ProLife Europe ziet onwetendheid over abortus als een kans
Abortus moet bespreekbaar en uiteindelijk ondenkbaar worden. Dat is het doel van ProLife Europe, een internationale jongerenbeweging die ook in Nederland van zich laat horen.
„Voorstanders van abortus hebben er baat bij om dit thema taboe te houden”, stelt Wilco Kodde (30), die de activiteiten van ProLife Europe in de Benelux coördineert. „Jongeren zijn vaak automatisch voor abortus, maar hebben er niet langer dan een minuut over nagedacht.” Het gebrek aan kennis ziet de club als een kans voor zijn boodschap. „Als jongeren meer over abortus weten –hoe vaak het voorkomt, hoe lang het mag– gaan ze er in de regel conservatiever over denken.”
Neem de ideeën die leven over de redenen waarom vrouwen voor abortus kiezen. „Bijna iedereen komt aanzetten met het argument van een zware handicap of –nog vaker– verkrachting. Maar dat klopt niet.” Onlangs ontmoetten vrijwilligers nog een jongere die dacht dat er in Nederland honderd abortussen per jaar plaatsvinden. Het gaat om honderd per werkdag, vertelden ze. Kodde: „We moeten gewoon over de feiten gaan praten.”
Opstarten
ProLife Europe begon in Duitsland en Oostenrijk, en is nu in twaalf landen actief. Sinds vorig jaar trekt de club, die leeft van donaties, ook in Nederland de straat op. Bewust gebeurt dat niet vanuit een religieuze overtuiging. „Een christelijke identiteit wordt al snel als een voorwaarde gezien om prolife te zijn. Wij willen niet dat dat in de weg zit”, legt Kodde uit. De praktijk leert wel dat het geloof bij veel vrijwilligers –zo’n 45 in Nederland– meespeelt in de motivatie om actief te zijn.
De coronacrisis maakte het opstarten vorig jaar lastig. „De lockdownperiode was funest voor onze activiteiten en het werven van vrijwilligers.” Inmiddels zijn er in Amsterdam, Den Haag en Utrecht groepen actief. Behalve de zogenoemde outreaches, waarbij mensen op straat het gesprek aangaan, gaat de organisatie gastlessen op scholen geven. Verder is het de bedoeling dat er op universiteiten groepen actief worden die bijvoorbeeld meedoen aan studentendebatten, voor universiteitsbladen schrijven of hun gezicht laten zien bij stands op informatiemarkten.
Waarom richt ProLife Europe zich specifiek op jongeren?
„Het liefst zie je dat iedereen prolife is, maar wij gaan bewust voor de nieuwe generatie. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Ouderen zullen zelf niet meer voor de keuze van een abortus staan. In die zin is het voor jongeren ook relevanter om erover na te denken.”
Er bestaat al een handvol prolifeorganisaties in Nederland. Waarom nog zo’n club?
„Dat was ook mijn vraag toen ik voor deze baan benaderd werd: weten jullie wel dat er in Nederland al allerlei organisaties bestaan? Gelukkig werken we goed samen. Wij participeren bijvoorbeeld in het platform Week van het Leven. En onlangs gaven we samen met Schreeuw om Leven een onlinetraining over hoe je het prolifegeluid uitdraagt, waar mensen uit beide organisaties aan deelnamen.”
Waarin onderscheidt ProLife Europe zich?
„Wij richten ons niet op hulpverlening, maar op educatie en bewustwording. Doordat we niet werken vanuit een christelijke identiteit, kunnen we breed jongeren bereiken, ook op openbare scholen. De focus op jongeren is uniek. En dankzij de connecties in Europa hoeven we niet zelf het wiel uit te vinden. Het heeft iets aantrekkelijks om ervaringen en tips uit te wisselen met prolifejongeren –van Scandinavië tot Malta– die hetzelfde gedachtegoed delen. In lockdowntijd volgden we met prolifers vanuit heel Europa webinars en onlinelezingen.”
Met een straatactie bereik je een handjevol mensen. Heeft het zin wat jullie doen?
„De statistieken zullen niet op korte termijn ombuigen, maar op persoonlijk niveau kunnen we wel een leven van verschil maken. Tijdens een gesprek wordt er een zaadje geplant, want iedere minuut die jongeren over abortus nadenken, is doorgaans meer dan ooit daarvoor. Wel zullen we meer bereiken als de organisatie flink uitbreidt. Daarom willen we op meer plekken actief worden.”