„Bidden is onmisbaar én het is niet makkelijk.” Die overtuiging stimuleerde ds. A. Th. (Anne) van Olst tot het schrijven van ”Bidden kun je leren”. In deze „praktische gids voor gebed” gaat hij onder meer in op lofprijzing, voorbede, gebedskringen en een Bijbelse gebedshouding.
In de hal van de christelijke gereformeerde kerk in Antwerpen staat een tafel met Bijbels en christelijke lectuur in diverse talen. Ook het pas verschenen boek van ds. Van Olst, sinds juni 2015 jaar werkzaam in de Belgische stad, staat erbij. De predikant neemt plaats aan een tafel in de lichte ruimte, met schuin zicht op de kerkzaal.
<InlineImage imgUrl=“https://images.rd.nl/fill/w:2500/h:2500/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F17271587_fd93023a45.JPG” caption=“Ds. A. Th. van Olst schreef het boek “Bidden kun je leren”. beeld Spaghetti Fotografie” alt=“17271587.JPG” />
Waarom is bidden niet makkelijk, zoals u zegt?
„Ik geloof dat er geen christen is die ooit een diploma voor het gebed zal halen. En als iemand dat idee wel heeft, zou ik hem niet graag feliciteren. Je kunt vreugde vinden in het gebed, maar je loopt er even hard tegenaan dat je verslapt. Soms heb je geen woorden of gaan je gedachten onder het bidden alle kanten op. Het is goed om daar aandacht aan te besteden. De Heere Jezus heeft niet voor niets gezegd dat we moeten volharden in de gebeden.”
U noemt het een „geweldige ontdekking” als je ziet dat bidden eerder antwoorden is dan vragen. Waarom?
„In het verleden dacht ik dat bidden vooral mijn zoektocht naar God was, mijn vraag aan Hem. Die gedachte kom ik op catechisaties en cursussen ook nogal eens tegen. Mensen zeggen: „Ik bid wel, maar krijg ik ook iets terug? Ik roep, maar gaat God ook antwoord geven?” Het is bevrijdend, en ook ontspannend en verrijkend, om te ontdekken: tegen de tijd dat ik ga bidden, krijgt Gód eindelijk antwoord. Hoe vaak heb ik niet gezwegen terwijl Hij sprak? Zijn spreken is er veel eerder dan ons spreken. Als we zien dat bidden niet in de eerste plaats vragen maar antwoord geven is, worden we klein, nederig, bescheiden én verwachtingsvol. We bidden niet in het luchtledige, God is de eerste.”
Als je wilt groeien in je gebeden, is het belangrijk je te oefenen in lofprijzing, schrijft u. Hoe doe je dat?
„Het is belangrijk om, zoals de Heere Jezus ons in het Onze Vader leert, lofprijzing een plek te geven in ons gebed. De Bijbel is er vol van. De dichter van Psalm 145 zegt bijvoorbeeld: „Heere, ik wil U loven, ik wil U roemen.” Nou, ga dat dan maar doen, zou je zeggen. Maar met dat hij dit zegt, dóét hij het al. Lofprijzing heeft haar eigen grammatica. Zeg maar hoe groot de Heere is en hoe goed.
Als je je gebed begint met lofprijzing, is dat niet alleen tot eer van God, het doet ook iets met jezelf. Bij alles wat je vervolgens aan de Heere vraagt, past het besef dat het erom gaat te leven tot eer van God.”
Soms klinkt de oproep om dagelijks te bidden voor één of meer personen die God niet kennen. Hoe kijkt u daar tegenaan?
„Dat zou ik zeker doen. De Heere leert ons in 1 Timotheüs 2 voor anderen te bidden. Dat is nooit zinloos. Ik moet zeggen: geloofde ik dat maar meer. Tegelijk staan we hier voor een mysterie, want we weten niet precies hoe de Heere onze gebeden inschakelt in Zijn plan.
