Modern monarch in Amman
Abdullah II bin al-Hussein is de vierde monarch in Jordanië in honderd jaar tijd. Betovergrootvader Hussein regeerde over Mekka, als sjarif. Tijdens de Eerste Wereldoorlog haalde de Britse diplomaat T. E. Lawrence hem ertoe over om in opstand te komen tegen het Ottomaanse Rijk (Turkije).
De geallieerden gebruikten het Arabische nationalisme om hun tegenstanders te ondermijnen. In ruil voor de opstand zouden de Arabieren onafhankelijk worden. Zo ver kwam het echter niet; Engeland en Frankrijk verdeelden het gebied onderling. Hussein was in 1916 wel koning geworden van Hedzjaz, in het westen van Saudi-Arabië. Zijn zonen kwamen aan de macht onder Brits mandaat: Faisal werd koning in Irak, Abdullah I emir in Transjordanië.
Moordaanslag
In 1946, nu 75 jaar geleden, werd Transjordanië een koninkrijk, en vanaf 1949 was het pas echt onafhankelijk, als Hasjemitisch koninkrijk Jordanië. Abdullah I maakte zich er nogal wat vijanden, doordat hij zijn land wilde uitbreiden, doordat hij zich verzette tegen een Palestijnse staat en doordat hij zich tegen de Joden keerde, hoewel die geprobeerd hadden overeenstemming met hem te bereiken.
Toen Abdullah op 20 juli 1951 de trappen naar de al-Aqsamoskee in Jeruzalem beklom, vuurde een Palestijnse kleermaker drie kogels op hem af. Het kostte de 69- jarige koning het leven. Zijn 15-jarige kleinzoon, de latere koning Hussein, overleefde doordat een kogel afketste op een medaille die hij op aandringen van zijn grootvader had opgespeld. Dat weerhield hem er niet van een van de samenzweerders in 1967 gratie te verlenen. Vier anderen waren toen al opgehangen.
De nieuwe koning, Abdullahs zoon Talal, regeerde ruim een jaar, tot 11 augustus 1952. In die korte periode bezorgde hij zijn land een liberale grondwet en probeerde hij de relatie met Egypte en Saudi-Arabië te verbeteren. Hij leed echter aan schizofrenie en werd daarom tot aftreden gedwongen.
Zijn 16-jarige zoon Hussein volgde hem op. Diens eerste twee huwelijken eindigden in een scheiding, het derde toen zijn vrouw op 28-jarige leeftijd omkwam bij een helikopterongeval. Zijn vierde vrouw, koningin Noor –dochter van een Amerikaanse zakenman–, overleefde haar man, die aan kanker overleed toen hij 63 was.
Enkele dagen voor zijn dood in februari 1999 had Hussein zijn testament aangepast. Daardoor werd zijn zoon Abdullah de nieuwe vorst, en niet Hassan, een broer van de overleden koning.
De inmiddels 59-jarige Abdullah II trouwde in 1993 met de nu 50-jarige koningin Rania, een in Koeweit geboren Palestijnse die vanwege de tientallen miljoenen volgers van haar accounts op sociale media wordt getypeerd als een van de invloedrijkste vrouwen ter wereld. Ze ontvingen een zoon, twee dochters en daarna weer een zoon: Hussein, Iman, Salma en Hasjem. In 2006 en 2018 kwam het Jordaanse koningspaar in Nederland op bezoek.
Rania is model voor islamitische vrou- wen die een minder traditionele levensstijl hebben of graag zouden willen voeren. Ze draagt moderne kleding; geen hoofddoek. Haar man zou de Jordaanse monarchie verder willen moderniseren als hij uit traditionele hoek niet zo veel tegen- gas kreeg. Vanwege alle tegenwerking heeft hij weleens overwogen om af te treden.
Van onverdraagzaamheid richting andere religies wil het koningspaar niets weten. Extremistische groepen hebben de islam gekaapt en daardoor is er wereldwijd vrees voor deze godsdienst ontstaan, zei Rania meermalen.
Brandhaarden
De Amerikaanse presidentsverkiezingen worden in het Midden-Oosten steeds met meer dan gemiddelde belangstelling gevolgd, vanwege de invloed die de uitslag heeft op de politieke en militaire inzet van de Verenigde Staten in dit door conflicten geteisterde gebied. Vandaar dat de recente machtswisseling in Washington al binnen enkele weken werd gevolgd door een conferentie over de consequenties voor het Midden-Oosten.
De Jordaanse koning nam daaraan deel. Hij is gebaat bij rust aan de grens, maar zijn land bevindt zich tussen meerdere brandhaarden waar de spanningen soms hoog oplopen.