Breuk tussen Van Haga en Baudet zat eraan te komen
Dat maar liefst drie van de acht leden zich donderdag van de FVD-fractie afsplitsten, verrast. Wat niet verbaast, is dat de twee toplieden, Van Haga en Baudet, hard botsten. Dát conflict zat er onvermijdelijk aan te komen.
„FVD zal ophef zijn – of zal niet zijn”, schreef partijleider Thierry Baudet begin deze week op de site van Forum. Hij werd op zijn wenken bediend. Op Hemelvaartsdag splitsten drie Kamerleden, nota bene de nummers twee, drie en vier van de kandidatenlijst, zich af van de achtkoppige FVD-fractie. Wybren van Haga, Olaf Efraïm en Hans Smolders gaan in de Tweede Kamer de achttiende fractie vormen.
Het drietal noemt twee oorzaken van de breuk. Van Haga verwijst naar het conflict dat hij de achterliggende week met Baudet had over de 5 mei-poster van FVD. Op dit affiche wordt een vergelijking getrokken tussen de Tweede Wereldoorlog en de coronamaatregelen. Baudet staat nog altijd vierkant achter deze poster. Volgens hem wordt WOII al decennialang gebruikt om „massale immigratie en multiculturalisme te promoten en kritiek daarop te smoren.” Die „moraalmacht” van links wil hij ter discussie stellen.
Volgens Van Haga daarentegen moeten 4 en 5 mei het exclusieve domein blijven van de oorlogsslachtoffers. „Blijf daarvan af. Het is pijnlijk, onnodig en verstoort het debat.” Dit verschil van inzicht tussen beide FVD-toppers bleek niet te overbruggen.
Smolders, de vroegere chauffeur van Pim Fortuyn, ging in het Brabants Dagblad een stap verder. Hij hekelde het „solistische optreden” van partijleider Baudet. „Wij willen niet langer verrast worden door zaken als die posters. We hebben geprobeerd het binnenskamers op te lossen. Maar er is geen vertrouwen meer dat we hem kunnen beteugelen.”
Hoe dit ook zij, wie de FVD-fractie de laatste weken met aandacht volgde, wist dat na de implosie van november vorig jaar –veel Kamerkandidaten, een groot deel van de Senaatsfractie en talloze Statenleden verlieten, na gedoe over racistische appjes, de partij– een nieuwe ruzie aanstaande was.
Opvallend was dat Baudet zich na de verkiezingen terugtrok uit alle Kamercommissies waarvan hij lid was. Zelfs uit de commissie die gaat over de kunstwerken in het Kamergebouw.
Op zichzelf hóéft dat nog niet zoveel te betekenen. Ook fractieleiders als Marijnissen (SP) en Klaver (GL) zitten niet in vaste Kamercommissies. Ook is het niet vreemd dat Baudet, na de verviervoudiging van zijn fractie, besloot om veel praktisch werk aan partijgenoten over te laten. Zo kon híj zich focussen op de grote lijnen, het schrijven van essays en het prikkelen van het maatschappelijk debat door geruchtmakende tweets.
Zijn „ambtsgenoten” moesten dan maar wetsteksten becommentariëren, moties formuleren en eindeloos debatteren; bezigheden waarvan Baudet zich eerder al afvroeg of ze niet „beneden zijn waardigheid” waren. „Ik zou eigenlijk helemaal niet een politicus willen zijn”, zei hij vorig jaar in de Kamer.
Na 17 maart kreeg hij de kans het allemaal los te laten. Alleen ging hij in die terugtrekkende beweging wel erg ver. In de plenaire zaal liet de partijleider niet alleen alle coronadebatten over aan „kameraad Van Haga”; ook in publiciteit genererende debatten over de nieuwe Kamervoorzitter en over de ministerraadsnotulen betreffende de toeslagenaffaire was het de steeds bekender wordende nummer twee van de FVD die daar het woord voerde. De man die met 241.000 voorkeurstemmen nauwelijks minder stemmen haalde dan Baudet en zodoende bij de laatste stembusgang een royaal eigen kiezersmandaat creëerde.
Zo ontwikkelde Van Haga zich de achterliggende maanden –althans voor de buitenwacht– tot de de facto fractievoorzitter van FVD. Dat dit tot wrijving ging leiden, werd voor het eerst duidelijk toen Van Haga afstand nam van de omstreden poster. Waarna Baudet het nodig vond te twitteren: „Ik ben de kapitein van dit schip.”
Oh ja? Zo zoetjesaan werd Forum een schip met twee kapiteins. Inclusief het daaraan verbonden gevaar op enig moment schipbreuk te lijden.
Dat laatste had best nog enige tijd uit kunnen blijven. Maar dat het een keer mis zou gaan, lag voor de hand. Want riep het vooruitzicht dat de coronapandemie over afzienbare tijd geen politiek hoofdthema meer zal zijn, niet al de prangende vraag op hoe het dán verder zou moeten met FVD, de partij waarbij al een jaar lang alles drijft op het bestrijden van het Covid19-beleid? Zou er dán eigenlijk wel genoeg bindmiddel zijn overgebleven tussen Baudet en Van Haga?