Versoepelingen van de coronamaatregelen hingen in de lucht, maar het kabinet besloot zondag te wachten. Als de cijfers het toelaten, komen ze binnenkort alsnog. Stapsgewijs versoepelen, lukt ons dat?
Terrassen en winkels open, de avondklok eraf. Vorige week zongen berichten over mogelijke versoepelingen rond, die het kabinet dinsdag zou afkondigen. Zondag besloten de bewindslieden tijdens het Catshuisoverleg echter anders. Er komen versoepelingen, maar in ieder geval niet eerder dan 28 april.
De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen had aangegeven „verbijsterd” te zijn door de plannen, nu de druk op de zorg toeneemt. Vrijdag werd bekend dat veel ic’s hun capaciteit uitbreiden vanwege het aantal coronapatiënten.
Toch was het –gelet op het sentiment in de samenleving– nu een goed moment geweest om versoepelingen af te kondigen, reageert massapsycholoog Hans van de Sande. „De druk vanuit de maatschappij om de maatregelen te versoepelen, wordt steeds groter. Er is behoefte om elkaar weer te zien en gezellige dingen te doen.”
Hij verwacht niet dat veel mensen zullen doorslaan als ze straks weer meer vrijheden krijgen. „De Nederlandse bevolking heeft getoond dat ze rationeel kan zijn in het volgen van de maatregelen. Het zal dus niet zo’n vaart lopen.”
In de pakweg vier maanden dat de tweede lockdown duurt, zijn mensen bovendien aan de maatregelen gewend geraakt. „Mensen zijn gewoontedieren. Zonder al te veel moeite hebben ze hun privégedrag aangepast.” Dat wil volgens Van de Sande niet zeggen dat we straks moeite hebben ons aan de nieuwe situatie aan te passen. „Iedereen zal die vrijheid gretig nemen.”
Versoepelingen kunnen een positief effect hebben op het mentale welzijn, denkt gedragsdeskundige Esther Metting van de Rijksuniversiteit Groningen. „Mensen hebben nu behoefte aan ontspanning. Het draagvlak voor de regels over het ontvangen van mensen en het aantal mensen dat samen buiten mag zijn, was aan het afnemen.”
Basisregels
Het kabinet koerst aan op een zomer waarin alleen de basisregels nog gelden. Zijn mensen nog wel geneigd zich aan die paar regels te houden, als ze verder alles weer mogen? Metting vraagt zich dat af. „Bij proefevenementen zag je mensen weer dicht bij elkaar staan. We waren het –voor corona– al heel lang gewend ons op een bepaalde manier te gedragen. Als je mensen buiten ontmoet, wordt afstand houden onbewust steeds lastiger.”
Gedragsdeskundige Suzanne van Nunen, werkzaam bij Duwtje –een bedrijf gespecialiseerd in gedragsverandering–, verwacht dat versoepelingen een tweetal reacties zullen oproepen. Er is een groep die doorslaat –„het effect van koeien die weer de wei in mogen”– en een groep die voorzichtig is. „Tijdens de fieldlabexperimenten zien we vooral de eerste groep, de mensen die echt aan vrijheid toe zijn. Terwijl een groot deel afwachtend is.”
Van Nunen denkt dat het juist makkelijker wordt om de basisregels na te volgen wanneer er meer mag. „Het idee dat er naar je wordt geluisterd, geeft een boost om die laatste regels vol te houden.”
Het moet mensen zo gemakkelijk mogelijk worden gemaakt om zich aan de regels te houden, benadrukt Metting. „Zorg voor strepen op de grond, plexiglas, precies zo veel mandjes als er klanten binnen mogen zijn in een winkel. Mensen hoeven dan niet na te denken over het vertonen van gewenst gedrag.”
Nu de versoepelingen toch worden uitgesteld, vreest Van Nunen dat het sentiment kan omslaan. „Er zal daar veel boosheid over komen. Mensen krijgen het gevoel dat er niet naar hen geluisterd wordt.” Beloften waarop wordt teruggekomen, zorgen voor gevoelens van machteloosheid, vult Metting aan. „Natuurlijk werd gezegd dat versoepelingen alleen kunnen als de cijfers het toelaten, maar mensen horen alleen het woord ”versoepelingen”. Er is voorspelbaarheid nodig en een stip op de horizon.”