Besluit Urker Sionkerk risicovol
Zondag aan zondag mogen in Nederland de kerkdeuren opengaan. Christenen in China en in islamitische landen missen dat. De vrijheid om als christenen bijeen te komen, kan niet genoeg worden gewaardeerd.
Wekelijks opgaan naar Gods huis is een essentieel onderdeel van de christelijke geloofsbeleving. Door de prediking maakt God Zich in Zijn Zoon bekend aan zondaren. Niet voor niets wordt de kerk vaak aangeduid als de werkplaats van de Heilige Geest.
Tijdens deze coronapandemie is het dringende advies om maximaal dertig mensen in een dienst toe te laten en onderling afstand te bewaren. Weliswaar mag de burgemeester tijdens een kerkdienst niet ingrijpen om te handhaven, maar dat doet niets af van de strekking van dit advies. Dat maakt de verantwoordelijkheid van de kerkenraad des te groter, zoals dat bijvoorbeeld ook geldt voor de brandveiligheid van het gebouw.
De deze week gepubliceerde routekaart voor de kerken is helaas veel te laat verschenen. Veel kerken hebben inmiddels hun eigen route vastgesteld. Dat is niet verbazend, want de overheid heeft de situatie van de kerken lange tijd nauwelijks serieus genomen.
Bovendien ervaren de kerken dat de behoefte om samen te komen, toeneemt. Elke predikant, elke kerkenraad zal die voelen. Ambtsdragers maken zich zorgen over de kloof die ontstaat nu de regelmatige kerkgang zo langdurig onderbroken wordt.
Als zodanig is het verklaarbaar dat de Urker Sionkerk besloten heeft om de beperkende coronamaatregelen, inclusief de anderhalvemeterregel, op te heffen. Verklaarbaar, dat wel, maar is het ook verstandig?
De kerkenraad stelt dat er momenteel onder de gemeenteleden geen besmettingen zijn. Daarbij wordt over het hoofd gezien dat mensen elkaar al besmetten vóór er symptomen zijn. De contactbeperkende maatregelen zijn dus bedoeld om die besmettingen te voorkómen. De Sionkerk draait de redenering van de overheid om, juist nu de landelijke cijfers een sterke stijging vertonen. De kerkenraad neemt dus een risico.
Het besluit van deze gemeente –die daarin overigens niet de enige is– leidt ook tot nieuwe druk vanuit de samenleving om de vrijheid van godsdienst ter discussie te stellen. Tot nu toe bleef controle beperkt tot een blik door de kerkramen of het tellen van auto’s. Wanneer kerken de geboden ruimte naar het oordeel van de overheid ongewenst oprekken –en premier Rutte was daar duidelijk over– is het niet uitgesloten dat er andere manieren worden gezocht om beperkingen op te leggen. Dat dit gebeurt in de weken rond de kabinetsformatie, maakt de stap nog onverstandiger.
Helaas heeft de coronapandemie niet geleid tot eenheid. De grote verschillen tussen de diverse kerken (ook tegen de eigen kerkelijke adviezen in) geven juist onderlinge verwijdering. Wordt díe geestelijke nood dan niet gevoeld? Voelt de kerk die zich wél aan het advies houdt minder geestelijke nood? Het was beter geweest als de kerken eendrachtig hadden gebogen onder deze pandemie in gezamenlijk gebed om uitkomst.