Het geld laten rollen als het weer kan, dat helpt ons uit de crisis
Onze gezamenlijke consumptie is een belangrijke motor van de economie. Hoe meer we uitgeven, hoe beter. Zo kunnen we onszelf uit de crisis helpen. Aan geld daarvoor ontbreekt het niet.
We zijn namelijk een spaarzaam volkje, vooral onder minder gunstige omstandigheden. Vorig jaar voegden we met z’n allen 42 miljard euro aan onze tegoeden toe. Tweemaal zoveel als in 2019. De Nederlandsche Bank (DNB) spreekt dan ook van een „exceptionele toename.”
Het heeft alles te maken met corona. In onzekere tijden zijn mensen nu eenmaal geneigd het financieel wat voorzichtig aan te doen. Een dure aankoop misschien even uitstellen. Je zult maar werkloos raken, dan kun je een buffer goed gebruiken.
Tijdens de pandemie speelt er nog iets anders mee: de lockdown met alle restrictieve maatregelen. Een etentje buitenshuis bijvoorbeeld zat er in de vorige lente simpelweg niet in. Vanaf half oktober ligt de horeca opnieuw stil. Niet-essentiële winkels zijn inmiddels eveneens al wekenlang dicht. Reizen, zeker met het vliegtuig, doe je niet snel. Geen wonder dat de traditionele saldovergroting in mei, de maand waarin de meeste werkgevers het vakantiegeld uitbetalen, de laatste keer veel forser uitviel dan gebruikelijk. Kortom, al zouden we de euro’s willen laten rollen, we hebben gewoon weinig mogelijkheden daartoe. We sparen niet alleen extra omdat we daar bewust voor kiezen, maar ook noodgedwongen. Al met al zakte de consumptie van huishoudens in 2020 met 6,6 procent. Zo’n sterke daling had het CBS nooit eerder gemeten.
De hoofdmoot van alle reservevorming slaat neer bij de banken. Eind december stond er op betaal- en spaarrekeningen een totaalbedrag van 487 miljard euro. Een veel kleiner deel wordt gebruikt voor beleggingen en het aflossen van schulden.
Leuk voor de banken, zou je denken, die steeds maar groeiende saldo’s. Maar dat is dus niet zo. Zij zitten vandaag de dag niet op onze spaarpot te wachten. Ze hebben door die hoge inleg overtollig kasgeld. Dat moeten zij stallen bij de Europese Centrale Bank (ECB) en die berekent daarover een negatieve rente. Zolang zij van hun eigen klanten niet zo’n vergoeding vragen, zadelt al die spaarzin hen op met een verliespost. Tegen die achtergrond neemt de kans toe –het is lang uitgebleven, de financiële spelers zijn er huiverig voor– dat op enig moment alle particulieren, niet alleen degenen met een riant vermogen, geconfronteerd worden met een spaartarief met een min ervoor.
Kunnen we die in coronatijd opgepotte middelen als de beperkingen geheel of gedeeltelijk zijn opgeheven, niet beter uitgeven? De economie zou daar in ieder geval van opknappen. Consumptie is de voornaamste bestedingscategorie. Een impuls via grotere koopbereidheid, betekent dat we gezamenlijk meer verdienen en dat er meer banen komen.
Het lijkt echter niet waarschijnlijk dat dit gebeurt. Niemand stelt zijn koopgedrag af op wat het effect ervan is voor de economie. Die factor blijft buiten onze persoonlijke afwegingen.
Als het duurzame goederen betreft, neem een vaatwasser, mag je verwachten dat er een inhaalvraag optreedt. Maar ik denk niet dat de consument straks zijn achterstand op het punt van het aantal bezoeken aan bijvoorbeeld de kapper of een restaurant gaat inlopen. En wat extra spaargeld achter de hand, dat is nooit weg.