Opinie

Welbeschouwd: Voor christen breekt verleidelijke sportzomer aan

De komende maanden staan verschillende grote sportevenementen op het programma. Voor christenen die van sporten houden, breekt er een verleidelijke tijd aan.

Henk van den Berge
12 June 2021 18:16
De oranjekoorts leidt hier en daar tot geheel versierde woonwijken. beeld ANP. Remko de Waal
De oranjekoorts leidt hier en daar tot geheel versierde woonwijken. beeld ANP. Remko de Waal

Het Europees kampioenschap voetbal begon vrijdag. Over enkele weken volgt het tennistoernooi Wimbledon in Londen en daarna het wielerspektakel van de Tour de France. De sportzomer sluit af met de Olympische Spelen in Japan.

Een fors deel van de samenleving is in de ban van het Nederlands voetbalelftal, dat zondag zijn eerste wedstrijd speelt. Er zullen miljoenen mensen aan de buis gekluisterd zitten. Menige straat hangt vol oranje vlaggetjes en allerlei winkels spelen met acties in op koning Voetbal. Maandag zal de uitslag een dankbaar gespreksonderwerp zijn op school, op het werk of in de buurt.

Natuurlijk zijn er mensen die niets van al die overdreven aandacht voor het Nederlands elftal moeten hebben. Ze ergeren zich terecht aan de haast religieuze trekjes van het voetbal waar topspelers worden vereerd als godenzonen en de stadions worden beschouwd als voetbaltempels. En dat geldt zeker niet alleen voor sportieve jongeren. Zelfs mensen die amper een gerichte trap tegen een bal kunnen geven, doen vaak met de massahysterie mee.

Nu zou het gemakkelijk zijn om te denken dat de interesse voor de sportevenementen alleen iets is van ‘de wereld’. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ook in de gereformeerde gezindte veel jongeren en ouderen sport leuk vinden. En dat gaat verder dan degenen die zelf een balletje trappen of met een racefiets de weg op gaan. Ook menige ‘passieveling’ volgt de wedstrijden.

Belangrijk is daarom dat er aandacht is voor bezinning. Dat vereist tact. De constatering dat het een belachelijke bezigheid is om hard achter een bal aan te rennen of je in het zweet te fietsen, zal zelden leiden tot een serieus gesprek.

Een veelgehoord argument tegen sporten is dat het een nutteloos tijdverdrijf is. Op de tijd moet inderdaad goed worden gelet, maar dat geldt ook voor iemand die bijvoorbeeld de ene na de andere roman leest of de avond vult met prietpraat. Van belang is om niet al het sporten over een kam te scheren. Beweging is goed voor de gezondheid en als ontspanning. Dat geldt zeker in onze gestreste tijd, waarin veel mensen een zittend beroep hebben. Daar mag in de gereformeerde gezindte best meer aandacht voor zijn.

Bij elke activiteit –dat geldt niet alleen voor sport en lichaamsbeweging maar ook voor bijvoorbeeld het werk– geldt dat je er niet in op moet gaan. Voetbal, tennissen en schaken kunnen leuk zijn, maar je moet er je hart niet op zetten. Helaas is het tegendeel te zien. De sportverdwazing heeft grote vormen aangenomen – en dat niet alleen bij sporters, maar ook bij supporters.

De oranjekoorts rond het Nederlands elftal en de overweldigende belangstelling voor de vele miljoenen kostende sportevenementen duiden ten diepste op leegte bij de mens. De apostel Paulus zet daar in de Bijbel iets essentieels tegenover. Hij schrijft in 1 Timotheüs 4:8 dat de lichamelijke oefening tot weinig nut is, want het moet gaan om het dienen van God. Die alleen kan de leegte écht vullen en behoeden voor verleidingen.

De auteur is adjunct-hoofdredacteur bij het Reformatorisch Dagblad

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer