In zeventien talen tegelijk is Wycliffe Bijbelvertalers onlangs vertaalprojecten in Congo gestart. „Je hoeft niet eerst een Bijbelvertaling af te ronden om dan pas met een volgende te beginnen.”
Gerben en Gerda Budding werken sinds 2016 voor Wycliffe Bijbelvertalers in Congo. Het land met ruim 100 miljoen inwoners, werd jarenlang geteisterd door burgeroorlogen. Sinds enkele jaren is de situatie in het Centraal-Afrikaanse land redelijk stabiel. Juist door die rust is het mogelijk dat het Bijbelvertaalwerk weer doorgang kan vinden. In het land, waar zo’n 200 talen gesproken worden, is Wycliffe onlangs gestart om in zeventien talen tegelijk aan Bijbelvertalingen te werken. Gerben: „Je wilt een beetje tempo maken. Je hoeft niet eerst een taal af te maken en dan met de volgende te beginnen. Er zijn veel vertaalteams actief. Diverse talen hebben ook verwantschap. De mensen en middelen zijn er, dan kan het heel hard gaan.”
Ondanks de onlangs opgestarte vertaalprojecten is pas in zo’n 35 talen de Bijbel beschikbaar en wordt er op dit moment in zo’n 80 tot 100 talen gewerkt aan een Bijbelvertaling.
Energiesysteem
Het echtpaar Budding leeft in Bunia, een stad in het noorden van de Democratische Republiek Congo. In dienst van Wycliffe focussen ze zich beiden op hun eigen werkzaamheden.
Gerben is verantwoordelijk voor de technische ondersteuning van de lokale vertalers. „Ik zorg ervoor dat de vertalers een goedwerkende internetverbinding en de juiste software hebben. Waar nodig leggen we een energiesysteem aan.”
Zijn achtergrond in softwareontwikkeling komt goed van pas. Zodra er een nieuwe versie van het vertaalprogramma Paratext uitkomt, traint Gerben de veldwerkers in het omgaan hiermee. „Juist door technologische ontwikkelingen is het vertaalwerk in een stroomversnelling geraakt. Toen alles dichtzat vanwege corona, zorgden goede satellietverbindingen dat een vertaalconsulent op afstand kon werken. Dat scheelt heel veel tijd en geld.
Technologie versnelt de komst van nieuwe Bijbelvertalingen.”
Alfabetisering
Gerda houdt zich bezig met alfabetiseringsprogramma’s voor jongeren en ouderen. „Voor veel Congolezen is het niet vanzelfsprekend dat ze de vertaalde Bijbel kunnen lezen. Als de Bijbel er in hun eigen taal is, wil je ook dat de mensen dat zelf kunnen lezen. Daarom zijn er alfabetiseringsprogramma’s, speciaal voor de lokale taal. We beginnen vaak met predikanten en ouderlingen. Zij zijn vaak het Frans –de officiële taal van Congo– machtig, maar kunnen hun eigen taal niet vloeiend lezen. We leiden daarbij lokale trainers op die op hun beurt het onderwijs doorgeven. Als predikanten tijdens de dienst de vertaalde Bijbel gebruiken en bekwaam zijn om een preek in hun eigen taal te houden, stimuleert dat de gemeenteleden om de Bijbel in hun eigen taal te gaan gebruiken.”
Het onderwijssysteem in Congo start met onderwijs in een regionale taal, bijvoorbeeld het Swahili, en gaat al snel over naar het Frans. „We willen graag dat kinderen de eerste jaren op school in hun eigen lokale taal les krijgen. Dit helpt enorm voor het begrip en geeft goede leerresultaten. Daarna kunnen ze Frans en Swahili leren. Gelukkig staat de overheid niet onwelwillend tegenover dit idee. We willen zo de lokale taal meer aanzien geven.”
Bemoedigend
De reactie van de Congolezen op het voortschrijdende vertaalwerk is bemoedigend, vindt Gerda. „Veel mensen zijn blij met de resultaten. Ze zien de noodzaak in van het vertaalwerk. De Bijbel in hun taal is belangrijk voor hen.”
Gerben signaleert hoe het vertaalwerk een soort golfbeweging is. „In tijden van onlusten ligt het alfabetiseringswerk en vertaalwerk soms stil. Maar daarna komt er weer vaart in. Dan werkt de Geest en gaat het werk door, ook in Congo. De stapjes zijn goed zichtbaar. Eerder werd er pas een uitgave gemaakt als het hele Nieuwe Testament klaar was. Nu beginnen we met het Bijbelboek Lukas. We geven het uit als het klaar is. De mensen horen en zien dat het werk doorgaat.” Gerda: „Dat God zo dichtbij komt is voor Congolezen belangrijk. Hij wil in hun taal tot hen spreken. Dat raakt mensen. Iemand zei: „Vroeger kwamen de zendelingen. Nu is Jezus zelf bij ons gekomen in Zijn Woord. Opeens is Hij heel dichtbij.””