Theologiestudente druk en bezig, maar driemaal daags echt even stil
Een bezig bijtje, noemt Maria Verkuil zichzelf. Ze is theologiestudente, en nog van alles meer. Stil worden vereist structuur, merkt ze. Tijd reserveren voor bezinning die er anders wellicht bij inschiet.
Ironisch, noemt ze het zelf dat ze op de maandag in de Stille Week pas uren later dan gepland toekomt aan een reflectie op die stilte. Verkuil heeft genoeg te doen, als derdejaarsstudente. „Ik woon op kamers in Leiden, studeer theologie aan de VU/PThU in Amsterdam, ben actief lid bij de studentenvereniging CSFR Panoplia, receptioniste in een zorgcentrum en zet me in als studentassessor op de universiteit.”
Ze noemt het niet, maar ze is het wel: voorzitter van het Landelijk Overleg Studenten Theologie en Religiewetenschappen (Loster). „Komend jaar zal ik een bestuursjaar voor Panoplia gaan doen, waar ik op dit moment de meeste tijd aan besteed. Ik probeer daarnaast voldoende tijd voor vrienden en familie vrij te maken, dus reis ik regelmatig naar mijn ouders.”
Druk dus. Tijd voor rust? „Ik merk dat het voor mij heel belangrijk is om structuur te hebben voor de momenten van bezinning. Ik start mijn dag met gebed tot God. Dat zet de rest van de dag en de taken die op me wachten direct in een ander perspectief. Ik mag dankbaar zijn om weer een nieuwe dag te ontvangen en mijn bezigheden in Gods handen leggen.”
Isabella Wijnberg, zuster in de roomse Gemeenschap Emmanuël in Amsterdam, inspireerde haar om drie keer per dag tijd te nemen voor meditatie: ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds. „Zeker als student heb je vaak een wat minder gestructureerd leven en ziet de ene dag er soms heel anders uit dan de andere, hoewel dat in coronatijd een iets ander verhaal is. Het is daarom goed om vaste momenten te hebben voor rust en stilte.”
Evangeliste Corrie ten Boom is een ander die Verkuil aan het denken zette. „Ik las recent in haar dagboek de treffende woorden: „Ik heb zoveel te doen, hoe kan ik tijd vinden voor gebed?””
Herkenbare vraag, zegt de Leidse studente. „We maken onszelf zo druk dat het lastig is om tijd voor en met God door te brengen. Maar juist in de rust, in de stilte kan God tot ons spreken. Als ik zo druk ben met mezelf en mijn eigen bezigheden, vergeet ik mijn ogen op Jezus te richten. Terwijl Hij ons beloofd heeft dat als we bij Hem komen, Hij ons rust zal geven. Als ik druk en gehaast ben, voel ik soms enorm de behoefte om te bidden, omdat ik weet dat bij God echte innerlijke rust te vinden is.”
Maar de praktijk is weerbarstig. Dan lukt het niet, drie keer per dag stille tijd. „Het moet geen zware last worden die op je gaat drukken als je je er niet aan houdt. Rationeel weet ik dat het goed is mijn ziel te blijven voeden, dus lees ik ook door in de Bijbel als ik er even wat minder zin in heb.”
Hard werken, je volop inzetten, het is goed, maar tegelijk blijft volgens Verkuil de noodzaak rust te nemen. Druk wil ze haar leven niet noemen. „Dat probeer ik te vermijden; het is vaak een standaard antwoord. Ik denk dat we elkaar onbewust ook de verwachting opleggen druk te moeten zijn. Het is makkelijk om dan de zorg voor je ziel te verwaarlozen. Jezus zocht regelmatig de stilte op om alleen te kunnen zijn en te bidden.”