Over één ding waren coalitie en oppositie het donderdag eens in het Kamerdebat over de vrijgegeven notulen van de ministerraad. Jetten (D66): „Ik wil ervoor waarschuwen dat we hier allerlei opgeklopte ophef gaan hebben over zaken die de Kamer allang wist. Laten we onze energie steken in hoe we ervoor gaan zorgen dit soort ellende in de toekomst te voorkomen en hoe we het sneller oplossen voor al die getroffen Nederlanders.” Marijnissen (SP): „Ik zou echt een dringend beroep op alle collega-Kamerleden willen doen: laat het vandaag alsjeblieft vooral over die ouders gaan.”

Maar dat bleek van het parlement, immers een bij uitstek politiek orgaan, te veel gevraagd. Van het ’s morgens gestarte, tot diep in de nacht durende debat ging wel degelijk een groot deel over „Haagse dingetjes.” Zoals over de vraag wat CDA-leider Hoekstra bedoelde toen hij in de ministerraad vertelde dat hij tevergeefs geprobeerd had zijn partijgenoot Omtzigt „te sensibiliseren.”

Had hij gepoogd het lastige coalitie-Kamerlid onder druk te zetten? Hem een toontje lager te laten zingen? Niets van dat alles, betoogde Hoekstra. Het was hem er alleen om te doen geweest Omtzigt „bewust te maken” van het feit dat de toeslagenaffaire echt heel complex was en dat toenmalig staatssecretaris Snel „met de handen in het haar zat.” Meer niet.

En zo gaven ook de ministers Koolmees (Sociale Zaken) en Kaag (Buitenlandse Handel) hun eigen uitleg aan passages in de notulen die hen in een minder gunstig daglicht stelden. Smalle pad

In zijn beantwoording van de Kamer bewandelde Rutte als vanouds het smalle pad van enerzijds fouten en gebreken toegeven, anderzijds niet capituleren voor de meest wezenlijke en gevaarlijke kritiek. Jawel, als hij de notulen teruglas, was hij „niet trots” op hoe het kabinet destijds over kritische Kamerleden sprak. En nee, de uitspraak van minister Van Nieuwenhuizen (Verkeer) dat „Kamerleden van coalitiefracties nooit kritischer mogen zijn dan oppositiewoordvoerders”, had hij nooit mogen steunen. Maar dat het kabinet politieke bedoelingen had gehad met het niet of niet volledig informeren van de Kamer over de affaire rond de kinderopvangtoeslagen, dát wilde Rutte absoluut niet erkennen.

Wat erg hielp, was dat de coalitiewoordvoerders het hem op dit punt niet moeilijk maakten. Het verst in steunbetuiging aan het kabinet ging VVD-woordvoerder Hermans. Want ook al had de commissie-Van Dam al lang en breed vastgesteld dat de informatieverstrekking aan de Kamer inzake de kinderopvangtoeslagenaffaire bepaald werd door „juridisch en politiek gewenste uitkomsten”, Hermans kon dat uit de openbaar gemaakte notulen niet afleiden.

Geen kans

En zo hielden kabinet en coalitiefracties donderdag de gelederen gesloten. En maakte een door DENK-leider Azarkan al aan het begin van het debat ingediende motie van wantrouwen tegen het hele demissionaire kabinet geen kans. Alleen PVV, SP, Forum voor Democratie, Partij voor de Dieren, DENK, Bij1 en BBB steunden de motie.

Iets verder kwam Azarkan met twee andere moties. De eerste sprak uit dat de Kamer de werkwijze van dit kabinet om coalitiefracties sneller en beter over allerlei zaken te informeren dan oppositiefracties, afkeurt. De tweede dat de Kamer „het sensibiliseren” van parlementariërs afkeurt. Beide moties werden verworpen met 61 stemmen voor en 72 tegen.

Al met al lijkt de Kamer met dit „reinigingsdebat”, zoals de NOS het noemde, eindelijk een punt te hebben gezet achter Ollongrengate en Omtzigtgate. Nu alle partijen stoom hebben kunnen afblazen, staat het vizier weer voornamelijk gericht op de kabinetsformatie.

En of toeslagenouders iets hadden aan het tot half drie ’s nachts durende Kamerdebat? Voor een klein gedeelte ging het inderdaad over hen. Vooral toen staatssecretaris Van Huffelen (Financiën) uitleg gaf bij een bericht van donderdagmorgen in Trouw dat het totaal niet opschiet met het uitkeren van de beloofde 30.000 euro aan slachtoffers van de toeslagenaffaire.

Alleen, blíj zullen veel ouders van die informatie niet geworden zijn. Minder dan de helft van de mensen die zich voor 15 februari hebben gemeld bij de belastingdienst krijgen voor de deadline van 1 mei hun geld. Voor de overigen kan het boek nog altijd niet gesloten worden.