China vecht niet tegen de wereld, maar verleidt die
Wie denkt dat China als wereldmacht „in opkomst” is, die doet er goed aan ”Stille verovering” te lezen. De auteurs Clive Hamilton en Mareike Ohlberg beschrijven in ruim 400 pagina’s hoe de Chinezen al geruime tijd bezig zijn achter onze rug hun invloed uit te breiden.
Zonder een oorlog de wereld veroveren. Wie daartoe in staat is, is geniaal, of zijn tegenstander is naïef. Clive Hamilton, schrijver en hoogleraar aan de universiteit van Canberra (Australië), en Mareike Ohlberg, sinoloog en oud-medewerker van het Mercator Instituut voor Chinastudies in Berlijn, weten het wel. De auteurs van ”Stille verovering. Hoe China het Westen infiltreert en de wereldorde herschikt” betichten het Westen van grote naïviteit. Niet of nauwelijks wordt ingezien, aldus de twee, hoe China bezig is aan een stille opmars.
Wereldorde veranderen
„De Chinese Communistische Partij”, zo begint het eerste hoofdstuk, „heeft als doel de wereldorde te veranderen en die naar haar eigen beeld te herscheppen, zonder daarbij ook maar één kogel af te vuren.” Hoe Peking dat doet? „Verzet van binnenuit wordt verzwakt door aanhangers te rekruteren, critici monddood te maken en instituties te ondermijnen.” Alleen al bij het lezen van deze zinnen wrijf je je ogen uit . Het effect van de rest van het boek is niet anders: alom verbazing over een proces dat zich kennelijk in stilte voltrekt.
Uit het citaat hierboven werd het al duidelijk: de auteurs spreken liever over de ”Communistische Partij van China” dan over China als het gaat over wie hier bezig is met veroveren, en dat heeft zijn reden. „Om te garanderen dat de partij in eigen land aan de macht blijft en China in de grootste supermacht ter wereld verandert, moeten bondgenootschappen gewijzigd worden en dient de wereld anders over de partij te gaan denken.” Interne kwetsbaarheid van de autoritaire eenpartijstaat zet dus aan tot deze stille buitenlandse avonturen.
Hoe kan het dat wij in het Westen ons zo laten inpakken? Dat heeft te maken met de sluwe aanpak van de Chinezen. „Als de Chinese leiders zeggen dat ze de wereldorde „democratischer, openener en meer divers” willen maken, is dat codetaal voor een orde waarin autoritaire systemen (…) wereldwijd dezelfde status krijgen als die van de liberale democratieën.” En dan is er het veelvuldig gebruik van het woord vriendschap. „Vriendschap is een middel om verzet psychologisch te neutraliseren. Buitenlandse vrienden zijn mensen die bereid zijn om China’s belangen te dienen.” En als China het heeft over een „gedeelde toekomst voor de mensheid”, dan bedoelt het een wereld met China als middelpunt.
Naïviteit
Het was tijdens de financiële crisis van 2008-2009 dat China zijn kans zag om wereldwijd invloed te gaan krijgen en het Chinese model als een alternatief voor de westerse wereldorde te presenteren. Onder president Xi Jinping heeft die drang naar buiten toe een nieuwe impuls gekregen. In zijn opmars werd hij geholpen door westerse naïviteit. De auteurs spreken van „grove onwetendheid” over het enorme netwerk van Chinese organisaties die wereldwijd actief zijn en in het geheim aan de partij, het leger of de geheime diensten verbonden zijn. Die indirecte alomtegenwoordigheid van de partij (en het leger) in het buitenland mag niet worden opgemerkt en daarom wordt er gebruikgemaakt van rookgordijnen: mantelorganisaties vooral.
