Buitenland

Vier jaar lang leven in onvrijheid

Michelle Obama noemde het wonen in het Witte Huis „het leven in een gevangenis.” „Maar wel een mooie gevangenis”, voegde ze er snel aan toe. Wie president van de Verenigde Staten wordt, krijgt met zijn vrouw en eventuele kinderen een compleet ander leven.

13 January 2021 19:34
Een blokje om met de hond is er voor de president van de Verenigde Staten en zijn gezin niet bij; altijd moeten er beveiligers mee. Vrijelijk bewegen kan de presidentiële familie zich alleen in de tuin van het Witte Huis. Zoals de Obama’s met hond Bo in 2009. beeld Reuters, Larry Downing
Een blokje om met de hond is er voor de president van de Verenigde Staten en zijn gezin niet bij; altijd moeten er beveiligers mee. Vrijelijk bewegen kan de presidentiële familie zich alleen in de tuin van het Witte Huis. Zoals de Obama’s met hond Bo in 2009. beeld Reuters, Larry Downing

Op de eerste werkdag na zijn inauguratie raakte president George W. Bush compleet van slag. Er kwamen twee mannen zijn werkkamer binnen die zich voorstelden als zijn huisknechten. Bush wist niet wat hij ermee aan moest en liep naar de privévertrekken, waar zijn ouders aan de koffie zaten. „Pa, wat moet ik met twee huisknechten. Ik wil helemaal geen huisknechten”, verzuchtte Bush junior. Waarop Bush senior, zelf van 1989 tot 1993 president, zei: „Wen er maar aan. Je krijgt ze niet weg.”

Wennen is het zeker. De president, zijn vrouw en eventuele thuiswonende kinderen krijgen een heel ander leven zodra zij hun intrek nemen in het Witte Huis. Ze zijn omgeven door mensen die hen van de morgen tot de avond beveiligen, helpen en adviseren. „Hoe goedbedoeld ook, het legt een druk op je leven. Je hebt het gevoel dat je geen moment voor jezelf hebt. Ja, er zijn privévertrekken, maar je bent nooit privé”, zei voormalig first lady Rosalyn Carter jaren later. „Je weet dat er altijd mensen zijn die je in de gaten houden.”

Geheime dienst

Het leven in onvrijheid begint voor een nieuwe president al op het moment dat de verkiezingsuitslag uitwijst dat hij gewonnen heeft. De geheime dienst komt dan direct in actie om de beveiliging van de nieuw gekozene op te voeren. „Je kunt dan geen stap meer buiten de deur zetten zonder dat er bewaking mee gaat”, vertelde de vrouw van voormalig president Carter. Ze herinnerde zich dat ze enkele dagen na de verkiezingsoverwinning van haar man even enkele boodschappen wilde gaan doen. „Ik schrok gewoon dat er direct een paar mannen meegingen.”

Wonen in het Witte Huis betekent optimaal beveiligd zijn. Welk normaal huishouden slaapt er met scherpschutters op het dak? Vooral na de aanslagen van 11 september 2001 heeft de presidentiële ambtswoning min of meer het karakter van een bunker gekregen. De oprijlaan is gebarricadeerd door zware betonblokken en Pennsylvania Avenue, de toegangsweg naar het Witte Huis, is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Alle ramen zijn voorzien van gepantserd glas. Van het oorspronkelijk idee dat het Witte Huis niet alleen de presidentiële ambtswoning moet zijn maar ook het huis van en voor het volk, is weinig meer over.

Bedreigingen

En desondanks… In 2011 bleek dat een onbekende toch onopgemerkt zeven kogels op een raam van het privégedeelte van het Witte Huis kon afvuren. Het was niet de enige keer tijdens het presidentschap van Barack Obama dat onverlaten probeerden kwaad te doen. De eerste zwarte president van de VS kreeg meer bedreigingen dan wie van zijn voorgangers ook. De beveiliging wist dat ze paraat moest zijn, maar bleek van tijd tot tijd toch niet alert genoeg. In 2014 slaagde een man erin om gewapend met een mes over het hek te klimmen, met een smoes de bewaking te passeren en door te dringen tot de eerste verdieping van het Witte Huis. De man, Omar Gonzalez, werd net op tijd in zijn kraag gevat door een bewaker die zich gereedmaakte om naar huis te gaan.

Kopzorgen

Niet alleen Obama werd extra scherp bewaakt, maar ook zijn vrouw en hun twee dochters. De laatsten gaven de beveiliging extra kopzorgen omdat ze –net zoals hun klasgenoten– van tijd tot tijd op rolschaatsen of met het skatebord naar school wilden. Gevolg was dat enkele agenten zich de kunst van het skaten eigen moesten maken.

Ook de sportieve activiteiten van de presidenten zelf bezorgden de beveiligingsdiensten soms hoofdbrekens. President Kennedy hield ervan aan het einde van de dag een hardlooprondje te maken. Zonder de geheime dienst vooraf te waarschuwen, wilde hij dat ook op de avond van de eerste dag na de inauguratie doen. Tot verbijstering van zijn medewerkers stormde hij in zijn sportkleding op die avond uit de lift en om naar buiten te rennen. Op de vraag van een agent wat hij ging doen, antwoordde JFK droog: „Een blokje om. Rennen.” Het kostte de beveiligingsdienst veel moeite om de kersverse president ervan te overtuigen dat hij alleen door de –overigens grote– tuin van het Witte Huis mocht joggen.

