Ondernemer Jurriën Jansen is „strijdvaardig”, maar vreest dat zijn Amerfoortse kledingzaak Brandstof aan de Leusderweg omvalt als die de komende weken dicht zou moeten. „Het is zo oneerlijk.”
„Ik ben bang dat ik failliet ga”, sombert Jansen maandagmorgen tussen rekken herenkleding. Anders dan gebruikelijk heeft de ondernemer de winkeldeuren al in de ochtend open gegooid. Hopend dat klanten nog gauw een broek of trui afrekenen.
De kans is immers levensgroot dat zijn modewinkel de komende weken dichtmoet. Daarmee wil de regering het stijgende aantal coronabesmettingen terugdringen. Maandagavond wordt duidelijk of premier Rutte afkondigt dat niet-essentiële winkels op slot moeten.
Geen enkel begrip heeft de kledingverkoper voor de mogelijke tijdelijke sluiting van niet-noodzakelijke winkels. Hij vreest voor tienduizenden euro’s het schip in te gaan. „Ik vind het zo oneerlijk. Bij mij in de winkel raken geen mensen besmet. De overheid moet zorgen dat de meest kwetsbaren thuisblijven en de economie draaiend houden. Nu bijvoorbeeld restaurants dicht zijn, kruipen mensen thuis bij elkaar. Daar ontstaan coronabesmettingen.”
Jansen probeert er een mouw aan te passen. Als zijn winkel dicht moet, zal de eenpitter daar de komende tijd zijn. Via videobellen wil hij zijn klanten aan een nieuwe outfit helpen. „Ik laat dan een kledingstuk zien aan een belangstellende. Is dit wat? De klant kan dat kledingstuk afhalen en thuis passen.”
Bloemenverkoper Richard Kemper (47) wacht met spanning de rede van Rutte af. „Het zou balen zijn als onze bloemenzaak dicht zou moeten”, zegt Kemper, temidden van kerstbomen op de stoep voor de winkel. „Vandaag komen 170 kerstbomen binnen.”
Zo vlak voor de feestdagen doet de Amersfoortse bloemenwinkel goede zaken. Zijn collega Celine Walet: „Juist in coronatijd hebben mensen behoefte aan gezelligheid. Een bloemetje, een kerststukje, een kerstboom.”
Ze overwegen online de verkoop van bloemen voor te zetten, mocht hun winkel in lockdown moeten. Maar onlineverkoop brengt niet zo veel op als handel in een fysieke winkel, vreest Walet. „Online beslissen mensen van tevoren wat ze kopen. Komen ze echter bij ons in de zaak dan bestellen ze bijvoorbeeld een bloemetje voor moeder, maar kopen ze in een impuls nog wat.”
Hoewel ze balen van de dreigende sluiting, hebben de bloemenverkopers wel begrip voor de strenge coronamaatregelen. „Zondag kwamen er weer 10.000 besmettingen bij”, zegt Kemper. „Dat zijn best aantallen.”
Ook wijnverkoper Niels van der Schans in Amersfoort heeft de deuren van zijn wijnwinkel deze maandag eerder dan gebruikelijk open gegooid. Hopend dat hij nog wat klanten aan hun portie spiritualiën kan helpen, voordat de winkel mogelijk op slot gaat. Jammer als de zaak dicht zou moeten, maar Van der Schans gaat niet bij de pakken neerzitten. „Ik ben een optimistisch mens. We gaan leuke dingen bedenken.” In samenwerking met een Amersfoorst restaurant wil hij eetlustigen online een afhaalmenu inclusief een „goed glas wijn” aanbieden.
Pakketten
Voor Peter Scheffer, eigenaar van een fotozaak, is het onzekerheid troef. In zijn zaak bevindt zich ook een pakketafhaalpunt van PostNL. Zou die ook dichtmoeten? En mag hij nog pasfoto’s maken voor mensen die hun rijbewijs verlengen? Hoe dan ook baalt Scheffer ervan dat talloze „kleine ondernemers” in de penarie komen te zitten. Het kabinet zou de pijlen vooral moeten richten op tuincentra en meubelgiganten. „Daar komen grote mensenmassa’s bij elkaar. Als bij mij twee klanten binnen zijn, heb je het wel gehad.”
Het winkelend publiek in Amersfoort lijkt de noodzaak van een hernieuwde stevige lockdown in te zien. „Niet fijn, maar het moet”, zegt de 43-jarige Sander, zoontje achterop de fiets. „We willen niet dat er zo veel doden vallen.”
Toch klinkt ook gemopper. Rijk Gerritsen (76), die zakken vogelvoer in zijn fietstassen stopt, vindt het „een beetje onzin” dat kennelijk duizenden winkels dicht moeten. „Terwijl mensen wel bij elkaar in het vliegtuig stappen. Het is zo scheef allemaal.”
Ingeborg Oosterhuis (39), zoontje voorin de bakfiets, vindt een lockdown „heel triest” voor winkeliers, maar ziet ook voordelen. „In dit land heerst nogal wat consumentisme. Mensen zouden komende weken wat meer thuis om zich heen moeten kijken. Nieuw kopen is vaak niet nodig. Ergens kan dat ene spelletje nog liggen.”