Bidden voor je omgeving verandert ook jezelf. Wanneer je op zondagochtend bidt dat de Heere nieuwe mensen naar de kerk brengt, heet je iemand die ineens binnenloopt hartelijk welkom en denk je niet: Wat doe jij hier? Als ik voor mijn buurman bid en ik kom hem daarna tegen, kijk ik met andere ogen naar hem. Een leraar zei: Als ik ga bidden voor de lastigste leerling in de klas, verandert er iets. Dat hoeft niet te betekenen dat die persoon verandert, maar wel mijn geïrriteerde houding naar hem toe.”
Welke plek ziet u voor gebedskringen in de gemeente?
„De Bijbel geeft alle aanleiding om te vragen: Wat is er aan de hand als je in de gemeente niet samen bidt? In het boek Handelingen staat dat de gemeente biddend samenkomt. Een van de redenen om samen te komen in een gebedskring, is dat je een stok achter de deur hebt. Soms komt het er niet van om tijd vrij te maken voor gebed, maar als het in je agenda staat en mensen wachten op je, dan ga je. Samen bidden heeft mij vaak geholpen om me een halfuur of een uur op God te richten. Daarbij hoef je niet zelf voortdurend woorden te vinden, want anderen reiken je die ook aan.
Een gebedskring is niet de enige mogelijkheid om samen te bidden. Een Bijbelstudiegroep heeft eveneens aandacht voor gebed, al zou dat soms misschien meer kunnen zijn. En wie wijst op het gezamenlijke gebed in de zondagse eredienst, heeft natuurlijk gelijk. Toch merk ik dat daarnaast het samen bidden in kleine kring zegenrijk kan zijn.”
Soms leeft de angst dat bidden in een gebedskring gemakkelijk eenzijdig kan worden.
„Wanneer is een gebed eenzijdig? Als er alleen lofprijzing zou zijn of alleen verootmoediging en geen dankzegging. Of als het alleen om voorbede gaat. Ik ben daar niet zo bang voor. In een gebedskring kun je elkaar juist aanvullen. Bovendien: iedereen, ook een dominee, loopt het gevaar dat zijn gebeden eenzijdig worden. Het is daarom belangrijk het gesprek over bidden met elkaar aan te gaan.”
Erg lang bidden als je voorgaat, is „misdadig” voor al die mensen die proberen mee te bidden. Dat klinkt scherp.
„Het is vooral een denkduwtje en ik geef bewust niet aan wat ”te lang” is.” Met een glimlach: „Ik loop het risico dat deze zin door mijn gemeente op mijzelf van toepassing wordt geacht. Juist daarom heb ik hem opgeschreven. Als voorganger moet je de gemeente meenemen in het gebed. Het is dienstbaar werk. Je moet kerkgangers niet overvragen. Een kwartier lang meebidden is een inspanning van jewelste, zeker op een warme zomerdag, met je ogen dicht. Je gedachten worden heel snel afgeleid. Realiseer je dat als je thuis, in de kerk of in de klas voorgaat.”
Hoe belangrijk is de houding bij het bidden?
„Als je nadenkt over de gebedshouding is het frappant dat wij een gebruik kennen –gesloten ogen en gevouwen handen– dat niet verkeerd hoeft te zijn, maar dat in de Bijbel niet voorkomt. Knielen komen we in de Bijbel wel tegen, maar ons kerkmeubilair kent geen knielbanken. Thuis knielen we misschien voor het bed, maar verder? Doen we het weleens als gezin of als kerkenraad, zoals Paulus met de ouderlingen neerknielt op het strand van Milete?
Het gaat mij er niet om veranderingen te bepleiten, maar ik reik gedachten aan om andere gebedshoudingen eens te overwegen.Wat ik duidelijk wil maken, is: je houding doet ertoe als je bidt. Ik ben ervan overtuigd dat je van een nonchalante houding nonchalante gebeden krijgt. Als je met je houding markeert dat je gebed tot eer van God is, zal dat voor jezelf tot zegen zijn.”
Bidden kun je leren. Praktische gids voor gebed, Anne van Olst; uitg. KokBoekencentrum, 160 blz; € 14,99