„Geef AstraZeneca aan wie wil”
Hugo de Jonge is bereid te kijken of mensen die niet in aanmerking komen voor het vaccin van AstraZeneca daar voor kunnen kiezen, als de 60-plussers zijn ingeënt. Maar heel enthousiast toonde hij zich daar donderdag in de Tweede Kamer niet over.
Vanwege een zeldzame, maar ernstige bijwerking bij mensen die de AstraZeneca-prik kregen, is besloten het vaccin alleen aan mensen van 60 tot en met 64 jaar te geven. Zij hebben een veel hogere kans om ernstig ziek te worden door het coronavirus. De bijwerking, bloedstolsels in de hersenen in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes, komt voornamelijk voor bij jonge vrouwen.
Volgens coronaminister De Jonge is het vaccin tot eind mei nodig voor 60- tot en met 64-jarigen. D66 en GroenLinks willen daarna 60-minners de keuze geven.
De Jonge is bereid naar die mogelijkheid te kijken, maar benadrukt het vele werk dat erbij komt kijken. Daarnaast zijn andere vaccins een beter alternatief voor mensen jonger dan 60 jaar, onder meer vanwege een korter tijdsinterval tussen de eerste en tweede prik.
Ondertussen is het prikken met het Janssen-vaccin uitgesteld. Ernst Kuipers, voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ), heeft daar begrip voor, nu het bedrijf zelf zegt dat het vaccin beter nog niet gebruikt kan worden. Dinsdag zei Kuipers dat ziekenhuizen de vaccinatie van zorgpersoneel met Janssen het liefst wilden doorzetten, ondanks meldingen van bijwerkingen uit Amerika.
De Jonge besloot woensdag om het Janssen-vaccin voorlopig nog niet toe te dienen, na het advies van het Amerikaanse moederbedrijf Johnson & Johnson.
Aanleiding voor het nieuwe onderzoek zijn meldingen uit de Verenigde Staten over mogelijk ernstige bijwerkingen. Vooralsnog stelt de Europese toezichthouder dat de voordelen van het Janssen-vaccin, het beschermen tegen corona, groter zijn dan de nadelen van de zeldzame bijwerkingen.
Naast vaccins komen er over een tijd mogelijk nieuwe geneesmiddelen op de markt voor de behandeling van mensen die besmet zijn geraakt met het coronavirus. De Europese toezichthouder, het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA), kijkt onder meer naar coronageneesmiddel VIR-7831. Als het EMA positief is over het geneesmiddel kan het in Nederland en andere Europese landen worden ingezet. Het is nog niet bekend wanneer dat eindoordeel komt.