De Hoge Raad heeft een cassatieverzoek van de adviseur verworpen, meldt financieel journalist Sameer van Alfen, die een boek over de zogeheten Freule-affaire schreef. De stichting, die vanuit de plaatselijke hervormde gemeente was opgericht voor het beheer van een flat met 73 appartementen voor ouderen, verloor in dit schandaal in 2002 ruim 9,4 miljoen dollar na een mislukte belegging.

Adviseur Henk Keers stelde cassatie in bij de Hoge Raad nadat het gerechtshof hem in 2019 veroordeelde tot betaling van 4,9 miljoen euro aan de gemeente, wegens zijn rol in het beleggingsschandaal. Hij raadde het bestuur van de Freule-flat aan circa 9,4 miljoen dollar te investeren in een ‘lucratief’ vliegtuigmotoren- en investeringsproject in de Verenigde Staten. Dat geld zag de stichting nooit terug.

De gemeente Veenendaal draaide aanvankelijk voor de schade op, omdat ze garant stond voor een hypotheek die de stichting in 2002 met de verdwenen miljoenen moest terugbetalen. Een wethouder van de ChristenUnie, verantwoordelijk voor financiën, legde in 2003 zijn functie neer toen de affaire bekend werd.

Om de schade vergoed te krijgen begon de gemeente rechtszaken, onder meer tegen ING Bank, de huisbankier van ‘de Freule’, bestuurders van de stichting en twee adviseurs, onder wie Keers.

Keers bleef jarenlang buiten schot, aldus Van Alfen, omdat hij in 2004 failliet was verklaard. Nadat dit faillissement was opgeheven, spande de gemeente in 2016 alsnog een zaak tegen hem aan. Dat leidde in 2017 tot het vonnis dat de voormalig adviseur 4,8 miljoen euro aan de gemeente moest betalen. In 2018 oordeelde het hof dat hij 80 procent van de schade moest vergoeden, die is begroot op omgerekend 10,3 miljoen euro. De rechters trokken daar onder meer 5,1 miljoen van af, wat de gemeente ontving uit een schikking met ING Bank, en kwamen uit op 4,9 miljoen.

De adviseur probeerde bij de Hoge Raad alsnog van de schadevergoeding af te komen, onder meer omdat de omvang van de schade onjuist zou zijn vastgesteld. De Hoge Raad gaat in de uitspraak niet inhoudelijk in op de argumenten van Keers, maar verwijst naar een wettelijke bepaling dat de hoogste rechters van het land een oordeel niet hoeven te motiveren als er geen vragen beantwoord dienen worden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht.

Met dit arrest van de Hoge Raad is volgens Van Alfen de laatst lopende procedure in de Freule-affaire beëindigd.