In Nederland dreigt, mede vanwege de coronacrisis, een tekort aan arbeidsmigranten te ontstaan. Dat zegt Jurriën Koops, directeur van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) in het NRC.
„Coronabrandhaarden in slachthuizen. Arbeidsmigranten die hutjemutje wonen op vakantieparken en in oude barakken. En vervolgens opeengepakt in busjes naar hun werk moeten. Corona heeft de situatie van arbeidsmigranten in Nederland vorig jaar onder een vergrootglas gelegd. Het lijkt alsof de misstanden in onze branche de norm zijn, maar dat is echt niet geval”, aldus Koops.
Woensdag debatteert de Tweede Kamer over de situatie van arbeidsmigranten en het rapport van Emile Roemer. Eind oktober kwam een commissie onder zijn leiding tot de conclusie dat het kabinet flink hogere eisen moet stellen aan uitzendbureaus om arbeidsmigranten beter te beschermen tegen uitbuiting en ongezonde werk- en leefomstandigheden. Zij zouden voortaan een certificaat moeten hebben dat bewijst dat zij zich houden aan cao’s en zaken als huisvesting en zorgverzekeringen fatsoenlijk hebben geregeld.
Koops is akkoord met de meeste aanbevelingen: „We staan achter een groot deel van het rapport. Net als Roemer willen we betere regulering van de uitzendbranche. We juichen een registratieplicht van arbeidsmigranten toe, evenals een register voor frauderende bestuurders en een waarborgsom voor beginnende uitzendbureaus - wat ons betreft komt die op 100.000 euro. Die plannen gaan de kwaliteit van de uitzendbranche verhogen. Want de sector is de afgelopen jaren te sterk gegroeid.”
Toch waarschuwt hij: „Als we niet beter voor onze arbeidsmigranten zorgen, komen ze op een gegeven moment niet meer naar Nederland. We horen nu al van onze leden dat Nederland niet in de top-3 staat van favoriete landen om te werken. Duitsland en de Scandinavische landen staan boven ons.”