Ondanks intensieve bemiddelingspogingen gaat het geweld tussen Israël en de Palestijnen onverminderd door. Operatie ”Wachter op de Muren” is nog bepaald niet voorbij.
Het leek een herhaling van zijn toespraak van eerder vorige week. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu benadrukte zondag op de televisie dat de campagne tegen de Palestijnen in Gaza nog niet op zijn eind loopt. „Wij gaan net zo lang door als nodig is, om voor u, de burgers van Israël, de kalmte en rust te herstellen. Dat zal tijd kosten.” Tegelijkertijd gaf hij toe dat hij toe dat er „internationale druk” is.
Die internationale druk is er van diverse kanten, hoewel veel diplomatie zich achter de schermen afspeelt. In de eerste plaats in de buurlanden. Egypte, dat sinds jaar en dag een belangrijke rol speelt in het tot stand brengen van een staakt-het-vuren rond de Gazastrook, probeerde tevergeefs een bestand voor elkaar te krijgen. Jordanië, dat zich met toenemende onrust op de Westelijke Jordaanoever geconfronteerd ziet, ondernam eveneens pogingen. Ook Golfstaat Qatar, dat de afgelopen jaren de aanvoer van geld en hulpgoederen richting de Gazastrook faciliteerde, mengde zich in de discussie.
De Verenigde Staten, die zich begin vorige week opvallend stilhielden rond het conflict, stuurden speciaal gezant Hady Amr naar de regio om te onderhandelen, maar hij bereikte nog geen concrete resultaten. De Amerikanen blokkeerden zondag ook een resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties waarin tot een onmiddellijk einde aan het geweld werd opgeroepen.
Demonstraties
En dan zijn er nog de pro-Palestijnse demonstraties in diverse Europese steden, en ook elders in de wereld. Op verschillende plaatsen liepen de betogingen op rellen met de politie uit. In Duitsland raakten bij confrontaties met relschoppers zeker honderd agenten gewond.
Het zijn inmiddels overbekende reacties op een oplaaiing van het geweld in de Gazastrook. En ze vormen onderdeel van de parallelle oorlog die Israël in dit geval steevast tegen de internationale publieke opinie moet voeren. Niet zelden ontaardt kritiek op het optreden van de staat Israël daarbij in regelrecht antisemitisme.
Die publieke opinie werd de afgelopen dagen ruimschoots gevoed door beelden van Palestijnse kinderen die bij Israëlische luchtaanvallen om het leven waren gekomen of zwaargewond in het ziekenhuis lagen. Extra dramatisch waren de opnames van gedode Palestijnen die door de straten van Gaza-stad en andere plaatsen in de Gazastrook werden rondgedragen.
Pamfletten
De Israëlische luchtmacht waarschuwde Palestijnse burgers regelmatig voor ophanden zijnde aanvallen, door het uitstrooien van Arabischtalige pamfletten boven de Gazastrook. Hamas riep mensen op sociale media echter juist op zich op daken van potentiële doelwitten te posteren. Ook vuurt de beweging doorgaans raketten af vanuit wooncomplexen en dichtbevolkte gebieden, zodat het risico op burgerslachtoffers bij tegenaanvallen doelbewust wordt vergroot.
Minder aandacht was er in veel internationale media voor Israëlische burgers die dekking moesten zoeken in schuilkelders of versterkte kamers als voor de zoveelste keer het luchtalarm afging. En voor de slachtoffers die vielen, doordat Palestijnse terroristen doelbewust bevolkingscentra onder vuur namen.
En intussen gaan de raketbeschietingen op Israël ‘gewoon’ door. In een week tijd schoten Hamas en Islamitische Jihad ruim 3000 projectielen af. Ook maandagmorgen klonk het luchtalarm in de dorpen en steden rond de Gazastrook met grote regelmaat. Zondag voerde de Israël intensieve bombardementen op Hamasdoelen uit. Daarbij werd opnieuw een deel van het ondergrondse tunnelnetwerk van de beweging onder vuur genomen. Ook trof de luchtmacht huizen van hooggeplaatste commandanten, infrastructuur en een complex van de inlichtingendienst van Hamas.
Doorslag
Israël balanceert tussen het herstellen van de veiligheid voor zijn burgers en de toenemende internationale druk. Voorlopig geeft het eerste de doorslag en zal het leger de aanvallen op de Gazastrook voortzetten. Aan doelen ontbreekt het niet, verklaarde een woordvoerder van de Israëlische strijdkrachten maandag. Generaal-majoor Ahjaron Haliva gaf begin mei nog bevel om de database met doelwitten op te frissen.
Dat alles biedt vooralsnog weinig hoop op een spoedig einde aan de gewelddadigheden.
