„Britten hebben onze vis nodig voor fish and chips”
Veel vishandelaren en -verwerkers hebben de hoop opgegeven dat de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk het nog deze maand eens worden over een handelsakkoord. Tim Heddema, landbouwraad bij de Nederlandse ambassade in Londen, is echter positiever gestemd. „De Britten hebben onze vis nodig voor hun fish and chips.”
„Ik denk nog steeds dat er een grote kans is op een late deal”, zei Heddema woensdag tijdens een online seminar van de Visfederatie, de brancheorganisatie voor de visgroothandel en -verwerking. Zowel de EU als het VK bereiden zich erop voor om nog vlak voor het einde van de transitieperiode in het brexit-proces zo’n overeenkomst af te timmeren. Die overgangsperiode, waarin het VK zich nog aan de Europese regelgeving houdt, loopt op 31 december af.
Enkele weken voor het verstrijken van de deadline verlopen de onderhandelingen echter nog steeds stroef. Brussel en Londen zijn het al maandenlang oneens over de toegang van Europese vissers tot de Britse wateren, gelijke kansen voor Britse en Europese bedrijven en de manier waarop toezicht moet worden gehouden of beide kanten zich aan de gemaakte afspraken houden.
Van Britse kant laten bewindslieden al enkele weken weten dat een deal „haalbaar is als de EU wat beweegt.” Een recent compromisvoorstel over toegang tot de visgronden dat door de Europese onderhandelaars zou zijn gedaan, zou door de Britten echter meteen zijn afgewezen, berichtte persbureau Bloomberg woensdag op basis van ingewijden.
Zonder handelsakkoord gaan vanaf 1 januari allerlei restricties gelden zoals importheffingen over en weer. Ook de in- en uitvoer van vis krijgt daarmee te maken.
Maar ook als op de valreep toch nog een deal wordt gesloten, verandert er van alles. Ook vis en visproducten zullen aan Europese dan wel Britse kwaliteits- en gezondheidseisen moeten voldoen. De IT-technologie en douanefaciliteiten daarvoor zijn met name aan de Britse kant nog niet op orde, zei Heddema. „Het Britse bedrijfsleven maakt zich grote zorgen. Dat rekent op lange files en op tekorten aan producten.”
Tussen het VK en de EU bestaat een levendige handel in vis en visproducten. In 2019 exporteerden de Britten voor 1,4 miljard euro naar de EU. Belangrijkste producten zijn zalm en schelpdieren. Andersom bracht Europa voor ruim 1,3 miljard euro naar de overkant van het Kanaal. Hierbij ging het vooral om kabeljauw, schelvis, zalm en tonijn. De Nederlandse export van visproducten naar het VK was goed voor ruim 178 miljoen euro.
Volgens Heddema blijft de Britse behoefte aan importvis „enorm”. Zo zijn kabeljauw en schelvis, die Britse vissers zelf weinig vangen, belangrijke ingrediënten voor de veel gegeten ”fish and chips”. Dat biedt volgens hem kansen voor Nederlandse exporteurs.
Belangrijk voor de handel is ook de positie van de Nederlandse vissersvloot. Die dreigt, net als die van andere EU-landen, de vrije toegang tot de Britse wateren te verliezen. Ook uitgevlagde schepen –kotters van Nederlandse eigenaars die in het VK zijn geregistreerd en dus officieel Brits zijn– krijgen met strengere eisen te maken. Volgens Heddema is er wetgeving in de maak waarin staat dat zij straks 70 procent van de gevangen vis in het VK aan land moeten brengen of een evenredig deel van hun vangstquota aan de Britten afstaan.
Jelle van Veen, ceo van visgroothandel Dayseaday in Urk en bestuurslid van de Visfederatie, is somber over de kans dat de EU en het VK het alsnog eens worden over een handelsakkoord. „Het duurt mij te lang”, zei hij. Als er toch een akkoord komt, vreest hij dat dit ten koste gaat van de vissers die nu nog in Brits water hun netten uitgooien. „Ik denk dat dit als wisselgeld weggegeven wordt.”