Kerk & religie
„Reacties uit veel landen op digitale Farsidiensten”

​De Gereformeerde Farsi-Nederlandse Integratiediensten (GFNI) begonnen vijftien jaar terug met samenkomsten om het Evangelie te brengen in het Farsi en het Nederlands. Nu er alleen onlinediensten mogelijk zijn, is er veel belangstelling uit het buitenland.

Kerkelijk werker Daryoush Akhavan: „Ik merkte dat ook andere Iraniërs en Afghanen op zoek waren naar een kerk.” beeld GFNI
Kerkelijk werker Daryoush Akhavan: „Ik merkte dat ook andere Iraniërs en Afghanen op zoek waren naar een kerk.” beeld GFNI

De GFNI richten zich op in Nederland wonende Farsisprekende christenen en zoekers, primair van Iraanse en Afghaanse afkomst. In normale tijden komen elke tweede en vierde zondagmiddag van de maand in de Martuskerk in Amersfoort dertig tot vijftig mensen bij elkaar, van wie het merendeel Farsi spreekt. Tijdens de tweetalige samenkomsten worden traditionele liederen en psalmen gezongen maar ook liederen in het Farsi.

Het primaire doel van de GFNI is om Farsisprekende christenen te helpen om goed te integreren te midden van Nederlandse christenen in een thuisgemeente in hun woonplaats. De GFNI vervullen zo de rol van een ”sluisgemeente”.

Verder bieden de GFNI de mogelijkheid aan Farsisprekende christenen om elkaar regelmatig te ontmoeten en om het geloof samen te beleven op een manier die goed aansluit bij hun eigen cultuur. Voor ”zoekenden” biedt dit een goede gelegenheid om laagdrempelig kennis te maken met het Woord van God.

Het initiatief voor de GFNI werd vijftien jaar geleden genomen vanuit het azc in Leusden. Daarbij speelde de Iraanse kerkelijk werker Daryoush Akhavan een belangrijke rol. De vraag naar een centrale ontmoetingsplaats en de wens om contact op te bouwen met Nederlandse kerken leidden tot gesprekken met de gereformeerde kerken vrijgemaakt in Amersfoort en Leusden. Overeengekomen werd om diensten te organiseren in twee talen, zodat Farsisprekende christenen elkaar en Nederlandssprekenden konden ontmoeten. De ”integratiediensten” waren geboren.

Voordat hij naar Nederland kwam, was Daryoush Akhavan al christen. Hij werd in het geheim gedoopt in Iran. Tijdens zijn omzwervingen door Nederland ging hij op zoek naar Iraanse kerken.

Kon u die ook vinden?

„In Den Bosch ontdekte ik een kleine gemeente die iedere zondag ergens in Nederland een dienst hield: in Zoetermeer, Rotterdam, Delft en in Den Bosch zelf. Toen ik in Leusden woonde, kwam ik in contact met de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Amersfoort-Centrum. Ik kreeg les in de Nederlandse taal van Marjo Kruse. Zij en haar man Chris nodigden me uit om lid te worden van de kerk van Amersfoort-Centrum. Na gesprekken met twee ouderlingen werd ik kerklid en mocht ik tot mijn blijdschap het avondmaal meevieren met de gemeente.”

Maar daar werden alleen Nederlandstalige diensten gehouden.

„Ik merkte dat ook andere Iraniërs en Afghanen op zoek waren naar een kerk. Met hulp van onder anderen het echtpaar Kruse ben ik daarom gestart met Farsidiensten. We vonden een kerkgebouw dicht bij het station, de Martuskerk. In het begin hadden we niets. Nu hebben we wel honderd liederen in het Farsi en Nederlands, zodat Nederlandse bezoekers kunnen meezingen.”

Staan veel Iraniërs en Afghanen niet afwijzend tegenover het Evangelie?

„Ik kreeg de gelegenheid om in asielzoekerscentra mijn landgenoten te bezoeken. Onder hen was echte belangstelling voor de blijde boodschap. Van Maastricht tot Den Helder kwamen mensen tot geloof. Ze werden vervolgens gedoopt in een Nederlandse kerk ter plaatse. In Almere bijvoorbeeld is een groep van 35 Farsisprekenden tot geloof gekomen.”

Maar toen kwam de coronacrisis.

„Wij werden door corona gedwongen onze diensten online te houden. Tot onze grote verbazing kwamen er vervolgens reacties uit Iran, Afghanistan, Turkije en andere landen. Dus nu houden we niet alleen Farsi-Nederlandse diensten, maar verzorgen we ook diensten alleen in het Farsi. Dan worden onze buitenlandse luisteraars niet telkens afgeleid door de Nederlandse taal.”

Wat zijn de toekomstplannen?

„Vanwege corona kunnen we nu lastig actie ondernemen, maar het zou vooral mooi zijn als wij over een eigen gebouw konden beschikken, en dan niet alleen voor de zondag. Kerk-zijn is met elkaar samenleven, elkaar ontmoeten. We kunnen taallessen en cursussen geven of samen boeken lezen en bespreken. Zo kunnen mensen tegelijk in aanraking komen met het Evangelie.”

>>irankerk.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer