Bleker: als bewindsman niks gemerkt van gesjoemel in pulsdossier
Voormalig staatssecretaris Henk Bleker was in zijn tijd niet op de hoogte van ambtenaren die gesjoemeld zouden hebben met cijfers om meer schepen toe te laten die met de pulstechniek mogen vissen. Uit onderzoek door de NOS blijkt dat Nederland, ook in de tijd dat Bleker staatssecretaris van Landbouw was, met ‘creatief rekenwerk’ steeds meer pulsvisvergunningen kreeg.
De Europese Commissie gaf in 2011, onder het mom van wetenschappelijk onderzoek, 20 vergunningen aan Nederland. Volgens de NOS, dat stukken opvroeg met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) ging Brussel ervan uit dat het onderzoek zou worden gedaan met 20 van de 22 pulsvissersboten die toen al toegelaten werden. Maar het kabinet Rutte-I gaf er 20 vergunningen bíj, waardoor het totaal op 42 kwam.
Bleker zegt desgevraagd dat hij daarover in het WNL-programma Haagse Lobby in 2018 al „genoeg” heeft gezegd. In dat programma wordt de actie van Bleker een „stunt” genoemd. De voormalig bewindsman zelf noemt het een „lobby uit het leerboekje” waar hij „veel plezier” aan beleefde.
Nu zegt Bleker wel dat hij weet dat er „wat gedoe” was over de manier waarop het onderzoek naar de pulstechniek werd uitgevoerd. „Dat ging niet zoals de Europese Commissie had verwacht”, aldus de voormalige CDA-staatssecretaris. Uit de vrijgegeven stukken blijkt namelijk dat het onderzoek uiterst langzaam op gang kwam, en het ministerie niet was voorbereid op het regelen van zo’n onderzoek.
Dat ambtenaren „maximaal creatief” met cijfers omgingen in de lobby om meer pulsvergunningen, heeft Bleker naar eigen zeggen totaal niet meegekregen. „Wat ambtenaren onderling, verticaal en horizontaal, met elkaar communiceren, krijg je echt niet allemaal mee als bewindspersoon.” Hij benadrukt dat het ambtelijke werk niet alleen bij zijn ministerie lag, maar ook bij de Permanente Vertegenwoordiging, dat in Brussel de belangen van het Nederlandse kabinet behartigt. „Die twee bereiden samen allerlei dossiers voor die je als bewindspersoon te behandelen hebt in een raad van visserijministers.”