Vooral verpleeg- en verzorgingshuizen kampen met stijgend ziekteverzuim. Dat brengt ze in een lastig parket. „Het gevaar bestaat dat je een te groot beroep op je medewerkers moet doen.”
Dat de verzuimcijfers tijdens het vierde kwartaal van 2020 hoger liggen dan normaal, verrast Cedrahbestuurder Teunis Stoop niet. Ook de reformatorische woon-zorgorganisatie in Zeeland en Zuid-Holland kampt met meer uitval.
Hoe hoog is het verzuim bij Cedrah?
„Op dit moment rond de 7 procent. Dat is relatief laag, vergeleken met de rest van de branche. Het is wel wat hoger dan gemiddeld. Als ik terugkijk naar 2020 dan was ons ziekteverzuim over het geheel van het jaar lager dan ooit, rond de 5,5 procent. Wel zagen we –in lijn met de landelijke cijfers– dat in het vierde kwartaal het percentage opliep.
Het huidige cijfer van 7 procent is een gemiddelde. Het valt op dat bij locaties waar cliënten en medewerkers besmet zijn of waren met corona het cijfer logischerwijs vaak hoger ligt. Over de locaties varieert het verzuimcijfer nu van zo’n 4 tot 14 procent.”
Kwam de organisatie al voor onoplosbare situaties te staan?
„Gelukkig niet. In de media hoor je wel verhalen over dat de zorg afgeschaald moet worden of familie moet bijspringen, maar dat is hier niet het geval geweest.
Zodra er ziekteverzuim ontstaat, lopen de andere medewerkers nog een stapje harder. Hun loyaliteit is groot. Daardoor kunnen we veel opvangen. Het gebeurt ook wel dat personeelsleden bijspringen op een locatie die krap in de bezetting zit. Dat gaat soms best ver: medewerkers van Eben-Haëzer in Middelburg vallen dan bijvoorbeeld in Beth-San in Moerkapelle in.”
Wordt het hun niet te veel?
„Veel medewerkers maken meer uren dan in hun contract is vastgelegd. Dat is zorgelijk. Je loopt dan het risico dat je een te groot beroep op hen doet. Een derde golf zie ik daarom met zorg tegemoet.”