Behendige kroonprins CDA kan mensen raken
Zorgminister Hugo de Jonge is beschikbaar als nieuwe lijsttrekker van het CDA. Optimistisch als hij is, beaamde hij donderdag volmondig daarmee ook automatisch de CDA-premierskandidaat te zijn.
Dat de kandidaat-lijsttrekker het politieke vak al aardig in de vingers heeft, liet hij uitgerekend begin deze week weer eens op een puike manier zien. In de Tweede Kamer hadden PvdA en SP het initiatief genomen voor een onafhankelijk onderzoek naar het mede door hem vormgegeven coronabeleid. Was het accuraat? Had hij steken laten vallen? Hun oproep werd in de coalitie lauwtjes onthaald, maar niet voor lang. D66 en De Jonges eigen CDA veranderden van gedachten, bij de stemmingen van afgelopen dinsdag dreigde een meerderheid.
De Jonge zag het tij opkomen en klom in de pen. Gevolg: ruim voor het klinken van de stemmingsbel deed hij in een Kamerbrief zijn plan van aanpak voor zo’n onderzoek al uit de doeken. In de media deden Asscher en Marijnissen nog verwoede pogingen om het aangenomen krijgen van hun motie te vieren als een sensationele overwinning. Maar wie de brief van De Jonge even doorneemt, weet: dat is het niet.
Een al eerder aangekondigd, groot evaluatieonderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, dat ongetwijfeld zal ingaan op de eventuele verwijtbaarheid van het overheidshandelen, kan nog wel een jaar op zich laten wachten. Zo’n impact heeft de door PvdA en SP afgedwongen evaluatie niet. Dat gaat naar verwachting vooral uitmonden in goedbedoelde, concrete lessen; in praktijk te brengen bij een mogelijke tweede golf.
Bommetjes tijdig onschadelijk maken; hoe je dat doet, leerde De Jonge al voor hij minister werd. Als politiek assistent van de onderwijsbewindslieden Van der Hoeven en Van Bijsterveldt moest hij zorgen dat plooien tussen CDA en PvdA in het kabinet-Balkenende IV op tijd werden gladgestreken, zodat de onderwijsvoerders van beide partijen elkaar tijdens onderwijsdebatten niet publiekelijk in de haren zouden vliegen. Na twee jaar verhuisde hij naar het Torentje en werd hij tijdelijk de vaste assistent van Balkenende zelf.
Met dat alles is natuurlijk niet gezegd dat De Jonge straks, tijdens de campagne, elke aanval op zijn coronabeleid als niet ter zake doend van de hand kan wijzen. Het testbeleid van de GGD is nog niet optimaal, nieuwe uitbraken kunnen hem nopen straks weer ingrijpende keuzes te maken, met als gevolg opnieuw het verwijt dat zijn beleid halfslachtig en te weinig doortastend is. Vooralsnog loopt zijn imago van de vastberaden crisisbestrijder naast Rutte echter weinig gevaar. Sterker nog, het wordt door het CDA-campagneteam ingeschat als dermate stevig dat het nog eens extra wordt opgepoetst in het campagnefilmpje dat De Jonge donderdag rondtwitterde. De boodschap ervan is helder: zo krachtdadig als Hugo de crisis bestrijdt, zo energiek zorgt hij straks ook dat ons land de klap weer te boven komt.
Achter de coulissen liep De Jonge zich al langer warm, eigenlijk al sinds zijn aantreden als minister. Hij benutte die tijd zorgvuldig voor het neerzetten van een stevig en eenduidig profiel dat staat als een huis. Of hij nu te gast is in een talkshow of kerkgangers toespreekt tijdens een zondagse ”Preek van de Leek”, steeds neemt hij zijn gehoor mee langs dezelfde bepalende momenten in zijn levensloop.
De in Bruinisse geboren, hervormde predikantszoon De Jonge streek als pabo-student neer in de ruige, Rotterdamse Millinxbuurt, stortte zich vijf jaar met hart en ziel op het basisonderwijs, ging toen werken voor de Haagse CDA-fractie en schopte het uiteindelijk tot wethouder van Rotterdam.
