Sjaak en Adeline van Rijssel zijn na een verblijf van vier jaar in Congo terug in Nederland. Het werk in het Afrikaanse land laat bij hen grote indruk achter. „Er is in Congo een grote vraag naar Bijbels onderwijs.”
De Van Rijssels kwamen kortgeleden terug in Nederland. „We hadden een gevoel van thuiskomen”, zegt Adeline thuis in Hendrik-Ido-Ambacht.
De woonkamer van het zendingsechtpaar huisvest een groot aantal voorwerpen die ze uit diverse landen meegenomen hebben. De meeste spullen komen uit Guinee: een enorme vijzel met een 1,5 meter lange stamper; een ”cora”, een soort gitaar, gemaakt van de vrucht van een kalebas; en een xylofoon van tropisch hardhout. Uit Oekraïne komt een matroesjka: een holle pop waarin kleinere poppen zitten. Het hardhouten wandbord met de tekst ”Une parole certaine” (1 Timotheüs 1:15) kregen ze van hun studenten uit Congo die Bijbels onderwijs volgden.
Rangorde
Het was eerst niet de bedoeling dat de familie les zou gaan geven in het Afrikaanse land. Het echtpaar werkte namens Kimon onder kinderen in Congo. Dat vergde heel wat van hun krachten. Maar het onderwijs „kwam op hun pad.”
Stichting Kimon, een interkerkelijke zendingsorganisatie die zich wereldwijd inzet voor kinderen, is verantwoordelijk voor de opvang van straatjongeren in de stad Bukavu. De jongeren worden op straat uitgenodigd om naar het centrum te komen. Daar krijgen ze eten en volgen ze een programma, waarvan Bijbels onderwijs een vast onderdeel is. Het streven is dat de maximaal zestien jongeren na zes maanden een betere plaats vinden in de maatschappij en hun plek in het gezin weer innemen.
Het is moeilijk werk, vertelt Sjaak van Rijssel. „Op straat heerst een rangorde onder de jongeren. De sterkste is de baas. In het centrum krijgen ze een regelmatig leven met rust, reinheid en regelmaat, maar moeten ze wel gehoorzamen. Niet alle jongeren zijn te handhaven. Er komen diefstallen, ongewenste zwangerschappen en andere moeilijke zaken voor, maar er gebeuren ook mooie dingen.”
Adeline vertelt het verhaal van Adolph en laat een foto zien van een jongen met een open blik. „Het is ongelooflijk zoals Adolph veranderd is”, zegt ze. „Hij komt uit een gezin van zeven kinderen, voor wie de moeder alleen moest zorgen nadat de vader ervandoor was gegaan. Adolph was fors en voelde zich de koning van de groep jongeren op straat. Hij luisterde in de dagopvang nergens naar en tiranniseerde de anderen.”
Toen het niet langer ging, maakte Adeline de moeder van Adolph duidelijk dat haar zoon niet meer welkom was bij het centrum. „Zij smeekte of hij het nog een keer mocht proberen. Dat hebben we toegestaan en het ongelooflijke gebeurde. We kenden hem niet meer terug. Hij gedroeg zich keurig en paste zich aan. Nu gaat hij naar een middelbare school en hoort hij bij de besten van de klas. Zulke kinderen kunnen een heel gezin uit een cirkel van ellende mee omhoogtrekken.”
Omdat er geen opvolger voor de Van Rijssels is, stopt de dagopvang. De Congolese medewerkers van het project blijven wel Bijbellessen geven op school. „Dat werk breidt uit”, meldt Sjaak. „Bijna 200 kinderen volgen nu de lessen.”
Op de middelbare school krijgen de jongeren ook les uit het door Adeline van Rijssel in het Frans vertaalde vragenboekje van Hellenbroek, ”Vérités Divines”. Volgens Adeline geeft Hellenbroek „basiskennis.” „Er is veel vraag naar onder jongeren. Het vragenboekje is ook verspreid via WhatsApp.”
Catechismus
Sjaak van Rijssel verzamelde een interkerkelijke groep volwassenen om zich heen om samen de Heidelbergse Catechismus te bestuderen. „Dat leidde tot botsingen met voorgangers van kerken, die van een aantal leerstellingen uit de catechismus niets wilden weten. Vooral de uitverkiezing ligt bij hen onder vuur.
De deelnemers gaan nog wel naar hun eigen kerk, maar het is de vraag hoelang nog. Mede daarom is stichting Een getrouw Woord voor Bukavu opgericht, zegt Van Rijssel. „Wij willen de groepsleden blijven steunen. Er is veel vraag naar Bijbels onderwijs in Congo. Helaas is er voor zover wij weten geen Bijbelgetrouwe kerk in Bukavu. We weten niet hoe het verder moet en zien biddend uit naar de verdere leiding van de Heere met deze groep.”
Familie Van Rijssel
Sjaak van Rijssel (61) gaat in 1992 voor Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) als technisch specialist naar Guinee. Vier jaar later wordt hij als evangelist door ZGG opnieuw naar het Afrikaanse land uitgezonden. In 2000 keren hij en zijn vrouw naar Nederland terug.
In 2004 wordt Van Rijssel door het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten benoemd voor het werk onder joden in Oost-Europa. Hij geeft onderwijs aan joods-christelijke gemeenten in Oekraïne, Roemenië en Moldavië.
„Waar na terugkomst andere wegen werden toegesloten, werd een onbegrepen weg gewezen naar Congo”, aldus Van Rijssel. Het echtpaar gaat meewerken aan een straatkinderenproject van stichting Kimon in Bukavu. Het afscheid van de familie heeft in 2014 plaats in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Hendrik-Ido-Ambacht.
Aangezien het vierjarige contract met Kimon dit jaar afliep, is het echtpaar onlangs teruggekeerd naar Nederland. Ze hebben een overeenkomst gesloten met Kimon om het kinderwerk drie jaar in afgeslankte vorm voort te zetten.