De etnische Chinezen wereldwijd –tussen de 50 en de 60 miljoen– zijn een belangrijk doelwit van beïnvloeding. „Peking gebruikt ambassades en consulaten om ze een bepaalde richting op te sturen.” Dat gebeurt kennelijk met succes, want sinds de jaren 90 zijn de meeste gevestigde Chinese gemeenschappen en beroepsorganisaties in de VS en West-Europa overgenomen door mensen die trouw zijn aan de partij. Om dat te bereiken zijn verenigingen, beroepsgroepen en zakenclubs opgericht. Dit beïnvloedingswerk gaat vaak samen met spionage-activiteiten. ”Gedecentraliseerde microspionage” heet dat, en het komt neer op de rekrutering van overzeese Chinezen. Het ronselen van duizenden amateurinformanten, onder wie academici, ondernemers en studenten. Ook toeristen worden hiervoor benaderd. Het Chinese leger doet even hard mee met dit spionagewerk en heeft daarvoor „tussen de dertig- en vijftigduizend” infiltranten wereldwijd.
Elite
Aanpappen bij de elite wereldwijd en die inwinnen voor een pro-Pekingopstelling is een andere beproefde methode. „De partij onderzoekt per land waar de macht is geconcentreerd en wie de elites zijn: in de economie, de politiek, de wetenschap, in denktanks, de media en in culturele instellingen. Vervolgens wordt in kaart gebracht wie familie is van wie, wie hun vrienden zijn of collega’s. Hen vervolgens benaderen en psychologisch manipuleren is een volgende stap. Politici, wetenschappers of zakenlui te laten denken dat ze „een speciale band met China hebben” is het halve werk om ze overstag te laten gaan. Inspelen op ijdelheid en op hun verlangen om aardig gevonden te worden is een andere vaak gebruikte truc.
In de VS, maar ook in Europa mag het resultaat er zijn. „China beschikt binnen de EU over een uitgebreid vriendennetwerk dat bestaat uit politici, ambtenaren en zakenlieden.” De auteurs stellen dat de Chinese vertegenwoordiging bij de EU „uitermate actief” is en dat ze nog weinig tegenstand ondervond. Over de Britten schrijven ze: „Wij zijn tot de conclusie gekomen dat de beïnvloedingsnetwerken van de partij zich zo diep in de Britse elite hebben genesteld dat er voor Groot-Brittannië geen weg terug is.”
Italië
Druk uitoefenen op regeringen via het bedrijfsleven (”Yi shang bi zheng”) is ook populair. In dat verband wordt Duitsland genoemd. „Geen ander EU-land is zo van China afhankelijk als Duitsland.” In het bijzonder is daar „de politieke invloed van de Duitse auto-industrie”, die een belangrijke afzetmarkt heeft in China.
Verzwakking van Europa gebeurt door bij voorbeeld Italië te paaien om mee te doen met projecten van China’s Nieuwe Zijderoute, de voortvarende aanleg van wegen, spoorlijnen, havens in het buitenland om zo China’s invloed te vergroten. „Telkens als een Europees land te kampen heeft met financiële moeilijkheden en met anti-Europese gevoelens (zoals Italië) loont het de moeite jezelf aan te bieden als alternatieve economische partner.” Een verdeeld Europa is ook nog eens gemakkelijker te ondermijnen en te verleiden tot een pro-Chinees standpunt.
Die Nieuwe Zijderoute is China’s belangrijkste instrument voor de reorganisatie van de wereld. De auteurs spreken van het „Paard van Troje” als het gaat om een door China gedomineerde wereld. Daarmee krijgt de partij immers controle over cruciale onderdelen van de infrastructuur wereldwijd. „In Europa zijn dat vliegvelden en zeehavens. Windmolenparken zijn in negen landen eigendom van Chinese bedrijven. De havens van Rotterdam, Antwerpen en Zeebrugge zijn deels of geheel in Chinese handen.”
CNN
De Communistische Partij is ervan overtuigd dat China zijn eigen CNN nodig heeft om een nieuwe wereldorde in de media te vestigen. Geen misverstand over de journalistieke norm: alleen de partij bepaalt wat waar is. Chinese media zijn niets meer dan een verlengstuk van de partij. Sinds een aantal jaren leidt de partij journalisten uit ontwikkelingslanden op volgens dit principe.
Westerse sociale media mogen dan in China verboden zijn, voor de partij zijn ze een middel om informatie wereldwijd te verspreiden. Zo maken de Global Times en Xinhua intensief gebruik van Facebook, Twitter en YouTube. De partij beschikt over een groot aantal internettrollen die actief zijn op westerse platforms. Ze staan bekend als het ”Vijftigcentleger”, en spuien jaarlijks meer dan 450 miljoen reacties.
De Nieuwe Zijderoute kent ook een cultureel programma, dat neerkomt op aanpappen bij de buitenlandse culturele elite en die inpalmen om de reputatie van China op cultureel terrein te helpen verbeteren. De authentieke traditionele Chinese cultuur wordt door de partij ingezet en gemanipuleerd voor eigen glorie: de zogenaamde rode cultuur. De twee auteurs noemen in dit verband ook pogingen van de partij om Chinese kerken in het Westen te bespioneren, te infiltreren en te controleren.
Denktanks
Denktanks in het Westen zijn ook doelwit van beïnvloedingsoperaties. Vaak begint dat met medefinanciering en wat volgt is wat een Chinees spreekwoord vertolkt: dat je niet bijt de hand die jou voedt – zelfcensuur dus. „Het lijkt erop dat Peking een aantal Europese denktanks grotendeels geneutraliseerd heeft of aan zijn kant heeft gekregen.” Het Brookings Institution in de VS wordt genoemd, Chatham House in Londen. De Nederlandse sinoloog Frank Pieke –hij was korte tijd directeur van het Merics in Berlijn– wordt ook genoemd als Chinasympathisant.
Wie dit boek heeft gelezen, blijft zitten met de vraag: is het werkelijk zo erg gesteld met die westerse kwetsbaarheid tegenover China? Ook voor Nederland is die vraag relevant, want af en toe komen er Nederlandse namen langs – van wetenschappers en hun instituten vooral. Dat de auteurs zorgvuldig te werk zijn gegaan, blijkt uit een indrukwekkend notenapparaat van zo’n honderd pagina’s. Alleen al daarom is de conclusie terecht: er is werk aan de winkel voor bestuurders en politici!
Boekgegevens
Stille verovering. Hoe China het Westen infiltreert en de wereldorde herschikt, Clive Hamilton en Marijke Ohlberg; uitg. Xander; 448 blz.; € 24,99
Durf China nee te verkopen
Hoe moet het Westen reageren op de stille Chinese opmars? In hun boek ”Stille verovering” geven Clive Hamilton en Mareike Ohlberg een aantal suggesties voor een „actieve terugdringingsstrategie.” Eén springt eruit: Heb de moed om nee te zeggen en weg te lopen.
Landen zullen moeten accepteren dat er een prijskaartje hangt aan het beëindigen van de ongebreidelde samenwerking met China. Een betere samenwerking tussen bondgenoten is daarbij van cruciaal belang. De Verenigde Staten kunnen de toenemende invloed van China nu eenmaal niet alleen bestrijden. Daarom moeten democratische landen gezamenlijk optreden om de rechten van de mens en de democratische beginselen te verdedigen.
Bondgenootschappen met ontwikkelingslanden zijn minstens zo belangrijk. Peking verafschuwt alle internationale bondgenootschappen en doet zijn best die uit elkaar te drijven. Om die druk te weerstaan doen westerse landen er goed aan te begrijpen dat een door de Communistische Partij geregeerd China nooit een bevriende natie kan zijn of worden.
Economische chantage door China is een erg effectief instrument gebleken. Het Westen moet zich zo veel mogelijk immuun daarvoor maken. Wanneer dit niet mogelijk is dient, het de moed te hebben om nee te zeggen en weg te lopen.
De Communistische Partij opereert bij voorkeur in het duister en vaak is zonlicht daarbij het beste wapen. De media moeten hierbij het voortouw nemen: maak openbaar wat binnenskamers wordt geritseld. De vrijheid van meningsuiting en vrije media zijn de grootste vijanden van de Communistische Partij.
Politieke partijen, overheden, inlichtingendiensten, media en het bedrijfsleven moeten regels opstellen voor de omgang met autoritaire regimes en navolging daarvan afdwingen. Wetgeving is nodig om een eind te maken aan ondoorzichtige lobbypraktijken, en ook strengere regels voor de financiering van verkiezingscampagnes en politieke partijen.
De academische wereld dient in actie te komen omdat de grondbeginselen van de universiteit gevaar lopen. Het grootste gevaar is dat mensen zwijgen wanneer ze getuige zijn van inmenging, van censuur of intimidatie.