Oogst boerenprotest blijkt straks uit tekst regeerakkoord
Nederland heeft een probleem met stikstof. Wie dat vergeten was, is door de boerenacties van woensdag weer wakker geschud. Het protest legt ook een ander probleem bloot: de groeiende kloof tussen stad en platteland.
Donderdag. Het Haagse Malieveld ligt te glanzen in de ochtendzon. Medewerkers van Staatsbosbeheer gaan kijken of de grasmat schade heeft opgelopen. Er mochten 75 trekkers het terrein op – de rest moest in een naburige straat parkeren. Die straat bleef leeg, op het veld stonden er honderden.
Boeren laten zich moeilijk sturen als ze zich in hun vrijheid beperkt voelen. De tijd dat de boer koning was op zijn eigen land is allang voorbij. Vandaag moet hij voortdurend verantwoording afleggen. Hoeveel dieren heb ik, hoeveel mest rijd ik uit en wanneer doe ik dat, welk gewasbeschermingsmiddel spuit ik, zijn mijn vergunningen actueel? Van tijd tot tijd komt een controleur het erf oprijden om alles nog eens na te kijken. Big brother is watching you.
Lastig, vervelend misschien, maar nog wel te behappen. De stikstofcrisis is veel bedreigender. Nederland blijkt zich niet aan internationale afspraken te houden, waardoor de economie op slot komt te staan. Hoewel de landbouw daar geen schuld aan heeft, lijken over elkaar heen buitelende adviezen van wetenschappers, planbureau’s en politici maar één oplossing te zien: (veel) minder vee en (veel) minder boeren.
Het zorgt voor grote onzekerheid, voor wanhoop: kan ik –en kunnen mijn kinderen– nog boer blijven? Voor verontwaardiging ook: waarom moet de boer bloeden, terwijl andere stikstofuitstoters worden ontzien?
De boer wil duidelijkheid. Hij wil waardering voor zijn werk als voedselproducent en beheerder van het landschap, voor de spilfunctie van de landbouw bij het leefbaar houden van het platteland. Daarom reed hij woensdag weer naar Den Haag of een provinciehoofdstad.
De stedeling keek er naar, dacht misschien even na over de teksten op spandoeken maar spoedde zich al snel naar de supermarkt om in de rijk gevulde schappen nog wat in te slaan voor het diner. En ’s avonds op het journaal ging het vooral over de schokkende aanslag op Peter R. de Vries.
Politici, voor zover ze de moeite hadden genomen, herhaalden op het Malieveld hun bekende standpunten, veelal overlopend van begrip voor de boeren. Sommigen visten schaamteloos naar extra stemmen bij de volgende (gemeenteraads)verkiezingen.
Steun
Plattelandsburgers staken hun steun voor de boeren –hun buren– ook deze keer niet onder stoelen of banken. Vaak werken ze zelf bij een bedrijf dat op een of andere manier aan de landbouw is gerelateerd, van agribusiness tot accountantskantoor.
En de boer? Die stond donderdag in alle vroegte in de melkput, leverde een koppel varkens af voor de slachterij of maakte de trekker klaar om het land op te gaan.
Wat heeft het boerenprotest van woensdag opgeleverd? Dat zal pas blijken als de tekst van het nieuwe regeerakkoord naar buiten komt. Als D66 zijn zin krijgt, zijn de boeren woensdag alvast gewaarschuwd. In de woorden van Tjeerd de Groot: „Laat jullie geen zand in de ogen strooien. De veestapel moet fors inkrimpen. Er blijft plek voor landbouw, maar wel heel anders dan nu.”