CDA moet verder, maar niet zonder „scherp debat”
Onder aanvoering van lijsttrekker Wopke Hoekstra leverde het CDA vier zetels in, maar de vraag of een nieuwe koersdiscussie noodzakelijk is houdt de partij verdeeld. „Een partij met een helder profiel is nog altijd te verkiezen boven een partij waarvan elke kiezer zegt: Ik weet niet wat ik eraan heb.”
Herbronnen? Begin er niet aan, was de raad die scheidend CDA-Kamerlid Martijn van Helvert zijn partijgenoten dinsdag meegaf. In een Facebook-event spoorde hij de CDA’ers aan de verkiezingsnederlaag gauw te vergeten, de rug te rechten en zich te richten op de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar maart.
Koersdiscussies voerde de partij ook al na eerdere nederlagen in 2010, 2012 en 2019, voerde hij aan. Nu kwam het aan op de uitvoering.
Wél herbronnen, was exact een week geleden de oproep van oud-Kamerlid Jan Schinkelshoek in een opinieartikel in Trouw. „De partij verkeert in een identiteitscrisis”, zo licht hij donderdag desgevraagd, in een vraaggesprek, toe. Schinkelshoek, partner bij het bureau Schinkelshoek & Verhoog voor communicatiestrategie, is ervan overtuigd dat zijn partij moet kiezen. Alleen „moedig voorwaarts!” roepen, vindt hij te simpel. De oud-campagneleider van het CDA denkt dat er twee mogelijkheden zijn. Eén: doorgaan als kopie van Ruttes VVD. Of twee, zijn voorstel: het profiel van de partij concretiseren en aanscherpen. Herbronnen dus.
Herbronnen? Alles draait anno 2021 toch om een aansprekende lijsttrekker met een vlot verhaal?
„Dat is zeker belangrijk, maar vorm kan gebrek aan inhoud nooit verbloemen. Een goed verhaal kan alleen beginnen met wie je bent en waar je voor staat. Daarin is het CDA te onduidelijk geweest. We hadden ons moeten profileren als de partij die probeert een nieuw perspectief te bieden, die z’n uiterste best doet om de zaken bij elkaar te houden. Die snaar hebben we niet weten te raken. Voor de derde keer op rij hebben we geprobeerd de VVD te verslaan door de afslag naar rechts te nemen. Voor de derde keer op rij is het ons niet gelukt. Het CDA heeft een te harde, te rechtse uitstraling gehad. Daardoor viel er een gat in het politieke midden en was het met een campagne als die van D66 makkelijk om daar binnen te komen. We zijn duizenden stemmen, goed voor meerdere zetels, kwijtgeraakt aan die partij.”
Hoe had het anders gekund?
„In november 2019 kwam het Zij-aan-zij-rapport van de interne CDA-Commissie Beraad Perspectief 2030 uit. Aan de hand daarvan had het CDA zich vervolgvragen moeten stellen: Hoe willen wij als partij worden aangesproken op het thema rentmeesterschap? Wat betekent publieke gerechtigheid anno 2021? Dat sluit helemaal aan bij de hartenkreet van Pieter Omtzigt, in reactie op de toeslagenaffaire: Waar kan de burger die door de overheid in het nauw is gebracht zijn recht nog halen? Aan de hand van dergelijke vragen hadden we een veel scherper, meer onderscheidend programma kunnen maken dan we hebben gedaan.”
De eerste, de beste gedachtewisseling over het rapport op het ledencongres van december 2019 ontaardde in ruzie over de landbouwparagraaf. Moet de conclusie dan niet zijn: nog meer bezinning legt de verdeeldheid in de partij alleen nog maar scherper bloot?
„Het klopt dat de CDA-kernwaarden van rentmeesterschap, gespreide verantwoordelijkheid, publieke gerechtigheid en solidariteit hun functie van bindmiddel tussen partijleden onderling zijn kwijtgeraakt. Tegenstellingen zijn er in het CDA altijd geweest, maar in het verleden overstegen we die door elkaar te vragen: Hoe geef jij met jouw moties, jouw amendementen en jouw initiatieven met vallen en opstaan vorm aan het christendemocratisch ideaal?
Omdat de uitgangspunten verwaarloosd zijn, is dat nu veel lastiger en groeien ook in onze partij de kloven tussen links en rechts, tussen jong en oud en tussen stad en platteland. Mijns inziens onderstreept dat de noodzaak om opnieuw in die uitgangspunten te investeren des te meer.
Natuurlijk zal dat leiden tot een scherp debat, maar angst is altijd een slechte raadgever. Een partij met een helder profiel is nog altijd te verkiezen boven een partij waarvan elke kiezer zegt: Ik weet niet wat ik eraan heb.”
Een nieuw seizoen staat voor de deur, maar het CDA heeft geen gemeenschappelijk gedragen, politiek programma. Dat belooft weinig goeds.
„Uiteindelijk zal ook in het CDA het gezond politiek verstand overwinnen, daar heb ik alle vertrouwen in. Maar inderdaad, het christendemocratisch profiel is verfletst en zolang daar niets voor in de plaats komt, is de situatie zeker kritiek.”