In de afgelopen jaren zijn diverse onderzoeken gedaan naar porno in de christelijke wereld. Hieruit kan in ieder geval één conclusie worden getrokken. En dat is dat porno ook in uw kerkelijke gemeente een groot probleem is.
Of u nu kerkt in een oud gereformeerde gemeente of lid bent van de Protestantse Kerk in Nederland: dat maakt hierin weinig uit. In het voorjaar van vorig jaar schreef ik hierover een column.
Porno is geen nieuw probleem. Ook in de tijd van de Bijbel speelde dit, in iets andere vormen. In het Nieuwe Testament lees ik regelmatig hoe Jezus, Petrus en Paulus het probleem van ”porneia” aankaarten. Het wordt vanuit het Grieks vertaald als ontucht of hoererij, en zou in onze tijd misschien wel letterlijk vertaald kunnen worden.
Een kleine groep christenen die porno kijkt, heeft de moed om toe te geven dat porno werkelijk een probleem vormt in het leven. Een veel grotere groep ervaart veel schuld- en schaamtegevoelens. Maar door te zwijgen blijven ze eindeloos gevangen in deze cirkel.
Als de christelijke gemeente het grootschalige pornogebruik onder leden werkelijk als een probleem ziet, is het nodig om ook in beweging te komen. In veel gevallen zou het pastoraat in de gemeente een belangrijke rol kunnen spelen. Bij ernstige verslaving kan worden doorverwezen naar een deskundig hulpverlener.
Het is belangrijk dat over dit gevoelige onderwerp –net als in het Nieuwe Testament– open en concreet wordt gesproken. Toch is de toonzetting hierbij enorm belangrijk. Als de boodschap de schuld- en schaamtegevoelens versterkt, dan werkt dit meestal averechts. Mensen die gevangen zitten, trekken zich dan verder terug. En juist dit versterkt de kans op herhaling.
Uit de onderzoeken blijkt ook duidelijk dat dit schuldgevoel bij christenen al ruimschoots aanwezig is. Het is veel beter te kiezen voor een liefdevolle houding waarbij we niet boven, maar naast de ander gaan staan. We gunnen die ander immers iets heel anders. En deze aanpak kan prima gecombineerd worden met Bijbelse radicaliteit.
Het lijkt mij goed dat in de gemeente broeders en zusters worden aangewezen om naast deze strijders te staan. Het mag duidelijk zijn dat zij vertrouwelijk moeten kunnen omgaan met verhalen en niet nieuwsgierig zijn naar enige vorm van gedetailleerde informatie. Een houding waarin respect voor de ander en diens grenzen centraal staat. Daar is overigens ook alle reden toe. Ook een pastoraal begeleider is een klein en kwetsbaar mens die het van genade moet hebben. Wat dit betreft is er helemaal geen verschil met de pornokijker.
De eerste – en moeilijkste – stap die strijders moeten leren, is te voorschijn komen, en hun verhaal delen met een ander. Ik heb vaak gemerkt hoe groot deze barrière is. We vinden het vaak niet moeilijk om over theologische onderwerpen te praten. Maar echt open en kwetsbaar zijn is van een heel andere orde. Deze stap naar de vrijheid is echter essentieel. Het is dan goed te weten meer dan welkom te zijn bij anderen in de kerk.
Als een pastoraal begeleider oploopt met de strijder, zijn er meestal nog wel enkele momenten van een terugval. Het is dan belangrijk deze momenten te evalueren als leermoment, om te ontdekken waar het misging. Vaak wordt al spoedig een patroon zichtbaar. Dit kan vervolgens doorbroken worden met heel concrete acties. Opnieuw geldt dan dat voorzichtig moet worden omgegaan met het activeren van schuld en schaamte.
Het is ook belangrijk dat het in de pastorale gesprekken niet alleen over porno gaat. De strijder is gelukkig meer dan dit probleem. In een gesprek van hart tot hart blijkt vaak dat het bekijken van porno een vluchtwereld is geworden. Het is een manier geworden van omgaan met problemen of innerlijke leegte. Er zijn vaak goede redenen voor foute beslissingen. In de ontmoeting met elkaar kan gesproken worden over betere manieren om deze dorst te lessen.
Porno vormt ook in uw gemeente een groot probleem. Het is de hoogste tijd om in dit nieuwe jaar hiervoor te bidden, en vervolgens concreet aan de slag te gaan!
De auteur is docent en contextueel therapeut.