Huisartsen weer naar rechter om hogere tarieven af te dwingen
Huisartsen spannen opnieuw een rechtszaak aan omdat ze de tarieven die ze mogen rekenen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te laag vinden. De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) en de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) kunnen zich niet vinden in de manier waarop de tarieven zijn vastgesteld.
De NZa stelde vorig jaar op basis van eigen onderzoek dat de tarieven voor behandelingen hoger lagen dan de werkelijke kosten. Daar zijn de tarieven per 1 januari van dit jaar op aangepast. Omdat er ook een inflatiecorrectie in zit, gaan de tarieven wel omhoog, met 1,9 procent.
Volgens de LHV doet de zorgautoriteit „theoretische aannames die in de praktijk niet werken”. De brancheorganisatie stelt dat praktijken hierdoor in de problemen kunnen komen. Volgens de NZa staat de sector er juist „financieel goed voor”. De autoriteit benadrukt verder dat kostprijsonderzoeken worden gedaan „om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden”.
Over de huisartstarieven is de afgelopen jaren vaker onenigheid geweest. Eind 2023 gaf het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) huisartsen nog gelijk in hun klacht dat de NZa een kostprijsonderzoek van jaren eerder niet had mogen gebruiken voor het vaststellen van tarieven.
De autoriteit heeft het besluit over de nieuwe tarieven op recent onderzoek gebaseerd.