Blenheim stortte op eerste oorlogsdag bij Herkingen neer
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stortten er in Nederland bijna zesduizend vliegtuigen neer. Gerard Groeneveld schreef een boek over vijftien vliegtuigcrashes. Een ervan vond plaats bij Herkingen op Goeree-Overflakkee.
„Kijk, op die modderbanken is de Bristol Blenheim neergestort”, zegt Groeneveld, auteur van ”Neergestort – Vijftien vliegtuigverliezen in Nederland 1940-1945”. Groeneveld staat op de dijk bij Herkingen met voor zich een wei met grazende schapen en daarachter het water van de Grevelingen.
Hij is verrast door de modderbanken die herinneren aan wat hier op 10 mei 1940 gebeurde. Toen stortte op die plek de Blenheim BQ-N neer. Het Britse toestel was samen met vijf andere Blenheims erop uitgestuurd om vliegveld Waalhaven bij Rotterdam te bombarderen. Daarvan hadden Duitse troepen zich op die eerste Nederlandse oorlogsdag meester gemaakt. De Blenheims werden onder Rotterdam aangevallen door een zwerm Duitse Messerschmitts. Het vliegtuig van piloot Richard “Dickie” Haine werd geraakt en verloor snelheid en hoogte.
De piloot moest koortsachtig zoeken naar een plek om te landen. De kist maakte een zachte landing op de modderbanken. De twee bemanningsleden, Haine en Kramer, wisten uit het toestel te komen. „Ze zijn naar boerderij Krammerzicht achter de dijk gelopen, waar ze hartelijk werden onthaald”, vertelt Groeneveld. „Daarna haalden Nederlandse soldaten hen op en gingen ze terug naar Engeland, op dezelfde boot als waarmee koningin Wilhelmina het land verliet.”
Tussen de dijk en het weiland is een paneel met informatie over de crash aangebracht door de Stichting WO2 Goeree-Overflakkee. Naast tekst in het Nederlands, Engels en Duits zijn er foto’s van de gebeurtenissen van toen te zien, onder andere van de neergestorte Blenheim, de bemanningsleden en de ravage op vliegveld Waalhaven.
„De herinnering aan dergelijke gebeurtenissen wordt overal in ons land door lokale stichtingen levend gehouden en dat is waardevol”, vindt de auteur. Herinneringen bewaren was ook een belangrijke reden voor hem om het boek te schrijven. „We moeten niet vergeten wat er toen is gebeurd en hoeveel anderen hebben overgehad voor onze vrijheid.”
Het boek beschrijft vijftien crashes. Groeneveld heeft er bewust voor gekozen om slechts een beperkt aantal uit te kiezen en die uitgebreid te beschrijven. Hij besteedt vooral aandacht aan de menselijke kant. „Het gaat me niet om technische informatie, maar om de mensen die het meemaakten.”
Een aangrijpend verhaal vindt hij dat van de Short Stirling die op 6 juni 1942 bij het Friese dorp Ferwerd neerstortte. Groeneveld: „Ik kwam via internet in contact met de dochter van staartschutter Bill Goodman uit Maidstone. Daardoor kon ik de hele levensgeschiedenis van Goodman reconstrueren. Goodman kwam in krijgsgevangenschap terecht en heeft de oorlog overleefd. Ik had een oorlogsfoto van hem in mijn bezit. Zijn dochter was ontroerd toen ze die zag.”
Groeneveld kocht zo’n vier jaar geleden een groot aantal oorlogsfoto’s via internet. Daaromheen schreef hij de verhalen. De lange speurtocht naar informatie verliep moeizaam. „Ik kocht tientallen boeken in Engeland, Duitsland en de Verenigde Staten om aan juiste informatie te komen.”
Groeneveld beschreef zoveel mogelijk verschillende soorten crashes. „De verhalen zijn allemaal anders. Het gaat ook om Duitse acties en de reactie vanuit Nederland. Voor Nederlanders ongemakkelijke verhalen, zoals geallieerde bombardementen op Nederlandse steden, komen eveneens aan de orde. De vrijheid is duur betaald.”