Leden CDA vervroegd bijeen na opstappen Omtzigt
Het CDA moet de leden vervroegd bijeenroepen op een ledencongres. De partij onthulde maandag ook de identiteit van de sponsor die de campagnekas vulde met 1,2 miljoen.
Het initiatief van de Stichting voor Sociale Christendemocratie om een extra CDA-congres te houden naar aanleiding van de gebeurtenissen rond Pieter Omtzigt kan rekenen op voldoende steun van de partijleden. Dat liet woordvoerder Henriëtte van Hedel van de stichting maandagavond weten.
Het huishoudelijk reglement van de partij schrijft voor dat er een extra congres moet komen als ten minste 1 procent van de leden een oproep daartoe steunt. Met 500 ondertekenaars werd die grens maandag ruimschoots behaald.
De Stichting voor Sociale Christendemocratie, die zelden op de voorgrond treedt, heeft een conservatieve signatuur. Onder anderen oud-CDA-Kamerlid Martijn van Helvert, die bij de laatste verkiezingen buiten de boot viel, vroeg en kreeg assistentie van deze CDA-denktank bij het opstellen van een notitie om het onderwerp christenvervolging weer op de kaart te krijgen.
Veel voorzitters van provinciale CDA-afdelingen lieten maandag weten het liefst te willen wachten met een vervroegd partijcongres totdat het rapport van de commissie-Spies er is. Deze commissie moet het verloop en de teleurstellende uitslag van de CDA-verkiezingscampagne evalueren. De partijbaronnen worden vrijwel zeker op hun wenken bediend. Voor het organiseren van
het congres heeft de partijtop statutair gezien acht weken de tijd, terwijl het rapport van Spies al medio juli wordt verwacht.
In een rondgang toonden meerdere provincievoorzitters zich ernstig bezorgd over de staat waarin het CDA zich thans bevindt. „Leden verwijten het CDA het vertrek van Omtzigt”, zegt de
Overijsselse CDA-gedeputeerde Eddy van Hijum, tevens oud-Kamerlid. „Je merkt hier dat ze graag gehoord willen worden.” Van Hijum noemt de situatie ernstig. „Het is erop of eronder. Er zal een aantal dingen moeten veranderen, want de toekomst van het CDA staat op het spel.”
Lijmpoging
Een andere CDA-vereniging, Midvoor, pleit voor een lijmpoging met Omtzigt. „Niet nu, maar als Omtzigt is hersteld”, zei woordvoerder Bart van Horck maandag tegen de NOS. Midvoor wil dat het CDA weer een middenkoers gaat varen, met meer aandacht voor de kernwaarden. De vereniging vroeg de partijtop ook opheldering te geven over de drie laat door het CDA ontvangen donaties van alles bij elkaar meer dan 1 miljoen, waarover Omtzigt in zijn memo schreef.
Aan de roep om openheid kwam de CDA-top maandagavond tegemoet. Daarbij blijkt dat er niet van drie geldschieters sprake is, maar slechts van één. Het gaat om zakenman Hans van der Wind; een bekende CDA-donateur en inmiddels voorzitter van de commissie fondsenwerving en in die hoedanigheid prominent lid van het campagneteam. Vanuit twee vennootschappen die beide op zijn naam staan, Tetu C BV en Movet Beheer BV, stortte hij in februari en maart in totaal 1,2 miljoen in de partijkas, zo blijkt uit een overzicht dat het CDA maandag openbaar maakte.
Op de website van het CDA verklaart Van der Wind te hebben gehandeld uit affiniteit met het CDA-gedachtegoed. De multimiljonair, die tegenwoordig handelt in safaritenten, zegt zich vooral sterk te willen maken voor familiebedrijven, onderwijs, gelijke kansen en het klimaat.
Impasse
Onduidelijk blijft welk aandeel Van der Wind, die ook de bedenker is van de Club van 100 die fondsen werft voor de CDA-verkiezingscampagne, heeft gehad in het terugtreden van Hugo de Jonge, die lijsttrekker was voordat Wopke Hoekstra aantrad. In zijn memo onthult Omtzigt een op 28 november door Van der Wind aan de
partijtop verstuurde mail waarin hij zijn zorgen uit over de karig gevulde verkiezingskas. Daarin schrijft Van der Wind verder dat hij al eerder heeft aangegeven waardoor „de huidige impasse” zijns inziens wordt veroorzaakt, maar dat hij dat in de mail niet wil herhalen.
Omtzigt zegt te hebben gehoord dat Van der Wind doelde op De Jonge. Die zou vervolgens onder druk van de sponsors en uiteindelijk ook van het partijbestuur door toenmalig partijvoorzitter Ploum zijn gevraagd terug te treden; wat hij uiteindelijk op 10 december deed.