Overal waar hij werkte, liet hij dezelfde indruk achter. Hij is communicatief vaardig, gedreven en energiek en weet mensen, ook zwakkeren, te raken. „Ach jongen, het is ook zo moeilijk hè”, zegt hij eind maart troostend tegen een zwaargehandicapte cliënt van de Sliedrechtse zorginstelling ASVZ. De jongeman worstelt met de strenge coronamaatregelen en typt op zijn spraakcomputer het bericht: „Ik wil knuffelen.” Langdurig gaat De Jonge met hem en zijn begeleiders in gesprek, zoals hij ook familieleden vergezelt die na het versoepelen van het bezoekverbod eindelijk weer bij vader of moeder in het verpleeghuis langs mogen gaan.
In zijn pogingen om zijn beleidsdoelen te halen, schuwt hij het doen van onorthodoxe en soms controversiële voorstellen niet. Zo sprak hij zich in zijn Rotterdamse tijd op scherpe toon uit voor een wet die verplichte anticonceptie bij zogenaamd onmachtige ouders mogelijk moest maken. Zo’n wet kwam er nooit. Wel is de subsidieregeling voor abortusklinieken inmiddels aangepast, zodat artsen kwetsbare vrouwen gratis consulten kunnen aanbieden over anticonceptie om zo herhaalabortussen te voorkomen. In zo’n dertig gemeenten draait de GGD inmiddels een Nu Niet Zwanger-project: intensieve begeleiding, bedoeld om kwetsbare vrouwen meer de regie te laten hebben over hun kinderwens. De praktijkverschuiving die De Jonge in het veld heeft ontketend is dus fors.
Toen er in de Kamer stemmen opgingen om de marktwerking in de wijkverpleging terug te dringen, koos De Jonge voor dezelfde tactiek. Op zijn aangeven, pasten de zorgkantoren hun inkoopregelingen aan. Zorginstellingen die een contract wilden, moesten aantonen dat ze samenwerkingsafspraken met concurrerende bureaus hadden gemaakt over het efficiënt aanbieden van de avond- en nachtzorg. Het scheelde een slepend wetswijzigingstraject.
Was hij een VVD’er geweest, dan hadden ze bij de liberalen in De Jonge vanwege zijn dynamische uitstraling ongetwijfeld een mogelijke opvolger van Mark Rutte gezien. Maar uitgerekend die partij ligt zo’n negen maanden voor de verkiezingen straatlengtes voor op het CDA.
Dertien, veertien zetels, zeggen de peilingen. Oftewel: de christen-democraten staan op verlies. Het tekent De Jonges optimisme dat hij zichzelf premierskandidaat durft te noemen. Maar als hij de schade weet te beperken, als tweede of derde partij kan eindigen achter de VVD en zich zo weer een plek aan de formatietafel kan verschaffen zullen veel CDA’ers diep in hun hart al meer dan tevreden zijn.
De meest waarschijnlijke optie is dat hij de VVD te vriend houdt, zich distantieert van FVD, afziet van persoonlijke aanvallen op Rutte, zich vooral luisterend opstelt en intussen een zo wervend en optimistisch mogelijk voor-elk-wat-wils-CDA-verhaal vertelt. Oog voor de boeren én voor het milieu. Voor de stad én het platteland. Voor de toegankelijkheid van de zorg én voor de betaalbaarheid. Zijn uitstraling –„een verbinder en een man voor het brede midden”– zou wel eens doorslaggevender kunnen worden voor zijn succes dan zijn verhaal.
Één opsteker kon hij donderdag noteren: oud-partijleider Buma, conservatief en door velen in het Wopke Hoekstra-kamp geschaard, is enthousiast. „Geweldig mooi nieuws dat De Jonge zich kandidaat stelt”, jubelde hij donderdag op Twitter. „De juiste man op het juiste moment!”
Uiterlijk op 17 maart 2021 weten we of het klopt.