Politiek Den Haag doet er niet verstandig aan na de verkiezingen halsoverkop de vrijheid van onderwijs in te perken ten gunste van de gelijkheid. „Geef ruimte aan discussie.” En: „Laten meerderheden minderheden hun vrijheden gunnen.”
De Nijmeegse hoogleraar religie en recht Sophie van Bijsterveld voelt er niets voor om in het onderwijsdebat gelijkheid zonder meer voorrang te geven boven vrijheid. „Ik heb me de laatste tijd verdiept in het gedachtegoed van Alexis de Tocqueville, een 19-eeuwse denker over de moderne democratie. Hij voorspelde toen al dat in het spanningsveld tussen vrijheid en gelijkheid dat de moderne democratie kenmerkt, op den duur de gelijkheid het zou gaan winnen van de vrijheid. Hij vreesde ook dat de macht van de overheid zou toenemen. Je ziet beide verschijnselen terug in het debat over de vrijheid van onderwijs.”
Van Bijsterveld, tevens oud-senator voor het CDA, stelt dat de verzuiling in ons land vrijheid en gelijkheid in balans hielden. „Pas na de ontzuiling zette de dynamiek waar Tocqueville voor waarschuwde, door.”
Volgens de Nijmeegse hoogleraar zijn er nog meer redenen aan te wijzen waarom in het onderwijsdebat van gelijkheid een grotere aantrekking lijkt uit te gaan dan van vrijheid. „Ik vermoed dat veel mensen in deze geseculariseerde samenleving zich niet goed meer kunnen inleven in de betekenis en de reikwijdte van het christelijk geloof. Ook speelt de opkomst van de islam een rol. Daarnaast veranderen maatschappelijke waardenopvattingen. Dat alles bevordert de neiging om gelijkvormigheid voor te schrijven.
Dat is vooral het geval bij partijen die traditioneel veel van de overheid verwachten en gelijkheid hoog in het vaandel hebben staan. Dat zijn de partijen aan de linkerzijde van het politieke spectrum”
Hoe erg is het dat gelijkheid het lijkt te winnen van de onderwijsvrijheid?
„De strijd tussen vrijheid en gelijkheid speelde al vanaf het begin van de schoolstrijd. Je zag de discussie ook in de jaren tachtig van de vorige eeuw in de aanloop naar de aanvaarding van de Algemene wet gelijke behandeling. Nu laait het debat weer op. Die discussie zal blijven. Het is belangrijk om te benadrukken dat vrijheid evenzeer belangrijk is, ook onderwijsvrijheid. Wat er uiteindelijk gaat gebeuren, hangt natuurlijk ook af van hetgeen tijdens een kabinetsformatie wordt afgesproken. Je moet ook altijd beseffen dat je de discussies in je eigen tijd altijd als heftiger ervaart dan die uit het verleden.”
Wat is in uw ogen de remedie?
„De politiek doet er verstandig aan niet direct te komen met wetgeving. Het is goed om met elkaar het debat te voeren om tot begrip voor elkaar te komen. Ook binnen kerken, scholen en gezinnen vinden gesprekken plaats. De overheid moet daarvoor de ruimte geven en niet direct komen met geboden en verboden. Tot slot doet het bijzonder onderwijs er goed aan te laten zien welke betekenis het heeft voor het geheel van de samenleving.”
In sommige kringen wordt een identiteitsverklaring waarin wordt beleden dat het huwelijk een verbintenis is tussen een man en een vrouw, al gezien als discriminatoir. Rutte noemde het afwijzen van homoseksualiteit niet meer van deze tijd. Belanden we op dit punt in een totalitair liberalisme?
„Ik denk dat je die uitlatingen moet zien in het licht van de discussies over de identiteitsverklaringen. Je mag personen niet discrimineren, maar je mag wel een visie op het huwelijk hebben. Ik houd er niet van om heel boude uitspraken te doen, want dat werkt polariserend. Maar mijn pleidooi is wel om de vrijheid van onderwijs ook de ruimte te geven, maar wel vrijheid in verantwoordelijkheid. In de meeste gevallen versterken vrijheid en gelijkheid elkaar, maar soms ook niet. Die wrijvingen kunnen niet altijd eenvoudig via regelgeving worden opgelost. Geef ruimte aan discussie. Meerderheden moeten het ook kunnen opbrengen om minderheden hun vrijheid te gunnen.”
Voormalig PvdA-voorman Asscher zegt dat scholen niet tegen het homohuwelijk mogen zijn.
„Het staat als een paal boven water dat in ons land huwelijken mogelijk zijn van paren van hetzelfde geslacht. Dat neemt niet weg dat anderen, ook scholen, een eigen visie daarop kunnen hebben.”
Hoe kijkt u aan tegen de discussie die in het CDA is gevoerd? Nu staat er in het verkiezingsprogramma: „Al mag artikel 23 van de Grondwet nooit een vrijbrief zijn voor intolerantie of inperking van elkaars rechten op scholen.” Gaat het CDA mee met de seculiere trend dat gelijkheid boven vrijheid gaat?
„Het CDA ziet de grote waarde van artikel 23 van de Grondwet. Ik lees in deze passage dat de partij het belangrijk vindt dat leden van een scholengemeenschap elkaar als personen respectvol en waardig bejegenen. Dat is natuurlijk terecht.”