De Gereformeerde Kerken Nederland (GKN) en De Gereformeerde Kerken (hersteld) (DGK) zijn klaar voor „een staat van vereniging.” Dat meldden deputaatschappen van beide kerkverbanden zaterdag in een gezamenlijke brief op de website van de GKN.
DGK en GKN ontstonden na 2003 uit onvrede over de koers van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. DGK tellen ongeveer 1400 leden; de GKN ongeveer 1200.
Deputaten stellen vast dat de huidige praktijk binnen de kerkverbanden rondom het omgaan met vroegere synodebesluiten, contacten met binnen- en buitenlandse kerken, stemrecht voor zusters, regels voor preeklezen en liturgische zaken „niet kerkscheidend zijn en dus erkenning en samen verdergaan in één kerkverband niet verhinderen.”
Het is volgens deputaten nu het moment om beide afzonderlijke synodes voor te stellen om de wederzijdse erkenning uit te spreken en over te gaan tot een „staat van vereniging” en daar verder vorm en inhoud aan te geven. „Ondertussen worden de gesprekken met enkele plaatselijke kerkenraden over moeiten en pijnpunten vanwege het verleden voortgezet dan wel opgestart.”
In de begeleidende brief ”Van herkenning naar erkenning” wordt gememoreerd dat de synodes van DGK en GKN in 2019 uitspraken dat de kerken elkaar over en weer herkennen als kerken van Christus. Er was eenheid tussen beide kerkverbanden wat betreft het omgaan met het gezag van de Schrift, de binding aan de gereformeerde belijdenis en de visie op de kerkorde.
Tegelijk gaven beide synodes ook aan dat er nog „verschillende pijnpunten of belemmeringen konden zijn, die weggenomen moeten worden om te komen tot de kerkelijke eenheid die Christus van ons vraagt.”
In de afgelopen periode is gebleken dat er geen kerkscheidende onderwerpen meer zijn, aldus de twee deputaatschappen. Concreet betekent dit dat nu, zo stellen zij, een gezamenlijke synode aan deputaatschappen de opdracht kan geven om op basis van Schrift, belijdenis en kerkorde te komen tot „gezamenlijke besluiten binnen het nieuw te vormen kerkverband.”
Beide deputaatschappen vinden dat „een begaanbare weg, uitgaande van onderling vertrouwen en bovenal van het vertrouwen op de Heere Die onze wegen weer heeft samengebracht.”