangelisatiepost meer speelt dan op straat. Als mensen binnenkomen, beginnen ze zelf over die schietpartij. De vrijwilligers die hen opvangen, leggen dan de link met het gebed. Vooralsnog merk ik niet dat de woorden van de ministers een eyeopener zijn voor de mensen, maar misschien is dat volgende week anders.”