„Ook na catechisatieseizoen verbinding met jongeren houden”
Pasen nadert. In veel kerken betekent dat normaliter het einde van het catechisatieseizoen. Wat doen kerken na deze coronawinter? Gaan ze langer door? Het beeld is divers. „Het gaat er nu om de verbinding met jongeren te houden.”
Lege catechisatielokalen, geen jeugdverenigingsavonden, zonder gezellige ontmoetingen op het kerkplein. De achterliggende maanden was het stil in en rond de kerk. Zeker sinds de tweede lockdown die in december inging. Even viel zo goed als al de catechese stil en was jeugdwerk niet mogelijk. Maar kerkenraden zochten oplossingen: onlinecatechisatielessen, onlineavonden voor de jeugd.
Toch viel er een gat. Er kwam achterstand in het catechisatielesrooster. En er was geen persoonlijke ontmoeting meer tussen jongeren onderling, jongeren en ambtsdragers, jongeren en jeugdwerkleiders. De ontmoetingen via Teams konden dat niet goedmaken.
Hoe ronden de kerken het catechisatie- en verenigingsseizoen nu af? De antwoorden zijn heel divers, blijkt tijdens een ronde door kerkelijk Nederland. Verschillende kerkenraden die anders met biddag of Pasen met het catechetisch onderwijs zouden afronden, gaan nu langer door. De gereformeerde gemeente in Ede is daar een voorbeeld van. De ambtsdragers zullen tot eind april nog wat extra catechisatielessen geven, om zo een achterstand weg te werken. Ook de hersteld hervormde gemeente te Nieuwleusen besloot tot in de tweede helft van april door te gaan.
De gereformeerde gemeente in Hendrik-Ido-Ambacht gaat met name met de jongere catechisanten nog enkele weken door, omdat het contact met die groep via onlineprogramma’s lastiger was. De belijdeniscatechisanten doen wel met Pasen openbare geloofsbelijdenis. De verenigingen van de gemeente zoeken zelf naar oplossingen. Zo zijn er die een wandeling met Bijbelse opdrachten organiseren.
De hervormde gemeente Vredeskerk in Veenendaal sluit het seizoen wel voor Pasen af, maar niet met een slotavond. „We hopen dat later nog een keer met de jongeren te kunnen doen op de een of andere manier”, zegt ds. J. B. ten Hove. „Nu wordt het seizoen per groep afgesloten. De ambtsdragers houden contact met hun eigen groep.” Ook het jeugdwerk in Veenendaal gaat nog even door. „Per groep wordt gekeken wat kan binnen de geldende maatregelen.”
De mogelijkheden zijn best beperkt, merkt jeugdwerkadviseur Marieke Griffioen van het LCJ, een christelijke gereformeerde jongerenorganisatie. Het LCJ en andere kerkelijke jongerenorganisaties adviseerden vorige maand om als kerk in te zetten op buitenactiviteiten en langer door te gaan met het jeugdwerkseizoen. „Maar in de praktijk vraagt het wel de nodige creativiteit om daar goed invulling aan te geven binnen de geldende maatregelen.”
Vooral de quarantaineregel zet een rem op de mogelijkheden, zegt Griffioen. „Als kerkelijk jeugdwerk val je onder de regels voor kerken. Dat geeft wat ruimte, maar de basisregels blijven gelden. Vooral de quarantaineregel is lastig. Als er iemand van de groep positief getest is, moeten leidinggevenden en jongeren in quarantaine. Dat kan veel betekenen, ook voor de gezinnen die het betreft.”
Het advies om meer buitenactiviteiten te organiseren, blijkt in de praktijk ook niet eenvoudig uitvoerbaar. „Buiten gelden dezelfde regels als binnen.” En er speelt meer, zegt Griffioen: „Het organiseren van een vossenjacht met kleine groepjes kan, maar de buurt rond de kerk zal daar toch zijn gedachten over hebben.”
Wat kan wel? Griffioen: „Ik zie vooral mogelijkheden voor wandelingen in kleine groepjes. De hervormde zondagsschool in Goudszwaard bijvoorbeeld heeft een speurtocht met Bijbelse vragen buiten bedacht.” Het LCJ werkt aan concrete tips voor het onlinejeugdwerk en buitenactiviteiten.
Hoofddoel de komende weken moet volgens Griffioen zijn: „Houd verbinding met jongeren. Houd contact met jongeren. Stuur ze een appje. Bezorg wat lekkers aan de deur.”
De Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG) onderstreept dat. Jeugdwerkadviseur Jaco Pons: „Wat ik blijf herhalen richting leidinggevenden, catecheten en ambtsdragers: Blijf contact houden met de jongeren. Besteed daar echt tijd aan, maar denk eventueel ook na hoe jongeren een speciale plek krijgen in de eredienst.”
Een totaalbeeld over wat de diverse Gereformeerde Gemeenten in het land doen, vindt Pons lastig te geven. „Er zijn gemeenten die gewoon al die tijd doorgegaan zijn met bijvoorbeeld catechese, maar ik hoor ook gemeenten die onlangs versoepelden, maar die intussen weer alles terugdraaien, omdat de besmettingscijfers oplopen; niet specifiek door het jeugdwerk maar wel via de scholen.” Ook de HHJO heeft geen helder overzicht over de keuzes van alle hersteld hervormde gemeenten.
Pons roept op voorzichtig te blijven. „Het is vrijwel onmogelijk om alle door de overheid gestelde maatregelen in de kerk in acht te nemen. De anderhalve meter is op een -12- en +12-vereniging niet te waarborgen.”