Brexit bemoeilijkt verdeling visquota
De Europese ministers van Visserij vergaderen dinsdag en woensdag in Brussel over de verdeling van de vangstquota voor 2021. De brexit gooit roet in het eten.
Eigenlijk had er op 1 juli al een visserijakkoord moeten zijn tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Dat zou vooruitlopen op een algeheel handelsakkoord en moest de weg vrijmaken voor een soepele verdeling van de visvangstrechten in de wateren die de EU en het VK nu nog met elkaar delen.
Terwijl de onderhandelingen zich nog steeds voortslepen, komt het einde van de overgangsperiode na de brexit snel naderbij komt. Op 1 januari is die afgelopen, met of zonder handelsdeal.
Wat moeten de visserijministers precies vaststellen?
Ze moeten het eens worden over de vangstmogelijkheden per lidstaat in 2021 van gequoteerde vissoorten in de Europese wateren. Basis voor de quota zijn meerjarige beheerplannen en de jaarlijkse adviezen van de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee, naar de Engels naam afgekort als ICES. De ministers houden ook rekening met de belangen van hun eigen vissers. De uitkomst van de onderhandelingen wordt meestal op woensdag bekendgemaakt.
Wat is er dit jaar anders?
Door de brexit is het VK een onafhankelijke kuststaat geworden. Dat heeft met name gevolgen voor het beheer van de visrijke Noordzee, het Engels Kanaal en de Ierse zee. Moest de EU daarover tot nu toe alleen met Noorwegen onderhandelen, deze keer is er een derde partij. Zolang er geen handelsakkoord (inclusief visserij) is, claimen de Britten de absolute zeggenschap over de visrechten in zijn exclusieve economische zone (EEZ): het water tot 200 zeemijl (370 kilometer) uit de kust.
Dit raakt niet alleen de veelbesproken toegang van Europese en Britse vissers tot elkaars water, maar ook de verdeling van de quota. Over elk bestand apart onderhandelen is een enorme klus, die zeker niet in twee dagen geklaard wordt. De EU en het VK delen zo’n honderd visbestanden.
Is de Britse EEZ belangrijk voor Europese vissers?
Heel belangrijk, voor Nederlandse vissers en ook voor hun collega’s uit België, Duitsland, Denemarken, Frankrijk en Ierland. De Nederlandse vloot haalt een kleine 60 procent van de vangst uit Brits water, goed voor bijna 40 procent van de jaaromzet. Vis trekt zich van EEZ-grenzen niets aan. Landen moeten daarom samenwerken bij het beheer van gedeelde visbestanden.
Waar moeten Nederlandse vissers rekening mee houden?
Als er geen handelsakkoord komt, kunnen ze vanaf 1 januari, in ieder geval voorlopig, alleen nog hun netten in EU-water uitwerpen. Dat betekent dat het in sommige delen van de Noordzee en het Kanaal erg druk wordt. „Dat wordt vissen op een postzegel”, waarschuwen vissers.
Maar hoe zit het dan met de quota?
Definitieve quota zullen deze dagen zeker niet worden vastgesteld. Volgens brancheorganisatie VisNed wordt gewerkt aan verschillende scenario’s om te zorgen dat de vissers vanaf 1 januari toch naar zee kunnen. Een daarvan is dat de Europese Commissie voorlopige quota vaststelt.
Zo’n quotum zal gelden voor de eerste drie maanden van 2021 en gelijk zijn aan een kwart van het jaarquotum van 2020. VisNed heeft visserijminister Carola Schouten gevraagd om in dit geval voor soorten die voor Nederlandse vissers belangrijk zijn tenminste 40 procent van het jaarquotum toe te kennen.
Vervolgens zullen de EU, het VK en Noorwegen in de eerste maanden van 2021 de definitieve quota moeten uitonderhandelen. VisNed verwacht op basis van de ICES-adviezen kortingen bij de Nederlandse quota voor schol (-2,3 procent) en kabeljauw (-17 procent) en stijgingen voor tong (22 procent) en wijting (19 procent). ICES adviseert verder bij tarbot 13 procent verlaging en bij Noorse kreeft 9 procent.
Hoe zit het met het doorschuiven van niet-benutte vangstrechten?
Van zogeheten duurzaam beheerde bestanden mag standaard 10 procent van het quotum meegenomen worden naar het volgende jaar. Dit jaar zijn diverse quota extra onderbenut, omdat de vraag naar vis is teruggevallen als gevolg van maatregelen om corona in te dammen, zoals de sluiting van de horeca. De vissers willen daarom graag meer ruimte om door te schuiven.
Er is ook gedoe met de Fransen?
Steeds meer Nederlandse vissers gooien hun netten uit in het Kanaal, op visgronden die vanouds gebruikt worden door veelal kleinschalige Franse vissers. Dat heeft de afgelopen jaren al enkele keren tot botsingen geleid. Volgens VisNed is een overeenkomst die de Franse vissers op bepaalde punten tegemoetkomt, vrijwel klaar. Nederland heeft er alle belang bij de Fransen niet tegen zich in het harnas te jagen. Ook Frankrijk vindt dat zijn vissers in Brits water moeten kunnen blijven vissen.