Politici reageren met afschuw op een artikel waarin jongeren met een homoseksuele geaardheid vertellen over hun ervaringen op de Gomarus in Gorinchem. Welke gevolgen kan de affaire krijgen voor de school? En voor het bijzonder onderwijs?
Zaterdag publiceerde NRC Handelsblad een artikel waarin staat dat de reformatorische Gomarus Scholengemeenschap drie meisjes dwong over hun homoseksuele gevoelens te vertellen aan hun ouders, terwijl ze daar zelf niet aan toe waren.
Ze kregen volgens de krant de keuze om zelf aan hun ouders te vertellen over hun homoseksuele gevoelens of dat de school dat zou doen. Voorafgaande aan de ontmoeting met de ouders zou de zorgcoördinator bij twee van de meisjes de deur op slot hebben gedraaid, zodat ze de ruimte niet konden verlaten.
Minister Slob en Tweede Kamerleden van veel politieke partijen, ook van ChristenUnie en SGP, reageerden stevig op de gang van zaken. Minister Slob laat de Onderwijsinspectie een onderzoek uitvoeren en de Kamer wil een debat met de bewindsman.
Op dit moment geldt de wettelijke eis dat scholen een veilige omgeving moeten bieden, ook voor kinderen die anders geaard zijn. Scholen dienen aan deze regels te voldoen. De inspectie kan toetsen of die regels er zijn en of de scholen aan hun eigen regels voldoen.
Bekostiging
De Gomarus Scholengemeenschap kan in ieder geval bezoek van de Onderwijsinspectie tegemoetzien. Die gaat met de schoolleiding in gesprek en bekijkt welke acties noodzakelijk zijn. De school mag niet aanzetten tot discriminatie, haat of geweld.
Als de Onderwijsinspectie dit soort zaken wel aantreft op de school, krijgt de onderwijsinstelling de opdracht om daar verandering in aan te brengen. Weigert een school dat of doet een school dat in de ogen van de Onderwijsinspectie onvoldoende, dan kan de minister van Onderwijs in het uiterste geval de bekostiging van de school geheel of gedeeltelijk stopzetten.
D66-Kamerlid Van Meenen stelt in de Volkskrant van maandag dat de Gomarus Scholengemeenschap mogelijk zelfs te maken krijgt met het openbaar ministerie. Door de opsluiting van de meisjes is er volgens hem sprake van vrijheidsberoving.
Als er een debat in de Tweede Kamer komt over de affaire, dan zal de Kamer ongetwijfeld zijn afschuw uitspreken over de incidenten op de school in Gorinchem.
Zal de Tweede Kamer ook aandringen op strengere regels? Sommige fracties zouden het liefst zien dat scholen niet meer mogen uitdragen dat homoseksualiteit zondig is. De Kamer heeft op dit punt al stappen gezet. De Tweede Kamer aanvaardde vorig jaar een wet waarin strengere eisen aan burgerschap worden gesteld. Die wet ligt momenteel voor behandeling in de Eerste Kamer. Daarin staat dat scholen moeten zorgen voor een cultuur die in overeenstemming is met de basiswaarden van de democratische rechtstaat en de fundamentele mensenrechten.
Als de Eerste Kamer de nieuwe wet over burgerschapsvorming heeft aanvaard, moeten er op basis van deze wet nieuwe concrete onderwijsdoelen worden geformuleerd. Dan zal concreet moeten blijken welke ruimte scholen houden om het huwelijk te zien als een relatie tussen een man en een vrouw waarbinnen seksualiteit de unieke plaats heeft.
Verder zal de Tweede Kamer nog eens aandringen op het afschaffen van de vrijheid voor scholen om ondertekening van een identiteitsverklaring te vragen die impliciet of expliciet homoseksualiteit afwijst.
De discussie over het al dan niet ruimte bieden voor scholen rondom het thema homoseksualiteit krijgt door deze affaire een flinke impuls. Het is olie op het vuur van degenen die de inperking van onderwijsvrijheid bepleiten.