Anders dan Kennedy vroeg president Richard Nixon zich voortdurend af op hij wel veilig genoeg was. Hij liet de hekken rond de ambtswoning verhogen. De wachthuisjes werden voorzien van kogelvrij glas en ’s nacht baadde het Witte Huis in een zee van fel licht. Nixon gaf ook opdracht om de presidentiële auto extra te beveiligen. The Beast, zoals de limousine vaak wordt genoemd, is sindsdien zodanig bepantserd dat hij een „normale” bomaanslag kan doorstaan.

De president en zijn gezinsleden worden niet alleen omringd door een legertje beveiligers, er is ook een honderdtal medewerkers tellende huishoudelijke staf. Zij zorgen ervoor dat het presidentiële bestaan zo aangenaam mogelijk is. Het zijn toegewijde mensen die in anonimiteit hun werk doen. Zij willen vooral de president dienen als drager van het ambt, en niet zozeer als persoon. Zij zijn niet –zoals de leden van de presidentiële staf– mensen die vertrekken na afloop van de ambtstermijn van de president. Deze groep medewerkers vormt een vaste kern.

De huishoudelijke dienst van het Witte Huis zorgt voor de maaltijden, de schoonmaak, de bloemen in het Witte Huis en de tuin, maar doet ook allerlei privéklusjes voor de president en de first lady als die erom vragen. Deze medewerkers hebben dus ook weet van het meer intieme gezinsleven van de president en zijn soms ooggetuige van conflicten binnen het presidentiële huwelijk of gezin. Toen Bill Clinton had bekend een affaire te hebben gehad met Monica Lewinsky zagen verschillende medewerkers bijvoorbeeld hoe geknakt zijn vrouw Hillary was. „Ik vond haar doorgaans een lastig mens”, zegt Worthington White, „maar toen had ik intens medelijden met haar.” De hoofdportier weet zich te herinneren dat de sfeer in de privévertrekken om te snijden was. „Je waagde het niet luid te spreken, laat staan een ontspannende opmerking te maken.”

Huiskok

De medewerkers van het Witte Huis zorgen er ook voor dat de president en zijn gezin op tijd hun natje en hun droogje krijgen. Vandaar dat de huiskok direct na de intrek van de nieuwe familie een uitgebreid gesprek heeft met de president en zijn vrouw. Hij moet weten wat ze wel en wat ze niet willen eten. Daar wil hij rekening mee houden, al overlegt hij na dit gesprek ook altijd met de lijfarts van de president. „Gezond eten prevaleert boven lekker eten”, zegt voormalig chef-kok Walter Scheib. „De kunst is om beide te combineren.”

Ondanks de inspanningen van de koks zijn er presidenten geweest die probeerden om buiten de huishoudelijke dienst om „lekkers” in huis te krijgen. Van John F. Kennedy is bekend dat hij met hulp van een geheim agent flessen whisky naar binnen liet smokkelen.

Zijn opvolger Lyndon B. Johnson was verzot op blintzes, opgerolde pannenkoeken gevuld met fruit of kaas. De vrouw van zijn defensieminister McNamara liet die geregeld bezorgen. Dat ging goed totdat een koerier ze een keer aan een vrij nieuwe agent van de geheime dienst overhandigde. Die moest ze aan Johnson geven. De man vernietigde echter de lekkernijen, geheel conform de voorschriften. Voorkomen moest immers worden dat de president werd vergiftigd door geschonken voedsel. Toen Johnson daar achter kwam, kreeg de agent de wind van voren. „Bemoei je niet met mijn eten”, brulde de president. „Gebruik de ruimte boven in je hoofd waar de hersens behoren te zitten! Dacht je nu echt dat de vrouw van de minister van Defensie mij wil vermoorden?”

Zelf betalen

Alleen staatsdiners en officiële lunches zijn voor rekening van de Amerikaanse overheid, alle andere maaltijden moet de president zelf betalen. En dat kan in de papieren lopen. Hoofdportier Gary Walters, die vijf verschillende presidenten meemaakte, merkte dat elke presidentsvrouw onaangenaam verrast was toen ze erachter kwamen dat ze maandelijks een fors bedrag aan kosten voor de huishouding moesten neertellen. De meesten drongen daarom bij herhaling aan op maatregelen om de kosten te drukken. Vrijwel elke first lady wilde al na enkele maanden goedkoper vlees en minder (dure) wijn. De Carters vroegen zelfs of ze op de dagen dat er geen gasten waren de kliekjes van de voorgaande dagen konden opmaken. „Ook een president moet sober kunnen leven”, stelde Jimmy Carter.

serie Op weg naar het Witte Huis

Artikelenserie in de aanloop naar de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president. Deel 4: de veranderingen in het persoonlijk leven van de (ex-)president.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer