Het CDA- partijbestuur had het al uitgetekend. In april zou minister Wopke Hoekstra (Financiën) zich kandideren. Zorgminister De Jonge zou hem steunen, en klaar was Kees. Nu volgt er alsnog een leiderschapsstrijd.
Dat Kamerlid Martijn van Helvert zich woensdag meldde, kwam al als een verrassing. Hij was na De Jonge en staatssecretaris Mona Keijzer de derde kandidaat.
Inmiddels staat de teller op minstens vijf. Donderdagavond mengde zich nog een Kamerlid, stemmenkanon Pieter Omtzigt, in de strijd. Een vijfde kandidaat is Limburger André Reumkens. Hij stond bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in Beekdaelen twintigste op de lijst van het CDA.
Zijn sollicitatie wordt echter niet serieus genomen. De verwachting is dat De Jonge, Keijzer, Van Helvert en Omtzigt van het bestuur door mogen voor de digitale ledenstemming die van 6 tot en met 9 juli staat ingepland.
Hoe vervelend, hoe schadelijk is het dat de droom van het partijbestuur nu in duigen valt? Feitelijk verloor de partijtop al de regie toen Hoekstra zich terugtrok. Het CDA mag van geluk spreken dat De Jonge vervolgens wel de stap naar voren deed. Zijn afhaken zou opnieuw het beeld hebben opgeroepen van een zwalkend schip, zoekend naar de juiste koers. Dat scenario bleef de partij bespaard.
Een strategisch beraad onder leiding van de voormalige Rotterdamse CDA-wethouder Leonard Geluk deed in november voorstellen voor het campagneverhaal van de partij. Hoewel de commissie het niet met zoveel woorden zei, was de boodschap van het stuk helder: de partij vergrijst en is in de steden en onder jongeren al sterk gemarginaliseerd. Een nieuwe middenkoers, doorspekt met termen als gemeenschapszin, kleinschaligheid én innovatie lag het meest voor de hand.
De Jonge past qua profiel minstens zo goed bij dat verhaal als Hoekstra. Tot zover was er na Hoekstra’s afhaken dus weinig aan de hand. De kandidatuur van Keijzer en zeker ook die van Van Helvert gaven de lijsttrekkersverkiezing een ander aanzien. Er was niet meer één favoriete kandidaat die een middenkoers zou uitdragen en zou proberen daar ook de rechterflank voor te enthousiasmeren. De rechterflank doet met twee vertegenwoordigers rechtstreeks mee.
Vooral Keijzer neemt daarbij geen blad voor de mond. Donderdag deed ze het racismedebat af als een randstedelijke discussie. Dat lijkt te voorspellen dat haar campagneverhaal niet zozeer verbindend zal zijn, maar de interne partijverschillen juist zal uitvergroten. Om die reden zal het partijbestuur hopen dat het de komende dagen niet tot een tweestrijd De Jonge-Keijzer komt.
Valt dat worst-case-scenario nog af te wenden? Ja, zeiden diverse ingewijden vrijdagochtend hoopvol. Zij benadrukten niet ten onrechte de enorme populariteit die Pieter Omtzigt in het CDA geniet en hoopten dat een tweestrijd, als die er zal komen, tussen hem en De Jonge zou gaan. Voor het bestuur zou dat om twee redenen gunstig zijn. Één: beiden willen niet regeren met FVD, dus daarover kunnen de twee niet botsen. En twee: hoewel Omtzigt een formidabele volksvertegenwoordiger is, mist hij de uitstraling en de ervaring van een partijleider, wat duidelijk in het voordeel van De Jonge is.
Maar zoals gezegd: van zo’n ontknoping kan het partijbestuur slechts dromen. De regie is het kwijt.