Vrezend voor rellen haalt winkelier in Deventer parasols binnen
De schrik zit erin. Wanneer bestormt de meute mijn winkel, denkt menig ondernemer in deze tumultueuze tijd. In Deventer, waar maandag de dreiging van rellen hing, haalden winkeliers bloembakken, fietsen en parasols naar binnen.
Scheldend wijst een 28-jarige man maandagavond naar de felle lichten van een auto die in zijn richting rijdt. „Het is nog rustig”, sprak hij net in zijn mobiele telefoon. Achter het station van Deventer steekt hij rond half acht een shaggie aan. De man heeft het „helemaal gehad” met de coronomaatregelen. Hij spuwt zijn gal over premier Rutte. Zometeen staat er wat te gebeuren in Deventer, meent de man te weten. De beelden van relschoppers uit Eindhoven vindt hij wel „grappig.” Dat de politie wordt belaagd? Heeft hij niet zo veel problemen mee. „Dan moet de politie maar wegblijven.”
In de fik
Deventer staat op scherp. Maandag circuleren geruchten dat relschoppers, mogelijk voetbalhooligans, het centrum op stelten willen zetten. „Ik hoop maar dat ze mijn auto niet in de fik steken”, zegt een 30-jarige vrouw die vlakbij het centrum woont. De 16-jarige Zahra, zak patat in de hand, houdt zich liever uit het stadscentrum. „Daar voel ik me niet veilig.”
In Deventer houden tientallen agenten een oogje in het zeil. Te voet, op de fiets, in auto’s en busjes. Politiemensen spreken af en toe wat groepjes mensen aan op de Brink, het monumentale plein in het centrum.
In een snackbar ligt een parasol op een tafel. Net als anders winkeliers in Deventer heeft de uitbaatster van de friettent losse spullen naar binnen gehaald. Reclameborden, fietsen, vlaggenmasten, plantenbakken. Relschoppers moeten niet de kans krijgen losse spullen rond te gaan smijten. De patatbakster heeft geen goed woord over voor raddraaiers. „Te gek voor woorden dat ze zelfs een ziekenhuis willen belagen. Dat doen oorlogvoerende partijen nog niet eens”, zegt de vrouw, een frikadel in het hete vet deponerend.
Terwijl maandagavond in steden als Den Bosch en Rotterdam ware veldslagen worden gevoerd, blijft het maandagavond rustig in Deventer. Na negen uur, als de avondklok ingaat, wordt het snel rustig in de binnenstad. Af en toe klinkt geknal van vuurwerk, maar rellen blijven uit. Dat zou mede te danken zijn aan Eagles B-Side, de supportersclub van de Deventer voetbalploeg Go Ahead Eagles. De Deventer burgemeester Ron König complimenteerde de supportersclub, omdat die „iedereen heeft opgeroepen om weg te blijven uit de binnenstad.”
Geen schermutselingen in Deventer, maar des te meer verdeeldheid over de avondklok. „Hoewel ik begrijp dat de regering wat moet om het coronavirus te bestrijden, vind ik een avondklok te ver gaan. Je hoort een maatschappij niet om negen uur dicht te gooien. Dat gaat richting een oorlogssituatie”, zegt horecaman Berno Mensink rond half tien in de uitgestorven IJsselstad. „Deventer is een spookstad.” De kok komt net met de trein uit Apeldoorn. „Normaal zitten daar ongeveer veertig passagiers in, nu een stuk of vijf.” Ook Deventenaar Simon Hoekstra (51) heeft grote moeite met een avondklok. „Het is olie op het vuur.” Al plakt hij dat stempel ook op de wandaden van relschoppers.
Rare tijden
Niels Jansman (29) laat zijn Friese stabij uit. „Heel bijzonder zo, in een doodstille stad.” Hij vindt invoering van een avondklok een „heel goede” maatregel. „Die avondklok helpt om jongeren uit elkaar te houden.”
Bij het verlaten station haalt een buschauffeur een bekertje koffie. Wat hem betreft had de regering de avondklok eerder mogen invoeren. „Al zijn het wel rare tijden.”