Een onderzoek in opdracht van demissionair landbouwminister Carola Schouten legt een bom onder de toekomst van de kalverhouderij.
Dat blijkt uit berichtgeving maandag van de NOS. De omroep heeft een conceptversie van het onderzoeksrapport in handen. Het definitieve rapport gaat eind maart naar de Tweede Kamer.
Volgens de NOS hebben onderzoekers van drie particuliere bureaus samen met ambtenaren van het ministerie en het Planbureau voor de Leefomgeving drie toekomstscenario’s voor de kalversector uitgewerkt. Daarin zal de kalverhouderij fors inkrimpen, zich moeten verspreiden over Nederland of zelfs verdwijnen.
De melkveehouderij –leverancier van de kalveren– wordt ook geraakt. Kalveren moeten (veel) langer dan nu op het melkveebedrijf blijven. De import van kalveren wordt drastisch beperkt en moet aan strenge voorwaarden voldoen.
De minister gaf opdracht tot het onderzoek omdat ze wil dat de kalverhouderij duurzamer gaat werken. Het rapport stelt volgens de NOS de hele kalverketen ter discussie. Redenen daarvoor zijn het feit dat maar 10 procent van het kalfsvlees in Nederland zelf wordt opgegeten en de aanhoudende kritiek op de import van kalveren. Daarbij worden de dieren soms over grote afstand vervoerd.
Nederland telt volgens Wageningen University & Research zo’n 1600 kalverhouderijen met in totaal ruim 1 miljoen dieren. Op jaarbasis worden in Nederland ruim 1,5 miljoen kalveren geslacht.
De kalversector is sterk vervlochten met slachterijen en melkpoederfabrikanten. Ook de verwerking van de mest van de dieren vindt centraal plaats. Verreweg de meeste bedrijven liggen op en rond de Veluwe.
Volgens de NOS is er veel sterfte bij jonge kalveren. Ook worden te veel antibiotica gebruikt. Het rapport pleit voor toediening van extra biest. Deze moedermelk van de koe geeft kalveren weerstand tegen infecties.