Cultuur & boekenBoekrecensie

Waarom eindeloos plezier najagen juist voor pijn zorgt

Een boek over stofjes in de hersenen, dat loopt het risico om stoffig te worden. Maar niets is minder het geval bij ”De dopaminefactor. Waarom ons brein verslaafd wil zijn” van de Amerikaanse psychiater Anna Lembke. Dankzij talloze voorbeelden uit haar eigen praktijk brengt ze de problematiek van het eindeloos najagen van plezier tot leven.

Mirjam van der Sleen
7 December 2024 09:36
Het roken van een sigaret zorgt voor extra aanmaak van dopamine in het brein. beeld iStock
Het roken van een sigaret zorgt voor extra aanmaak van dopamine in het brein. beeld iStock

In de eerste hoofdstukken komen we Jacob –seksverslaafd–, David –medicijnverslaafd– en Delilah –wietverslaafd– tegen. Aan de hand van hun soms schokkende verhaal schetst Lembke het probleem. Volgens haar zijn we anno 2024 veel tijd kwijt aan het najagen van plezier. Geluk is het hoogste goed in een mensenleven. Sommigen grijpen daarvoor naar seks, drugs of nicotine, anderen geven zich over aan veel eten, shoppen, eindeloos scrollen door sociale media of series kijken. „Consumptie op zich is een drug geworden”, schrijft Lembke. We ondernemen van alles om maar weg te vluchten uit de dagelijkse realiteit.

Ook binnen de geneeskunde lijkt het idee van geluk en plezier als hoogste goed te hebben postgevat. Van artsen wordt verwacht dat ze alle pijn wegnemen omdat ze anders falen in hun rol als genezers die met patiënten begaan zijn. Pijn mag niet bestaan.

Er is overigens ook een tegengeluid: onder anderen psychiater Esther van Fenema en haar Belgische collega Dirk De Wachter benadrukken dat het verdragen van het lijden bij het leven hoort.

Chocola

Hoe groot het probleem van het najagen van plezier is, maakt Lembke duidelijk aan een rijtje ontluisterende cijfers. Van alle sterfgevallen wereldwijd is 70 procent toe te schrijven aan roken, lichamelijke inactiviteit en voedingsgewoonten. De belangrijkste wereldwijde sterfterisico’s zijn een hoge bloeddruk (13 procent), tabaksgebruik (9 procent), een hoge bloedsuikerspiegel (6 procent), lichamelijke inactiviteit (6 procent) en obesitas (5 procent). Maar dat is niet het enige. Hoe tegenstrijdig het ook klinkt, het najagen van plezier leidt juist weer tot pijn. En dat leidt weer tot meer najagen van plezier, waardoor gemakkelijk een verslaving ontstaat.

Dat zit zo. Dopamine behoort tot de zogenaamde neurotransmitters: stofjes in de hersenen die een elektrisch signaal van de ene naar de andere cel overbrengen. Dopamine speelt een belangrijke rol bij het ervaren van beloning. Eet je een stukje chocola, dan wordt de aanmaak van dopamine in de hersenen verhoogd; steek je een sigaret op, dan ook. Hoe groter de aanmaak van dopamine in de beloningspaden van de hersenen, hoe verslavender een drug is.

Op dezelfde plek in het hoofd waar plezier wordt verwerkt, wordt ook pijn verwerkt. Het zijn de uiteinden van dezelfde balans.  Dit heet een ”opponent process-mechanisme”: een soort wip, vereenvoudigt Lembke. De pijn-plezierbalans wil in evenwicht blijven. „Telkens als de balans doorslaat naar plezier, komen krachtige zelfregulerende mechanismen in actie om het evenwicht weer te herstellen.” Met andere woorden: het ervaren van plezier wordt altijd gevolgd door het ervaren van pijn, en vaak zelfs iets meer pijn dan plezier. Er is steeds meer van de ‘drug’ nodig om je een plezierig gevoel te geven: ziedaar, de verslaving is geboren.

Zeker in de Verenigde Staten hangt dit ook samen met het gebruik van vele stimulerende middelen die als medicijn worden voorgeschreven, zoals opioïden en benzodiazepinen. Lembke is hier uiterst kritisch op, al erkent ze dat medicijnen soms nodig zijn om iemand op de been te helpen. Het gaat mis als de medicijnen zelf de verslaving worden, en dat ziet ze bij haar patiënten nogal eens gebeuren.

Vasten

Moeten we plezier dan helemaal afschrijven en zo neutraal mogelijk door het leven gaan, om pijn te vermijden? Natuurlijk niet, vindt Lembke. „Als we geen plezier zouden kunnen ervaren, zouden we niet eten, niet drinken of ons niet voortplanten. Zonder pijn zouden we onszelf niet beschermen tegen verwondingen en de dood.” Maar: „Als we ons neurale balanspunt verhogen door herhaaldelijk plezier te ervaren, worden we eindeloze zoekers die nooit tevreden zijn met wat we hebben en altijd op zoek zijn naar meer.”

Er is dus een andere oplossing nodig, en die beschrijft Lembke in het tweede en derde deel van haar boek. In haar voorbeelden gaat het vooral over ernstige verslavingssituaties, maar haar concrete handvatten om te breken met ongezonde gewoonten zijn ook voor mensen die niet lijden aan een verslaving nuttig. Denk aan het creëren van fysieke afstand tussen datgene waar je aan vastzit en jou, door Lembke ”fysieke zelfbinding” genoemd. In het geval van het scrollen op sociale media: verwijder je account. Sommige mensen eten alleen in een tijdspanne van acht uur en vasten de overige tijd; een vorm van chronologische zelfbinding. Bij ernstige verslaving is één stap cruciaal, schetst Lembke: onthouding. Pas als je vier weken lang datgene waaraan je verslaafd bent links laat liggen, heeft je brein voldoende tijd om de pijn-plezierbalans te herstellen. Het goede nieuws is: in de meeste gevallen is het brein hiertoe in staat.

Net zoals plezier nadien tot pijn kan leiden, geldt het ook andersom. Wie herkent niet het prettige gevoel van thuiskomen na een stevige wandeling door de regen, of de sensatie van opluchting nadat je bij de tandarts bent geweest voor een pijnlijke behandeling? Het blootstellen van je lichaam aan pijn levert een tegenreactie op naar de andere kant: de pijn-plezierbalans wil in evenwicht zijn. Dat dit ook gevaarlijk kan zijn, onderkent Lembke direct: pijn kan ook een verslaving op zich worden. Denk aan mensen die zich doelbewust snijden. Dan is pijn een manier om te vluchten uit de realiteit.

beeld RD

Geloven

Al met al een inzichtgevend boek over de rol die dopamine en het najagen van plezier spelen in onze maatschappij. De af en toe haperende vertaling en het gebruik van jargonwoorden –neurale balanspunt, zelfbinding, beloningspaden– doen daar niets aan af. Wel is het jammer dat er een enkele keer een onvertogen woord valt. In het boek wordt duidelijk dat Lembke uitgaat van het evolutionisme. Aan de andere kant geeft ze aan het belang van religie te onderkennen: „Ik geloof in geloven.”

Voor mensen die een naaste hebben die aan een verslaving lijdt, kan ”De dopaminefactor” handvatten bieden om met deze persoon om te gaan of hem of haar beter te begrijpen. Voor allen voor wie de verslaving zich beperkt tot sociale media, shoppen of series kijken –niet direct levensbedreigend, wel schadelijk– biedt het een aansporing om het eigen gedrag eens onder de loep te nemen. Zoals Lembke het verwoordt in haar slotwoord: „(…) te stoppen met weglopen van wat je probeert te ontvluchten en in plaats daarvan te stoppen, je om te draaien en het onder ogen te zien, wat het ook is.”

De dopaminefactor. Waarom ons brein verslaafd wil zijn, Anna Lembke; uitg. AnkhHermes; 304 blz.; € 25,-

Meer over
Lezen
Psychologie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer