Corona houdt Rhenense schaatser niet tegen
Op steeds meer plekken in het land is natuurijs dik genoeg om op te schaatsen. Ook op de Veerwei bij Rhenen binden mensen de ijzers onder. Dat is bijzonder: het gebied staat normaal droog.
Een witte ijsvlakte. Daaromheen sneeuw. Fel zonlicht maakt het geheel oogverblindend. Het vriest, maar dat deert de circa tien schaatsers op de Veerwei niet. Warme zonnestralen komen de dikke kleding te hulp. Het ijs voelt stevig. Het kraakt nauwelijks.
De Veerwei staat normaal droog. Door de hoge rivierwaterstand van de afgelopen week is het gebied ondergelopen. Via de nabijgelegen Palmerswaard is het water binnengesijpeld. En nu dus bevroren, dankzij de ijzige nachten. Dat levert een „unieke” situatie op, zegt Annemarie Hangoor (34). „Dit heb ik nog nooit meegemaakt in de acht jaar dat ik hier woon.” Een andere vrouw („een echte Rhenense”) kan het zich niet herinneren. Hangoor vindt het een „geschenk van God.”
IJsvloer
De kou houdt voorlopig aan. De komende nachten is er kans op zeer strenge vorst, met temperaturen tot -15. De ijsvloer kan dan flink aanzwellen. Tot zondag. Dan zet de dooi in. Wie wil schaatsen, kan daar beter niet tot volgende week mee wachten.
Gy Hellegers (61) uit Rhenen schraapt ijverig restjes sneeuw van de baan. Van de ene kant naar de andere kant van het open paadje schuift hij met zijn oranje schep over het ijs. Hellegers houdt van het natuurijs om de speciale sfeer die er heerst.
„Het krabbelen van de schaatsen, de imperfectie van het ijs, dat heb je op een kunstbaan toch niet.” Hellegers wijst naar een brok sneeuw langs de kant van het schoongeveegde paadje. „Die vind je niet op een kunstijsbaan.” Hij ziet er altijd naar uit om het natuurijs op te kunnen.
De sfeer op het ijs is vrolijk. Mensen lijken elkaar allemaal te kennen en begroeten elkaar hartelijk. Af en toe gaat er iemand onderuit. „Er zitten toch best wat scheuren in het ijs”, aldus Alex. Net ging hij al onderuit, doordat zijn schaats bleef haken in een oneffenheid. Hangoor vindt het „dikke pret” dat ze met haar kinderen weer het ijs op kan.
Alex’ vriend Stef heeft zijn eerste ronde over de baan wel zonder vallen en opstaan voltooid. Ze staan dit jaar voor het eerst op natuurijs. „Soms gaan we voor de lol naar een kunstijsbaan.”
Op het besneeuwde gras aan de zijkant van de ijsbaan probeert een Rhenense mevrouw –„geen naam in de krant, want iedereen kent me”– haar stoeltje uit te klappen. Schaatsen gaat ze „proberen”, want ze kampt met de spierziekte ME. „Jullie bellen 1-1-2 toch, als ik val?” Bijzonder vindt ze dat het schaatsen nog niet verboden is, „zoals zo veel andere leuke dingen in coronatijd. Dit zou er ook nog wel bij kunnen.”
Ze bindt haar zwarte schaatsen vaker onder, maar meestal gaat ze dan naar de kunstbaan in Nijmegen. „Daar voel ik me toch wat zekerder, want dan kan ik me aan de kant vasthouden.”
Indoor
Myrthe (18) uit Rhenen heeft gisteren al geschaatst. Normaal gesproken doet ze dat eens per jaar indoor, vertelt ze, terwijl ze haar noren onderbindt. Nee, ze zit niet op een schaatsclub. „Ik ga gewoon voor de lol.” Vanmiddag heeft ze weer onlineles, dus ze vindt het „geweldig om ’s ochtends vroeg nog even te kunnen schaatsen.” Het is nu nog rustig; vanmiddag verwacht ze meer drukte. Samen met haar moeder en zusje stapt Myrthe het ijs op. „Als de fotograaf straks een foto voor de krant komt maken, valt je knaloranje muts in ieder geval goed op”, plaagt haar moeder.