Zuid-Holland geeft acht gemeenten laatste waarschuwing
De provincie Zuid-Holland heeft acht gemeenten, waaronder Den Haag en Leiden, een laatste waarschuwing gegeven. Als ze op 1 juli niet genoeg statushouders huisvesten, gaat de provincie dit regelen op kosten van de betreffende gemeenten. Naast Den Haag en Leiden kregen ook Leiderdorp, Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude een brief met deze boodschap.
Deze acht gemeenten lopen al sinds 2023 achter met de huisvesting van statushouders, asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen. Het Rijk bepaalt ieder half jaar aan hoeveel vergunninghouders gemeenten onderdak moeten geven, de zogeheten taakstelling. Dat aantal hangt af van het aantal inwoners van een gemeente.
Als gemeenten vier keer op rij hun halfjaarlijkse taakstelling niet halen, kan de provincie besluiten in te grijpen (interventie). Zuid-Holland gaf de afgelopen jaren Barendrecht en Goeree-Overflakkee ook al zo’n laatste waarschuwing. Beide gemeenten voldeden toen alsnog aan hun opdracht. Volgens een provinciewoordvoerder heeft Zuid-Holland nog vrijwel nooit hoeven overgaan tot ‘indeplaatsstelling’, wat betekent dat de provincie op kosten van een gemeente ter plekke huisvesting regelt voor statushouders.
Den Haag had op 1 januari bijna vierhonderd statushouders te weinig gehuisvest, Leiden liep toen ruim vijftig mensen achter op de taakstelling. Van de vijftig gemeenten in Zuid-Holland voldeden er slechts vier op 1 januari aan hun opdracht: Bodegraven-Reeuwijk, Goeree-Overflakkee, Midden-Delfland en Rotterdam. De Zuid-Hollandse gemeenten moesten gezamenlijk ruim 5600 statushouders huisvesten, maar ze kwamen niet verder dan bijna 3400 mensen. De overige statushouders wachten in asielzoekerscentra op woonruimte.
Sommige gemeenten geven statushouders voorrang bij het toewijzen van een sociale huurwoning. Het kabinet wil dat gaan verbieden. Statushouders worden ook regelmatig ondergebracht in flexwoningen of tijdelijke woonruimte in leegstaande gebouwen.