Afgelopen jaar raakten de verhoudingen tussen Stichting Timotheos en Timotheos Malawi ernstig verstoord nadat de financieel directeur in Malawi, Wim Akster, werd beschuldigd van seksueel misbruik van Malawische mannen en minderjarige meisjes.

De Nederlandse stichting zette Akster op non-actief maar handhaafde hem wel als financieel directeur en spande een rechtszaak aan tegen het bestuur van Timotheos Malawi.

De zaak leidde tot veel onrust in Nederland, waarna uiteindelijk het Nederlandse bestuur aftrad en vervangen werd door een interim-bestuur. Dat leidde ertoe dat het dienstverband met Akster werd beëindigd en dat de banden weer aangehaald werden met het Malawische bestuur.

Intussen is er weer een functionerend interimbestuur in Malawi, meldt de stichting in de nieuwsbrief. „In goed onderling overleg” zijn de rechtszaken die tegen elkaar waren aangespannen, opgeheven.

Het dienstverband met interim-manager Chris Luhanga, die door het voormalige bestuur was aangesteld als vervanger van Wim Akster, is beëindigd. Er was „helaas” geen draagvlak voor zijn benoeming bij het bestuur in Nederland en bij het team in Malawi. In maart is deze kwestie „naar tevredenheid” afgehandeld.

Later deze week hopen voorzitter Harm Mokken en secretaris Cornelis Bosch voor een week naar Malawi te gaan om met het bestuur daar van gedachten te wisselen over de organisatiestructuur en wijze van samenwerking. „De (online)gesprekken die we tot op heden gehad hebben, zijn hoopvol en we hebben er vertrouwen in dat we samen tot goede oplossingen mogen komen”, aldus het bestuur in de nieuwsbrief. De bestuursleden zien ernaar uit om het bestuur en de medewerkers in Malawi te ontmoeten. Doel is „gebroken relaties verder te helen en samen te werken aan een nieuwe toekomst.” De twee zien er ook tegenop, „omdat herstellende relaties vaak nog broos zijn en wij ook mensen zijn die onbedoeld een verkeerde snaar kunnen raken. Dan is er meer wijsheid nodig dan wij bij elkaar hebben.”

In de afgelopen maanden heeft het bestuur veel mensen gesproken, waaronder de meeste oud-bestuursleden. „In de komende weken hopen we alle gesprekken af te ronden. We hebben veel gehoord en regelmatig hadden we even tijd nodig om wat we hoorden te verwerken en een plekje te geven. Het is verdrietig om te horen en te ervaren welke pijn er is bij betrokkenen en slachtoffers”, aldus het bestuur.

Omstreeks eind mei wordt een verslag rondgestuurd met de bevindingen van het bestuur over de situatie. Dan wordt ook „een richting voor de toekomst” aangegeven. „Wij zien het als onze taak om openheid van zaken te geven en daarmee een lastige periode af te sluiten en als de start van een nieuwe begin.”