Coronazelftests moeten het leven voor consumenten wat gemakkelijker maken. Maar voor 9 euro per keer bieden de goedgekeurde tests weinig garantie.
„Goed nieuws”, twittert coronaminister De Jonge eind maart. Zijn ministerie –Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)– heeft dan net twee zelftests voor particulieren goedgekeurd. Sinds de eerste week van april liggen ze in de winkel. Daar zijn ze binnen de kortste keren uitverkocht. Consumenten blijken wel te porren voor een test zónder wattenstaafje tot diep in je neus en mét uitslag binnen een kwartier. Maar tien dagen verder is er ook veel twijfel. Over de voordelen van de test, de status van de uitslag en het prijskaartje.
„Steek het watje van het wattenstaafje in je neusgat en duw het wattenstaafje ongeveer 2 cm naar voren”, instrueert de gebruiksaanwijzing voor de coronazelftest van Etos. Er volgt gelijk een waarschuwing: „Druk hierbij niet te hard.”
Onredelijk is die waarschuwing allerminst: consumenten die zich op eigen houtje op coronavirusdeeltjes testen, hebben er over het algemeen niet voor geleerd. Ze zouden zichzelf zomaar schade kunnen toebrengen. Het staafje diep inbrengen is ook helemaal niet nodig: de goedgekeurde zelftests van fabrikanten Roche en Biosynex zijn zogenaamde ”midnasale tests”. Ze baseren hun oordeel op alles wat met wat goede wil halverwege uit de neus kan worden gepeuterd door er een wattenstaafje een paar keer in rond te draaien. Dat maakt de test heel geschikt voor thuisgebruik, maar critici twijfelen daardoor aan de betrouwbaarheid.
Voorjaar
Niettemin toont minister De Jonge zich positief over de zelftest, waarmee Nederland volgens hem een „relatief normale zomer” tegemoet kan. Vanuit die optiek is het moment waarop de zelftest wordt geïntroduceerd een gouden greep: het voorjaar komt eraan – en dus kan de test consumenten zekerheid bieden als er straks mogelijk weer evenementen worden georganiseerd en vakanties worden genoten. Dat vooruitzicht haalt gelijk de pijn uit de late introductie van de zelftest. Want al het goede nieuws ten spijt duurde het tot ruim een jaar na het uitbreken van het coronavirus in Nederland voordat er een zelftest kwam. Hoewel, goedkeuring van medische instrumenten voor thuisgebruik vergt nu eenmaal tijd. Bovendien zijn pas sinds kort de geesten rijp voor een coronatest die minder diep in de neus hoeft te worden aangebracht. Was de midnasale test er niet gekomen, dan zou de nieuwe test veel minder snel ontheffing voor thuisgebruik hebben gekregen.
Dat zou –volgens minister De Jonge althans– de strijd tegen het coronavirus kunnen rekken: „Zelftesten helpen ons om veiliger onderwijs en veiliger werken mogelijk te maken. Door de test naar de mensen te brengen in plaats van de mensen naar de test, kunnen we het virus nog sneller de pas afsnijden.”
Hij voorziet hoe met een zelftest straks scholen weer kunnen worden geopend: wie klachten heeft, test thuis en blijft in geval van een positieve uitslag thuis; wie een negatieve uitslag kreeg, kan gewoon komen.
Nieuwe perspectieven
Die belofte mag mooi klinken, maar is tegelijkertijd maar het halve verhaal. De zelftest bleek zeer in trek bij consumenten die het ofwel handig vinden om er een achter de hand te hebben ofwel nieuwe perspectieven zien om veilig te kunnen feesten. Een vrijbrief voor een feestje vormen de tests echter allerminst. En of ze veiligheid bieden, is ook maar de vraag. Want: zelftests zijn niet bedoeld om te testen bij klachten, vertelt de informatiefolder van de rijksoverheid. Ze moeten alleen extra zekerheid bieden aan mensen die geen klachten hebben.
Wie wél klachten heeft, moet gewoon door een officiële GGD-teststraat. Wie een positieve uitslag van de zelftest krijgt ook. Zo bezien geeft de zelftest weinig zekerheid. Daarin is de 20 procent onzekerheid –zelftests geven in een op de vijf gevallen ten onrechte een negatieve uitslag– nog niet verdisconteerd.
Zelftestgebruikers die na goed bericht gewoon een feestje vieren of naar de zaak komen, hoeven dus helemaal niet coronavrij te zijn – en kunnen dus alsnog het virus verspreiden.
Weggegooid geld
Voor 8,95 euro kopen gebruikers dan ook vooral een feelgood-instrument. Werkt die niet naar behoren –of hanteert de gebruiker ’m verkeerd en verschijnt er geen controlestreepje–, dan is dat weggegooid geld.