Washington worstelt met de vraag waarom betogers relatief snel en nauwelijks gehinderd het Capitool konden binnendringen. Het complex wordt normaal beveiligd door een speciale politieafdeling die Capitol Police heet en waar 2000 mensen werken. Bij grote evenementen bemoeien zich talrijke andere federale veiligheidsdiensten en instellingen tot in detail met de beveiliging van bijvoorbeeld de inauguratie van een president.
Het is niet bekend waarom dit nu niet het geval was. Woensdag was 2 kilometer verderop een grote demonstratie van tegenstanders van aankomend president Joe Biden. Ze waren naar Washington gekomen omdat in het Congres de verkiezingsuitslagen die ze betwisten, formeel zouden worden bekrachtigd in een ceremonie die normaal een half uurtje duurt. Maar het Capitool werd nog steeds voornamelijk beveiligd door de agenten van het complex.
Die hebben volgens betrokkenen voorafgaand aan de ongeregeldheden niemand om hulp voor de beveiliging gevraagd. De politie van het complex had bijvoorbeeld vooraf het ministerie van Binnenlandse Veiligheid op de risico’s kunnen wijzen en om maatregelen kunnen vragen. De Capitol Police kreeg pas na ruim een uur bijstand van andere federale veiligheidsinstellingen.
Kennelijk waren er geen voorzorgsmaatregelen genomen, terwijl president Trump zelf de betogers toesprak voor het Witte Huis en de in zijn ogen frauduleus verlopen verkiezingen „een flagrante aanval op de democratie” noemde. Hij riep daarbij zijn aanhang op „naar het Capitool te gaan in een mars om Amerika te redden”. Maar niet alleen de tekst van de speech van de president had een reden tot extra voorzorgsmaatregelen moeten zijn. In sociale media werden al weken dreigementen geuit door radicale aanhangers van Trump en door extreemrechtse groepen.
De grote demonstratie begon eigenlijk dinsdagavond al en het bleef toen opmerkelijk rustig in Washington. Er werden slechts tien aanhoudingen verricht meldde de politie van de hoofdstad woensdag. Plunderingen en vernielingen zoals bij de betogingen eerder dit jaar tegen Trump en tegen politiegeweld en racisme bleven uit. Toen werden op grote schaal veiligheidstroepen op de been gebracht in Washington.
Het complex van het Capitool is de zetel van beide Kamers van het Amerikaanse Congres en stamt uit 1800. Het werd 14 jaar later vrijwel verwoest door Britse troepen uit Canada. Er zijn meerdere geweldsincidenten geweest, maar over het algemeen op beperkte schaal. Zo schoten nationalistische Puertoricanen in 1954 vanaf de publieke tribune op de afgevaardigden in het Huis. Vijf congresleden raakten gewond. In 1915 pleegde een Duitser een bomaanslag met dynamiet in de Senaat maar de ontploffing was toen er niemand aanwezig was. In 1971 en 1983 pleegden extreemlinkse groepen bomaanslagen op het pand. Die veroorzaakten veel schade.