Middelbare scholen vrezen dat 30 tot 40 procent van de scholieren dit jaar hun examen niet haalt. De achterstanden die de leerlingen hebben opgelopen zijn te hoog.
Dat blijkt uit een rondgang van het Financieel Dagblad. Ter vergelijking: in 2019 lag het percentage gezakte leerlingen gemiddeld op zo’n 8 procent.
Ook Wim de Kloe, bestuursvoorzitter van het Driestar College, ziet met zorg de examenperiode tegemoet. Dat leerlingen grote achterstanden hebben opgelopen, staat voor hem als een paal boven water. De huidige groep eindexamenkandidaten is bovengemiddeld hard getroffen, vindt hij. „Zij hebben zowel in hun voorexamenjaar als in hun examenjaar minder fysiek onderwijs gehad. Digitale lessen zijn toch minder effectief. Door de anderhalvemetermaatregel kunnen ook niet alle eindexamenkandidaten tegelijkertijd naar school.”
Hij verwacht dat –als de normering niet fiks wordt aangepast– „veel” leerlingen zullen zakken. Aan percentages waagt hij zich niet. „Maar het lijkt me sterk dat 40 procent niet met hun papiertje van school komt. Dat zou wel heel erg veel zijn. In dat geval zal minister Slob ook zeker met aanpassingen komen, bijvoorbeeld in de normering.”
Vlag
Ook Chris Flikweert en Jaap van Dam, bestuursvoorzitter van respectievelijk van de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem en van het Ichthus College in Veenendaal, kunnen zich niet voorstellen dat drie tot vier op de tien leerlingen de vlag dit jaar niet buiten kunnen hangen.
Wel verwachten beiden dat de slagingspercentages dit jaar lager zijn dan normaal. „Onderwijs op afstand doet wat met de leerprestaties”, zegt Flikweert. „Scholieren hebben achterstanden opgelopen. Maar niet in die mate dat 30, 40 procent van de leerlingen zou zakken.”
De laatste jaren lag het slagingspercentage van de Gomarus rond zo’n 97 tot 99 procent. Het is lastig in te schatten waarop de school dit jaar zal uitkomen, vindt Flikweert. „Maar als ik een grove schatting moet maken, zou ik zeggen rond de 90 procent.”
Ook Van Dam is voorzichtig met het noemen van getallen. „Ik houd hierbij graag drie slagen om de arm. Het zou best kunnen dat gemiddeld vier tot vijf procent minder leerlingen slaagt. Sommige scholieren lopen inderdaad achter. Maar als de examenleerlingen tot de examens gewoon op school kunnen blijven komen, denk ik dat de schade, als het puur om de resultaten gaat, beperkt blijft.”
Discussie
Of het centraal examen (CE) dit jaar doorgaat, is overigens nog maar de vraag. Hoewel demissionair onderwijsminister Slob tot nu toe daar wel aan vasthoudt, sluit hij aanpassingen niet uit. Uiterlijk 15 februari hakt de bewindsman een knoop door.
Als het aan De Kloe ligt, komt er –evenals vorig jaar– geen CE. De bestuursvoorzitter is zich ervan bewust dat over het wel of niet doorgaan daarvan veel discussie is. „Maar alles overwegend vind ik het niet verstandig het CE af te nemen. Leerlingen hebben achterstanden opgelopen en zo’n examen zorgt voor veel stress.”
Hij pleit ervoor scholen zelf te laten toetsen, net als vorig jaar gebeurde. „Natuurlijk, een centraal examen brengt in kaart hoe groot de achterstanden daadwerkelijk zijn. Maar daarvoor is het mijns inziens niet bedoeld.”
Flikweert en Van Dam pleiten wel voor een CE. Van Dam: „Laten we, nadat de examens gemaakt zijn, de schade opmaken. Je kunt dan gerichte vervolgstappen nemen.” Het is belangrijk dat Slob koers houdt, vindt de bestuurder. „Geen onrust meer, er is eerder al een besluit genomen over de aanpassing van de examenregels. Scholieren en docenten hebben nu een consistente lijn nodig.”
Flikweert: „Het is al duidelijk dat de leerlingen extra herkansingsmogelijkheden hebben en dat ze mogen kiezen in welk tijdvak ze hun examen afleggen. Dat scheelt. Daarbij komt dat het voor hen fijn is als ze ergens concreet naartoe kunnen werken.”