Recreant naar het boerenland
De bossen lopen in coronatijd vol, het lege boerenland lonkt. Dat was zo’n beetje de boodschap van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap vorige maand. Maar zitten de boeren wel te wachten op recreanten?
Eerst maar eens de proef op de som nemen in de eigen omgeving. Een rondje van Barneveld naar Achterveld en weer terug. Aan de noordkant van de Barneveldsche Beek heen en terug via de zuidkant. Wat is er dan verleidelijker dan om zo snel mogelijk de drukte van de asfaltweg te verlaten en de rust van de natuur of het boerenland op te zoeken?
Natuurlijk zijn daar mogelijkheden voor. Er is buiten de asfaltweg welgeteld één plek waar wandelaars de Barneveldsche Beek over kunnen steken. Verder zijn er vele landweggetjes die er voor een wandelaar interessant uitzien, maar waar een bord bij geplaatst is. Een ruwe telling: vijftien keer ”doodlopende weg”, tien keer ”verboden toegang”, acht keer ”eigen weg” en dan nog een paar bordjes met ”privéterrein” erop; en dat allemaal in een rondje van 15 kilometer.
Aan de Klettersteeg vlak bij Achterveld is Theo Blom op het land aan het werk. De agrariër neemt de tijd om de voorbijganger te vertellen waarom al die mooie weggetjes zijn afgesloten. „Het is hier allemaal privé-eigendom. Dus iedere eigenaar mag zelf bepalen of hij wandelaars op zijn grond toelaat of niet. En als je een paar keer een grote mond hebt gekregen, dan laat je het wel om mensen toe te laten.”
Blom geeft een voorbeeld. „De wethouder uit Barneveld heeft met veel moeite voor elkaar gekregen dat er hier even verderop een rondje te wandelen valt. Alleen voor ruiters en wandelaars zonder honden. Toch is er al eens een paard van schrik de struiken ingesprongen toen er een groepje mountainbikers op volle snelheid de hoek omkwam. Ook heb ik weleens iemand met een aangelijnde hond gewezen op een reekalfje dat niet ver van het pad tussen het gras lag. We hebben zelfs eens ’s avonds laat een quad over de route zien rijden. Allemaal dingen die je gewoon niet moet willen.”
Klompenpad
Toch zijn er ook boeren die hun land wel openstellen voor wandelaars. Halverwege de Achterveldseweg staat de kaasboerderij van Gert van Middendorp en Elly van Zijtveld. Honderd meter naast hun bedrijf begint het Paradijspad, een zogeheten klompenpad richting landgoed Het Paradijs. Wandelaars steken schuin het weiland achter de boerderij over.
Van Zijtveld: „We beheren een prachtig stuk land en laten mensen daar graag van meegenieten.”
De boerin snapt heel goed de boeren in haar omgeving die liever geen mensen op het erf of in hun weiland zien. „De meeste mensen gedragen zich als gast en houden zich aan de regels. Maar er zijn ook bezoekers die denken dat weilanden gemeenschappelijk eigendom zijn en dat ze daar kunnen doen en laten wat ze willen. Zij hebben niet in de gaten dat 1 hectare weidegrond al gauw zo’n 80.000 tot 90.000 euro kost en dat een boer die grond niet voor niets heeft gekocht. Ik ga toch ook niet door een heel rijtje achtertuinen banjeren en dan boos worden als ik daar weggestuurd word?”
Een doorn in het oog zijn de honden die soms meegenomen worden. Van Zijtveld: „Ik kom mensen tegen die al drie keer een bordje zijn tegengekomen waarop staat dat honden verboden zijn, maar toch hebben ze er een bij zich. Ze zijn beledigd als ik daar wat van zeg. Maar wij hebben al eens meegemaakt dat een hele koppel koeien op drift raakte vanwege een keffende hond. De koeien raakten gewond omdat ze in paniek door het prikkeldraad renden. Dat wij dan vervolgens weer mogen repareren.” Ook wijst Van Zijtveld op een parasiet die honden kunnen overdragen op koeien waardoor die een vroeggeboorte kunnen krijgen.
Die negatieve ervaringen doen de boerin niet besluiten om te stoppen met het klompenpad over hun terrein. „Ik laat die enkeling niet het plezier vergallen van de grote meerderheid die zich wel netjes aan de regels houdt.”
G
enieten
Datzelfde standpunt neemt Karolien Hupkes, regiobestuurder van LTO Noord, in. „Wij wonen in een prachtig landschap: de Achterhoek. Als boerin laat ik graag burgers van dat landschap meegenieten.”
Hupkes woont aan een landweggetje op 400 meter afstand van een splinternieuwe wijk in Didam-Zuid. „Het voelt alsof er een woonwijk in mijn achtertuin is gebouwd. Natuurlijk kan ik me op alle mogelijke manieren aan alle kanten verzetten tegen de komst van burgers op het platteland, maar we zullen het in Nederland toch samen moeten doen. Wij boeren wonen niet op een eilandje. We zullen moeten openstaan voor de dialoog. Als wij een keer ’s morgens om 5 uur gaan maaien, stuur ik een berichtje via de buurtapp. Dan weet mijn buurvrouw dat ze waarschijnlijk niet kan uitslapen die morgen. Zo blijf je in speaking terms met elkaar.”
Volgens de melkveehoudster is het aantal mensen dat langs haar boerderij wandelt, sinds corona zeker vertienvoudigd. Onder de vele thuiswerkers is de Ommetjes-app zeer populair. „Wat is er mooier dan een ommetje door het boerenland te maken om zo even te ontspannen? Ik snap dat wel, want zelf wandel en fiets ik ook graag.”
De LTO-bestuurder ziet het als haar plicht om burgers voor te lichten hoe zij veilig en verantwoord van het boerenland gebruik kunnen maken. „Denk aan zwerfafval. Als hier iemand langsloopt en die gooit het metalen lipje van een blikje in het weiland, dan kan dat de dood betekenen van een van onze koeien. Als een hond in ons weiland poept, kan daar de parasiet Neospora in zitten. Voor honden is die parasiet onschadelijk, maar koeien kunnen er hun ongeboren kalf door verliezen. De meeste burgers weten dat totaal niet. En als ik het ze vertel, snappen ze heel goed dat wij geen honden in ons weiland willen zien.”
Voor de coronatijd ontving Hupkes soms meer dan honderd bezoekers per week op haar boerderij. Vanwege de coronamaatregelen is dat stopgezet. „Er was altijd een leuke interactie tussen boer en burger. Ik mis dat contact nu. Vroeger had iedereen wel iemand in de familie of kennissenkring die boer was. Dat is nu veel minder. Daardoor is er ook veel minder kennis van het boerenleven.”
Boeren kunnen ook profiteren van het toenemend aantal boerenlandwandelaars, denkt Hupkes. „Er worden steeds meer producten rechtstreeks verkocht van boer aan burger. Ik zie steeds vaker een melktap, eierautomaat of iets dergelijks staan. In Zevenaar begint een klompenpad langs de Rijnstrangen. Een boer verkoopt daar zakjes walnoten voor 1 euro per stuk. Mede vanwege de drukte op de klompenpaden is dat een succes.”
>
klompenpaden.nl